In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel op 24 november 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting. De verdachte had een zware jerrycan met thinner leeg laten stromen op een vuur in een tuinkachel, wat leidde tot een ongecontroleerde brand. Een vriend van de verdachte liep hierbij ernstige brandwonden op. De rechtbank oordeelde dat het gedrag van de verdachte, hoewel te verklaren als jeugdige overmoed, niet zonder risico's was en dat hij had moeten inzien welke gevaren hij met zijn handelen veroorzaakte. De verdachte had alcohol genuttigd, wat zijn inschatting van de situatie beïnvloedde, maar dit werd niet als verontschuldiging geaccepteerd. De rechtbank legde een werkstraf van 80 uren op, subsidiair 40 dagen hechtenis, en oordeelde dat de verdachte een aanmerkelijk verwijt kon worden gemaakt voor het ontstaan van de brand. De rechtbank hield rekening met de ernst van de verwondingen van het slachtoffer en de impact daarvan, zowel fysiek als psychisch. De uitspraak benadrukte de noodzaak van verantwoordelijk gedrag bij het omgaan met brandbare stoffen en open vuur.