ECLI:NL:RBOVE:2016:5296
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van schuldsanering wegens schending van inlichtingen- en sollicitatieplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 maart 2016 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van [A] en [B]. De bewindvoerder, mevrouw T.M.E. Roeloffzen-Mulder, verzocht om beëindiging van de schuldsanering omdat [A] en [B] nieuwe schulden hadden laten ontstaan en de inlichtingenplicht niet hadden nageleefd. Tijdens de zitting op 23 februari 2016 gaven [A] en [B] aan dat zij moeite hadden met het vinden van werk en dat [A] recentelijk een nieuwe baan had gevonden. Echter, zij hadden belangrijke informatie over hun financiële situatie en werkstatus niet tijdig aan de bewindvoerder verstrekt.
De rechtbank oordeelde dat [A] en [B] niet voldaan hadden aan hun verplichtingen om de bewindvoerder van alle relevante informatie te voorzien. Dit omvatte het niet melden van het faillissement van [A]'s oude werkgever en het niet tijdig overleggen van bankafschriften. De rechtbank concludeerde dat de schuldsanering tussentijds beëindigd moest worden, omdat [A] en [B] niet naar behoren meewerkten aan de uitvoering van de schuldsanering. De rechtbank stelde ook vast dat [B] haar sollicitatieverplichting niet had nagekomen, wat bijdroeg aan de beslissing om de schuldsanering te beëindigen.
De rechtbank beëindigde de schuldsanering en bepaalde de vergoeding van de bewindvoerder op € 2.468,50, met een salaris van € 5,14. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Marsman en is openbaar uitgesproken in de zitting.