ECLI:NL:RBOVE:2016:4886
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van bedreiging en geweld bij incasso van een schuld van 40.000 euro
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 december 2016 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het plegen van geweld en bedreiging met geweld in het kader van een incasso van een schuld van 40.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte wist of bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de incasso gepaard zou gaan met geweld of bedreiging. De officier van justitie had de veroordeling van de verdachte gevorderd, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft de aangifte van het slachtoffer en verklaringen van getuigen in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de betrokkenheid van de verdachte bij de incasso niet voldoende kon worden aangetoond. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk heeft deelgenomen aan het voorgenomen misdrijf. De omstandigheid dat de medeverdachte de incasso uitvoerde in naam van een inofficieel incassobureau, dat gelinkt kan worden aan een motorclub, was niet voldoende om de verdachte te veroordelen. Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten.