ECLI:NL:RBOVE:2016:493
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van invoer van verboden groeihormonen uit China
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 februari 2016 uitspraak gedaan in de zaak tegen een vrouw die werd verdacht van het invoeren van verboden groeihormonen voor dieren, specifiek 17 beta-oestradiol, uit China. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte weliswaar handelingen heeft verricht die verband houden met de invoer van deze stof, maar dat er onvoldoende bewijs is om haar betrokkenheid bij het strafbare feit vast te stellen. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, een geldboete van € 14.500 en een taakstraf van 180 uren. De verdediging heeft echter betoogd dat er geen sprake was van een gezamenlijk plan en dat de handelingen van de verdachte niet voldoende waren om te spreken van medeplegen.
De rechtbank heeft de bewijsoverwegingen uitvoerig besproken en geconcludeerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte opzet had op het plegen van het tenlastegelegde feit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een ondersteunende rol heeft gespeeld, maar dat er geen bewijs is dat zij op de hoogte was van de inhoud van het pakket dat werd afgehaald. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten en gelast de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van € 14.500 aan de verdachte.