In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 februari 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die een bestuurlijke boete van € 26.100,- had ontvangen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wegens overtredingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit. De boete was opgelegd na een inspectie door de Inspectie SZW op 24 juli 2015, waarbij verschillende overtredingen werden geconstateerd, waaronder het niet nemen van maatregelen om asbestvervuiling te voorkomen en het ontbreken van een geldig certificaat voor asbestverwijdering. Verzoekster maakte bezwaar tegen de boete en de openbaarmaking van inspectiegegevens op de website van de Inspectie SZW, die volgens haar zou leiden tot reputatieschade en financiële gevolgen. De voorzieningenrechter oordeelde dat het belang van verzoekster bij het voorkomen van reputatieschade op dat moment zwaarder woog dan het belang van verweerder bij de openbaarmaking. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat de openbaarmaking van de inspectiegegevens tot zes weken na het besluit op bezwaar achterwege dient te blijven. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 992,-.