11.De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het subsidiair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
- wijst de vordering van de benadeelde partij toe;
- veroordeelt de benadeelde partij tot betaling van de kosten die de verdachte heeft gemaakt voor rechtsbijstand met betrekking tot deze vordering. De rechtbank begroot die kosten op nihil;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. Beuker, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. S. Taalman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van den Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 1 december 2016.
Mr. S. Taalman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2016079307. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Proces-verbaal van aangifte d.d. 29 februari 2016 onder nummer [nummer 1] , inclusief fotobijlagen, pagina’s 31 tot en met 37, inhoudende:
- op zondag 7 februari 2016 was ik met 2 vriendinnen in het [café 1] in Deventer
- ik zag 3 vrouwen, dit waren zigeunertypes, 2 jonge vrouwen en een oudere vrouw, zij vielen op door hun kleding
- ik zag dat de oudere vrouw met haar handen in de broekzakken van bezoekers zat
- de oudere vrouw was 50+ jaar en ongeveer 1,65 mtr, NN2 was 20+, ongeveer 1,70 mtr en had donker haar, NN3 was eveneens 20+, 1,70 mtr en had donker haar
- ik was een beetje dronken. Ik heb volgens mij tegen een van mijn vriendinnen gezegd dat de oudere vrouw aan het zakkenrollen was. Ik ben vervolgens naar buiten gegaan naar de beveiliging om te zeggen wat ik had gezien
- ik heb buiten de beveiliger verteld wat ik had gezien. Voor mij was het toen klaar. Ik zag dat de 2 jonge zigeunervrouwen NN2 en NN3 naar buiten kwamen lopen. Ik voelde dat een van de vrouwen mij bij mijn neus pakte. Dit werd hard gedaan. Ik voelde dat de nagels in mijn neus prikten
- ik zag NN2 en NN3 naar de politie lopen. Ik ben weer naar binnen gegaan. Ik zag de oudere vrouw NN1 naar buiten lopen. Ik hoorde dat zij iets tegen mij zei, maar ik weer niet wat
- omstreeks 4:00 uur ben ik samen met mijn vriendinnen vanaf [café 1] lopend naar huis gegaan
- op een gegeven moment liep één vriendin een andere kant uit, ik liep van de andere vriendin verder
- op de Diepenveenseweg kwam ik een vriend tegen. Daar hebben we even mee gepraat
- nadat hij was weggereden, liepen wij een paar passen verder en stopte er een auto schuin voor mij
- ik zag dat het een donderblauwe auto was, voor 99% ben ik zeker dat het een VW was
- de chauffeur was een man. Ik zag dat 2 vrouwen uitstapten, ik herkende deze als de 2 jongere vrouwen die in [café 1] waren geweest
- ik kan mij niet herinneren wat ze precies zeiden, het was iets van: “voor mijn moeder”. Ineens lag ik op de straat. Ik voelde dat ik geschopt werd. Ik heb mijzelf klein gemaakt, met mijn armen voor mijn gezicht en mijn handen boven mijn hoofd. Ik voelde dat ik meerdere keren geschopt werd. Ik voelde harde trappen op mijn rug, billen en gezicht. Dit werd met kracht gedaan en deed veel pijn. Volgens mij ben ik door beide vrouwen geschopt. Volgens mij droegen de vrouwen iets van laarzen
- terwijl ik op de grond lag zag ik de vrouwen in de auto stappen, de eerste letters van het kenteken waren “XD”
- ik heb over de mishandeling gesproken met een kennis. Deze kennis had de 3 vrouwen de volgende dag in de stad gezien. Van mijn kennis hoorde ik dat de vrouwen vermoedelijk [medeverdachte] en [verdachte] heten en misschien wonen aan de [woonplaats 2] .
