Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gemachtigde: mr. G. Verberne,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De feiten
- autosnelwegen: dienstbaarheidsfactor 2,5
- hoofd- en regionale wegen: dienstbaarheidsfactor 3,3
- lokale wegen en wegen binnen de bebouwde kom: dienstbaarheidsfactor 1,5
- overige verharde wegen: dienstbaarheidsfactor 1,0
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
Kamerstukken II 2005/06, 30 601, nr. 3, p. 26).
Kamerstukken II, 2006/07, 30 601, nr. 15). In de toelichting op dit amendement is gesteld dat vanuit de praktijk behoefte bestond de mogelijkheid tot tariefdifferentiatie enigszins te verruimen tot bergingsgebieden en verharde openbare wegen. Daarbij is overwogen dat bij wegen, net als bij glasopstanden, sprake is van verharde oppervlakten, die hogere piekafvoeren kunnen veroorzaken, waardoor een relatief grote capaciteit van het watersysteem wordt gevraagd. Voorts is in de toelichting gesteld dat wegen één van de belangrijkste diffuse verontreinigingsbronnen vormen en dat de bestrijding van diffuse bronnen en de aanpak van de verontreinigingen uit diffuse bronnen een belangrijke waterschapstaak vormen.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de twee uitspraken op bezwaar van 4 januari 2016 en de uitspraak op bezwaar van 4 maart 2016;
- draagt verweerder op om, met inachtneming van het bepaalde in deze uitspraak, opnieuw op de bezwaren van eiser te beslissen;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.488,-,