ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 december 2016
Publicatiedatum
29 december 2016
Zaaknummer
08/955001-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak naar aanleiding van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel

Op 29 december 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een tussenvonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op de N50 bij Kampen op 27 juni 2015. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend omdat zij zich onvoldoende voorgelicht achtte over de persoon van de verdachte. De officier van justitie, mr. J. Blanco, had eerder een vordering ingediend, maar de rechtbank vond het noodzakelijk om een reclasseringsrapport op te laten maken om meer inzicht te krijgen in de verdachte. De verdachte, een jonge vrouw zonder eerdere veroordelingen, had ervoor gekozen om zonder rechtsbijstand te verschijnen, maar bleek niet goed op de hoogte van de inhoud van het dossier en de mogelijke gevolgen van de strafzaak. De rechtbank heeft de zitting geschorst tot 13 april 2017, waarbij de verdachte werd aangespoord om na te denken over het inschakelen van een advocaat voor de volgende zitting. De rechtbank heeft de officier van justitie opdracht gegeven om de reclassering een rapport op te laten maken over de verdachte, en heeft de stukken in handen gesteld van de officier van justitie voor verdere behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/955001-16
Datum vonnis: 29 december 2016
Tussenvonnis op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 december 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Blanco en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 27 juni 2015 te Kampen in de gemeente Kampen, als
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig,
(personenauto, merk Mazda), gaande in de richting Zwolle, daarmee rijdende op
de uit twee rijbanen, -welke ter plaatse door twee doorgetrokken witte strepen
van elkaar gescheiden waren-, bestaande weg, de N50
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft
gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl het uitzicht voor haar, verdachte niet werd belemmerd en/of gehinderd
vanaf de door haar, verdachte bereden rijbaan van die weg (de N50) naar links
heeft gestuurd en/of naar links is gegaan en/of
in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 een/de doorgetrokken streep/strepen, die zich niet langs
de rand van de rijbaan-verharding bevond/en, heeft overschreden en/of zich met
voormeld motorrijtuig (personenauto) geheel of gedeeltelijk links van die
doorgetrokken streep/strepen, -welke streep/strepen op die weg (de N50)
was/waren aangebracht tussen de rijbanen, met verkeer in beide richtingen-,
heeft bevonden en/of
in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan haar, verdachtes
verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde
rijbaan van die weg (de N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is
gekomen met een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan
rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk
Opel),
waardoor dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk
Mazda) linksom is geroteerd, in een slip is geraakt en tegen de gezien, haar
verdachtes rijrichting, linker geleide/vangrail is gebotst, waarna dat
motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) nagenoeg dwars op de gezien, haar
verdachtes rijrichting, voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan tot
stilstand of nagenoeg tot stilstand is gekomen en/of
waardoor een over die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan
rijdend, haar, verdachte dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig
(personenauto, merk VW)is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met
dat door haar verdachte bestuurde stilstaande, althans nagenoeg stilstaande
motorrijtuig (personenauto, merk Mazda)
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander/en (genaamd [slachtoffer 1]
, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig
lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
zij op of omstreeks 27 juni 2015 te Kampen in de gemeente Kampen, als
bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, merk Mazda), gaande in de
richting Zwolle, daarmee heeft gereden op de uit twee rijbanen, -welke ter
plaatse door twee doorgetrokken witte strepen van elkaar gescheiden waren-,
bestaande weg, de N50 en
in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 een/de doorgetrokken streep/strepen, die zich niet langs
de rand van de rijbaan-verharding bevond/en, heeft overschreden en/of zich met
voormeld motorrijtuig (personenauto) geheel of gedeeltelijk links van die
doorgetrokken streep/strepen, -welke streep/strepen op die weg (de N50)
was/waren aangebracht tussen de rijbanen, met verkeer in beide richtingen-,
heeft bevonden en/of
in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan haar, verdachtes
verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
geheel of gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde
rijbaan van die weg (de N50) is gebotst tegen, in elk geval in aanrijding is
gekomen met een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan
rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk Opel),
waardoor dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk
Mazda) linksom is geroteerd, in een slip is geraakt en tegen de gezien, haar
verdachtes rijrichting, linker geleide/vangrail is gebotst, waarna dat
motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) nagenoeg dwars op de gezien, haar
verdachtes rijrichting, voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan tot
stilstand of nagenoeg tot stilstand is gekomen en/of
waardoor een over die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan
rijdend, haar, verdachte dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig
(personenauto, merk VW)is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met
dat door haar verdachte bestuurde stilstaande, althans nagenoeg stilstaande
motorrijtuig (personenauto, merk Mazda),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd.

3.Heropening onderzoek

Na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank tijdens de beraadslaging tot het oordeel gekomen dat zij zich onvoldoende voorgelicht acht over de persoon van verdachte. De rechtbank acht het noodzakelijk dat alsnog over haar wordt gerapporteerd en zal het openbaar ministerie opdracht geven om de reclassering een rapport op te laten maken om meer inzicht te krijgen in de persoon van verdachte.
De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting in verband hiermee heropenen en vervolgens schorsen tot de terechtzitting van 13 april 2017 te 13.00 uur.
Tevens hecht de rechtbank eraan het volgende op te merken. Verdachte is een jonge vrouw die niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Ter terechtzitting heeft verdachte desgevraagd verklaard dat zij er bewust voor heeft gekozen om zonder rechtsbijstand te verschijnen en zelf haar verdediging te voeren, aangezien “het allemaal wel duidelijk was”. Bij de bespreking van het dossier bleek echter dat verdachte met de inhoud van het dossier nagenoeg niet bekend was. Tevens bleek dat zij nauwelijks een idee had van de gang van zaken op een terechtzitting, van wat haar nu precies strafrechtelijk wordt verweten en evenmin tot welke consequenties deze strafzaak voor haar zou kunnen leiden. Pas toen de officier van justitie de eis had geformuleerd, te weten de oplegging van een onvoorwaardelijke werkstraf van 90 uur en de ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 6 maanden ter zake van overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, leek verdachte het gewicht van de zaak in te zien. Zonder te willen tornen aan het beginsel van de vrijheid van verdediging, het is en blijft immers de keus van verdachte, vraagt de rechtbank verdachte uitdrukkelijk om goed na te denken over de vraag of zij voor de nieuwe zitting zich wil laten bijstaan door een advocaat en, als dit het geval is, daarmee tijdig (!) contact op te nemen.

4.De beslissing

De rechtbank:
heropening onderzoek ter terechtzitting
- heropent het onderzoek ter terechtzitting in de strafzaak;
nader onderzoek
- geeft het openbaar ministerie opdracht de reclassering een rapport over de persoon van verdachte op te maken;
- stelt de stukken in handen van de officier van justitie;
schorsing onderzoek ter terechtzitting voor bepaalde tijd
- schorst het onderzoek tot
13 april 2017 te 13 uur;
- beveelt de oproeping van verdachte voor die zitting, met eventuele kennisgeving daarvan aan haar raadsman/vrouw.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. van der Maden, voorzitter, mr. C.H. Beuker en mr. W. Foppen, rechters, in tegenwoordigheid van W. van Goor, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 december 2016.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.