ECLI:NL:RBOVE:2016:5135
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.F. Bijloo
- A. Oosterveld
- S.H. Peper
- Rechtspraak.nl
Onterechte nihilstelling van WAO-uitkering en terugwerkende kracht bij herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan over de WAO-uitkering van eiser, die ten onrechte op nihil was gesteld. Eiser, die sinds 27 februari 2007 een WAO-uitkering ontving, had in verband met zijn inkomsten uit arbeid geen uitbetaling ontvangen. Na een herbeoordeling door verweerder, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, werd vastgesteld dat de uitkering van eiser opnieuw moest worden beoordeeld. Verweerder had in oktober 2015 besloten om de uitkering per 1 november 2015 op voorschotbasis te hervatten en een nabetaling van € 3.866,13 over de periode van 27 oktober 2014 tot en met 31 oktober 2015 toe te kennen.
Eiser was het niet eens met de beslissing van verweerder en heeft beroep ingesteld. Hij voerde aan dat er geen duidelijk antwoord was gegeven op zijn vragen over de grondslag van het besluit en dat de terugwerkende kracht afhankelijk was van zijn achternaam of geboortedatum. De rechtbank oordeelde dat de uitkering ten onrechte op nihil was gesteld en dat de herbeoordeling van de uitkering correct was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat verweerder zijn beleid consistent had toegepast en dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het doorgeven van wijzigingen in zijn inkomsten.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.