Letselrapportage van GGD IJsselland d.d. 29 februari 2016, inclusief fotobijlagen, pagina’s 39 tot en met 42, inhoudende:
foto 1 en 2
1) binnenzijde van het onderooglid is roodheid zichtbaar die wellicht zou kunnen passen bij een rode onderhuidse bloeduitstorting; gezien de kleur zou dit dat geen verse bloeduitstorting zijn
2) huid onder het onderooglid is een wigvormige scherpe roodheid zichtbaar; zou kunnen passen bij een onderhuidse bloeduitstorting, gezien de kleur zou dit geen verse bloeduitstorting zijn
3) rechter ooglid, roodheid en enige zwelling zichtbaar, zou kunnen passen bij een rode onderhuidse bloeduitstorting, gezien de kleur is het geen verse bloeduitstorting
4) rechter neusvleugel een puntvormige roodheid zichtbaar, zou kunnen passen bij een rode genezende neuswond
5) bloeduitstorting in het bindvlies van het oog
foto 3
6) linker ooglid, iets bruin verkleurd en is aan de gehele ooglid rand fors rood gekleurd, wellicht ook enige zwelling
foto 4
onscherp begrensde ovale paars-blauwe verkleuring zichtbaar met daarin 4 feller gekleurde blauwe streepvormige verdichtingen; rondom is een veel groter ook vaag begrensd gebied van geelheid te zien. Totale beeld zou kunnen passen bij een diepe onderhuidse bloeduitstorting, gezien de kleur zou dit zeker geen verse bloeduitstorting zijn
ogen -> letsel wordt vaak veroorzaakt door direct of indirect inwerkend stomp botsend geweld
foto 4 -> letsel wordt vaak veroorzaakt door direct of indirect inwerkend stomp botsend geweld, gezien het patroon met blauwe strepen zou dit met een voorwerp met bijvoorbeeld harde hoeken randen of vergelijkbare uitsteeksels veroorzaakt kunnen worden
Proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 4 maart 2016 onder nummer 1081174, pagina’s 43 tot en met 47, inhoudende:
- in de nacht van 6 op 7 februari 2016 ben ik met een vriendin en [nummer 1] in [café 1] aan de Brink in Deventer geweest. We hebben daar gedanst. Er waren ook drie dames. De moederfiguur was aan het dansen
- ik zag [nummer 1] naar ons toe lopen. Ik hoorde dat de ze zei dat de moederfiguur van het groepje van 3 dames met haar wilde dansen. [nummer 1] wilde dit niet. Ik zag haar naar buiten lopen
- later hoorde ik dat zij melding had gemaakt bij de beveiliger dat zij dacht dat de moederfiguur van het groepje van 3 dames aan het zakkenrollen was. Ik heb dat niet gemerkt of gezien, maar ik hoorde het van [nummer 1]
- er kwam een jongen naar mij toe en die zei: “het zou beter zijn als [nummer 1] er niet zo’n probleem van zou maken”. Hij zei dat ze beter geen problemen met die dames moest zoeken
- rond 4:00 uur zijn we naar huis gegaan
- het groepje van 3 dames bestond uit de moederfiguur: 50-60 jaar oud, rond de 1,60 mtr en een beetje getint, NN2 van 20-30 jaar, ongeveer 1,75 mtr, donker stijl halflang haar en NN3 20-30 jaar, ongeveer 1,75 mtr en donker halflang stijl haar: ik vond NN2 en NN3 een beetje op elkaar lijken
- op de Diepenveenseweg kwam [nummer 1] een bekende tegen. Nadat hij wegreed, toen wij net weg fietsten, zag ik ineens een auto schuin voor ons stoppen. Ik zag dat dezelfde dames, die ik als NN2 en NN3 heb omschreven, uit de auto stapten. De auto was een donkerblauwe VW Polo of Golf
- ik hoorde NN2 en NN3 iets roepen tegen [nummer 1] . Ik hoorde dat ze haar uitmaakten voor “hoer”. Ik zag dat een of de beide vrouwen haar sloegen met een open hand en met kracht in het gezicht. Op dat moment stond ik op minder dan ongeveer 3 mtr van [nummer 1] af. De straat was goed verlicht, dus ik heb het goed kunnen zien
- ik weet niet precies hoe ze op de grond terecht is gekomen, maar ik zag daarna [nummer 1] op de grond liggen. Ik zag dat zij haar hoofd bedekte met haar armen, omdat de beide dames, NN2 en NN3, haar meerdere keren schopten op haar lichaam. Ik zag dat NN2 en NN3 allebei met kracht schopten in de rugstreek en borstregio van [nummer 1]
- het zicht op het voorval werd mij niet belemmerd. Ik zei toen: “laat haar met rust”
- ik zag dat de man uitstapte en gebaarde dat het genoeg was. NN2 en NN3 stapten met hem in de auto
- ik zag dat de onderlip van [nummer 1] bloedde, dat ze bloed bij haar neus had en dat ze rood doorlopen ogen had toen ze opstond
- ik was niet dronken, maar een beetje aangeschoten. Ik had het idee dat [nummer 1] iets meer aangeschoten was
Proces-verbaal van bevindingen van de politie d.d. 29 maart 2016 inhoudende de weergave van het tapgesprek, pagina’s 66 tot en met 68, inhoudende:
Het betreft een uitwering van een gesprek van het telefoonnummer 0570594787, welke nummer op naam staat van [medeverdachte] . Het gesprek heeft op maandag 8 februari 2016 omstreeks 19:46 uur plaatsgevonden.
