Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
verwerende partij in reconventie,
[B],
3 [C] ,
eisende partij in reconventie,
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 oktober 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie met producties, tevens eis in reconventie namens [A] en [B] ;
- de conclusie van antwoord in conventie met producties, tevens eis in reconventie namens [C] ;
2.De feiten
3.De vordering
Closed Greenhouse Engineering B.V. , zoals dit zal komen vast te staan na een te houden verificatievergadering, te vermeerderen met de boedelschulden, waaronder begrepen het salaris van de curator en de overige faillissementskosten;
Closed Greenhouse Engineering B.V. onbehoorlijk hebben vervuld;
4.Het standpunt van de curator
Kamer van Koophandel (productie 6) volgt dat de jaarrekening over 2008 pas op
4 maart 2010 en de jaarrekening over 2009 pas op 9 februari 2011 is gedeponeerd. De maximale termijn is exact dertien maanden. Daarmee heeft de deponering 33 respectievelijk 8 dagen te laat plaatsgevonden.
(HR 6 oktober 1989, LJN AB9521 (Beklamel)). Bestuurders zijn nog diverse verplichtingen aangegaan en hebben daarbij dus schulden laten ontstaan na het moment waarop zij wisten dat de vennootschap deze niet zou kunnen betalen, omdat duidelijk was dat er geen inkomsten meer zouden komen. Tevens was het voor bestuurders duidelijk dat er toen reeds sprake was van een aanzienlijke schuldenlast en er dus geen ander vermogen was waaruit de schuldeisers zouden kunnen worden voldaan. Deze omstandigheid leidt, nu voor bestuurders voorzienbaar was dat de vennootschap in de nakoming zou tekortschieten, op zichzelf tot de conclusie dat bestuurders persoonlijk een ernstig verwijt valt te maken en zij derhalve onrechtmatig hebben gehandeld jegens de schuldeisers van de vennootschap.
5.Het standpunt van [A] B.V. en [B]
(ABN AMRO, ING, SNS en diverse RABOBANK-vestigingen) binnen 2 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis ondubbelzinnig schriftelijk kenbaar te maken dat de beslagen zijn vervallen althans opgeheven, alsmede afschriften van de betreffende brieven binnen genoemde termijn aan gedaagden te doen toekomen, alsmede om binnen genoemde termijn zorg te dragen voor uitschrijving van het ten laste van de heer [B] gelegde beslag op de onroerende zaak (het appartementsrecht) te Enschede uit de openbare registers van het Kadaster, een en ander op straffe van verbeurte door de curator ‘pro se’ van een dwangsom ad € 500,-- per overtreding per dag dat hij daarmee in gebreke blijft.
[C] zijn vordering in privé (€ 22.000,--) en de vordering namens zijn
B.V. [E] (€ 246.000,--) intrekt. De schuldenlast moet daarom, zonder deze vorderingen van de bestuurders zelf, met ruim € 510.000,-- worden verminderd.
9 februari, maar op 8 februari 2011 is gedeponeerd en daarmee binnen de termijn.
[B] heeft de jaarcijfers op 29 januari 2010 nagekeken en goedgekeurd. Vervolgens zijn de cijfers via accountant [F] verzonden naar [C] en [D] . [C] heeft de cijfers op 4 februari 2010 goedgekeurd. Het is onduidelijk waarom de jaarcijfers niet aansluitend zijn gedeponeerd. [B] is er echter volledig vanuit gegaan dat de cijfers die hij eind januari al had goedgekeurd door de andere betrokkenen, tijdig zouden zijn opgestuurd aan de KvK.
6.Het standpunt van [C]
pro se verplichtingen op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat de curator daarmee in gebreke zou blijven, met veroordeling van de curator in de kosten van het geding in reconventie.
Kas met Vergisteren
De Groene Tuinwaren projecten waarin CGE als bedoeld penvoerder heeft opgetreden.
Kas met Vergister. De plannen konden geen doorgang vinden omdat de afnemer vanwege financiële moeilijkheden het eigen aandeel in het project niet kon bekostigen.
Kas met Vergisteren
De Groene Tuinis het opgelopen verlies en doordien een negatief eigen vermogen, te verklaren. Daar waar genoemde projecten om de vermelde reden onvoldoende van de grond bleken te komen, zijn er voorzieningen getroffen en moesten er eenmalige lasten worden genomen en geboekt, getuige ook de jaarrekening van 2009. Genoemd zijn daarin onder andere een afwaardering van de vooruitbetaalde bedragen (d.i. voorschot op subsidies) groot circa € 386.000,--, een voorziening voor € 200.000 vanwege de onverwachte loonvordering van broer [D] en een voorziening voor dubieuze debiteuren nu de vordering op De Groene Tuin ineens oninbaar bleek. Het ging dus niet om het onverminderd (blijven) maken van hoge kosten terwijl omzet uitbleef.
7.De beoordeling
art. 2:10 BW (boekhoudplicht) en art. 2:394 BW (tijdige publicatie van jaarrekening) en daarmee – conform het (onweerlegbare) wettelijke vermoeden – zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld.
(vgl. HR 8 juni 2001,
NJ2001, 454).
kennelijkonbehoorlijk bestuur.
8.De beslissing
[B] , staande en gelegen aan de [adres 2] , [woonplaats 4] , het beslag op het voertuig van [B] met kenteken […] , de woning en omliggende gronden van [C] , staande en gelegen aan
[adres 1] te [woonplaats 3] en het voertuig van [C] met kenteken [.....] .