[medeverdachte] : Oh, we hebben geknokt zaterdag
[medeverdachte] : Ja, met niemand smoezen hoor. Ik hoop niet dat ze m’n kenteken hebben. Dat wijf jonge hebt een gebroken kaak, alles
[medeverdachte] : Achter het station. Ik heb zo een mokkel achtervolgd
[medeverdachte] : Ze had mijn moeder uitgescholden voor vieze zigeunerin, jij loopt te scoopen had ze gezegd tegen mijn moeder. Ik heb mijn moeder naar huis gebracht en ik en [verdachte] op zoek en we vonden haar ook nog ook, achter het station. Hed ze veel te veel gehad
[medeverdachte] : En klapt van die fiets af zij, ha, ik reed haar klem
[medeverdachte] : Dat ging goed hard
[medeverdachte] : Daar was zij niet op voorbedacht. Wat een praatjes jonge daar. Maar ik kon niet veel doen, want die wouten stonden erbij. Dus ik denk ik skaak jou, wacht jij maar
[medeverdachte] : En toen zag ze ons. Ze trok een paar oren toe ik haar klem reed. Had zij niet verwacht dak haar zou vinden toch weer
[medeverdachte] : Hehehe, ja zei ik ook al tegen [verdachte] . Ik zeg we hebben anderhalf uur gezocht. En dan stond, ze fietst ze zo ineen keer in de straat achter het station
[medeverdachte] : We deden het om beurten hè. Eerst ik, dan [verdachte] , dan ik, dan [verdachte] , haha
[medeverdachte] : Die ziet er uit joh, die had de hele bek los. Een hele snee in haar wang. We hebben in het gezicht geschopt, alles man. Kaak heeft ze gebroken hoorde ik.
Proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte] d.d. 30 maart 2016, pagina’s 88 tot en met 90, inhoudende:
- ik heb zojuist het tapgesprek gehoord en ik herken mijzelf in dit gesprek. Het klopt dat ik in dit gesprek heb gesproken over een vechtpartij met een Poolse vrouw. Deze vrouw heb ik eerder op de avond gesproken in een ruzie. Dit was in een café op de Brink in Deventer. Zij beledigde mijn moeder en discrimineerde mijn moeder met: “vieze zigeuner, jij steelt geld van mensen uit de zakken”
- met die Poolse vrouw kon je geen normaal gesprek voeren. Dat wijf spoorde niet. Ze stuurde een kerel op mij af, die trok zijn portemonnee en liet mij geld zien. Ik hoorde dat hij zei: “seks, seks, seks”
- ik ben daarna naar buiten gegaan
- ik heb die vrouw mishandeld
- ik reed achter het station, de Diepenveenseweg te Deventer. Ik kwam aanrijden en per toeval zag ik haar. Zij stond te praten met een man. Die man reed weg. Ik ben naast haar gestopt,
- ik heb haar geslagen, Ik weet niet of ik haar geschopt heb, maar het kan.
- ik was er bij betrokken.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 29 maart 2016, pagina’s 91 tot en met 97, inhoudende:
- in de nacht van 6 op 7 februari 2016 ben ik in [café 2] geweest
- mijn moeder en [medeverdachte] hadden hetzelfde jurkje aan als ikzelf.
- ik ben op de Brink geweest.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 1 maart 2016, pagina 48, inhoudende:
-op 7 februari 2016 zag ik bij [café 1] een conflict ontstaan. Ik zag dat de mij ambtshalve bekende [medeverdachte] samen met haar moeder en een voor mij onbekende vrouw een conflict hadden met een andere dame
- de vrouw waar zij het conflict mee hadden sprak zeer slecht Nederlands en kwam gezien haar accent uit Oost-Europa
- ik, verbalisant [verbalisant] , hoorde [medeverdachte] schreeuwen: “die Poolse hoer probeerde geld te jatten, vieze stink snol”
- we hebben de partijen gescheiden en het verhaal van de horecaportier aangehoord. Deze verklaarde dat hij door het drank gebruik niet duidelijk kon krijgen wat er aan de hand was
- de vrouw die vermoedelijk uit Oost-Europa afkomstig was.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 16 maart 2016, inzake de herkenning van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] , pagina 62.
(..)
Ik, verbalisant [verbalisant] herken de rechterdame op print 3a als de mij ambtshalve bekende [medeverdachte] . Ook de rechterdame op 4a herken ik als de reeds genoemde persoon.
(..)