ECLI:NL:RBOVE:2016:4585

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 november 2016
Publicatiedatum
18 november 2016
Zaaknummer
C/08/192300 / KG ZA 16-327
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot verkoop van woning na ontbinding geregistreerd partnerschap

In deze zaak heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, met het verzoek om machtiging tot verkoop van de gezamenlijke woning. De partijen zijn in 2014 een geregistreerd partnerschap aangegaan, dat later is ontbonden. De vrouw heeft de man verzocht om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning, maar de man is niet verschenen en heeft geen medewerking verleend. De vrouw heeft een spoedeisend belang bij de verkoop van de woning, omdat er een hypotheeklasten zijn en de man de woning verwaarloost. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij recht heeft op de gevorderde machtiging. De vordering om de woning te gelde te maken is toegewezen, evenals de vordering om de man te veroordelen de woning te verlaten binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. De overige vorderingen zijn afgewezen. De man is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 624,26.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/192300 / KG ZA 16-327
Vonnis in kort geding van 4 november 2016
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres,
verder te noemen: de vrouw,
advocaat mr. M. ter Brake te [plaats] ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 1] ,
gedaagde,
verder te noemen: de man,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • het tegen de man verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] te [plaats] met elkaar een geregistreerd partnerschap aangegaan.
2.2.
Bij beschikking van deze rechtbank van 24 november 2014 is het geregistreerd partnerschap ontbonden. Op 16 december 2014 is deze beschikking ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .
2.3.
Partijen zijn beide voor de onverdeelde helft eigenaar van de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] (verder te noemen: de woning). Op de woning rust een hypotheek bij de ING Bank van € 166.770,00.
2.4.
Vanaf het feitelijk uiteengaan van partijen verblijft de man alleen in de woning.
2.5.
Bij brieven van 19 oktober 2015 en 29 januari 2016 heeft de vrouw aan de man onder meer verzocht medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning.
2.6.
Op 1 augustus 2016 is op de hypotheek bij de ING Bank een betalingsachterstand ontstaan.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
I. haar te machtigen om na betekening van dit vonnis de woning voor een door Extra Makelaars dan wel door een andere door de vrouw voor rekening van beide partijen in te schakelen makelaar te adviseren prijs te gelde te maken, derhalve te verkopen en te leveren zonder medewerking van de man en te bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in de wet opgemaakte akte van degene die tot rechtshandelingen gehouden is, dan wel dat de uitspraak in plaats van de akte of een deel daarvan zal treden, zodat Extra Makelaars dan wel een andere door de vrouw voor rekening van beide partijen in te schakelen makelaar tot verkoop van de woning aan een derde kan overgaan en de door de vrouw aan te wijzen notaris, zonder toestemming van de man, tot levering van de woning aan een derde kan overgaan nu dit vonnis in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring van de man;
II. voor zover nodig een vertegenwoordiger aan te wijzen die de handelingen namens de man zal verrichten;
III. de man te gebieden de woning binnen 48 uur na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen, alsmede verlaten en ontruimd te houden, onder afgifte van alle sleutels aan de vrouw, met machtiging van de vrouw om deze ontruiming zonodig zelf te doen bewerkstelligen, bij nalatigheid of weigerachtigheid van de man, met behulp van de deurwaarder en de sterke arm van politie en justitie;
IV. de man te veroordelen in de proceskosten, daaronder begrepen het salaris van de advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
De vrouw stelt daartoe -kort gezegd- dat zij ingevolge artikel 3:178 BW verdeling van de gemeenschap kan vorderen. Daarnaast heeft de vrouw een groot belang om de woning op korte termijn te gelde te maken en de hypotheek af te lossen aangezien de man de woning volledig lijkt te verwaarlozen. Ook is de vrouw ervan overtuigd dat de man niet zomaar uit de woning zal vertrekken, nu hij aan niets zijn medewerking verleent. Hij zal de woning ook niet gaan opknappen nu hij al te kennen heeft gegeven dat hij geen geld heeft. Bovendien heeft de vrouw vernomen dat de man bijna niet meer in de woning aanwezig is, omdat hij vaak bij zijn nieuwe partner is.
3.3.
De man is niet ter zitting verschenen.

4.De beoordeling

4.1.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de vrouw voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde.
4.2.
De onder I. gevorderde machtiging om de woning te gelde te maken, komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen.
De overige onder I. en de onder II. vermelde vorderingen zullen worden afgewezen. De te verlenen machtiging geeft de vrouw immers de bevoegdheid de woning te verkopen en te leveren zonder medewerking van de man. Een vonnis ter vervanging van de toestemming van de man is, evenals het aanwijzen van een andere vertegenwoordiger, dan ook niet nodig.
4.3.
De vordering zoals vermeld onder III. zal worden toegewezen, met dien verstande dat de voorzieningenrechter de ontruimingstermijn op 14 dagen na betekening van dit vonnis zal bepalen. De gevorderde machtiging om de ontruiming zonodig zelf uit te voeren met behulp van de deurwaarder en de sterke arm zal worden afgewezen, nu deze niet op de wet berust. Artikel 556 lid 1 Rv schrijft voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. Onverenigbaar met die regel is dat de voorzieningenrechter niettemin de vrouw zou machtigen om zelf de ontruiming te bewerkstelligen. De deurwaarder zelf behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm in te roepen. Die bevoegdheid ontleent hij immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.
4.4.
De man zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Aangezien aan de vrouw een toevoeging is verleend, zijn de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding (exclusief verschotten zoals informatiekosten) in debet gesteld. Deze kosten komen daarom niet voor vergoeding aan de vrouw in aanmerking. De kosten aan de zijde van de vrouw worden begroot op:
- dagvaarding € 0,00
- informatiekosten 18,26
- griffierecht 79,00
- salaris advocaat
527,00
Totaal € 624,26
4.5.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
machtigt de vrouw tot het te gelde maken van de woning aan de [adres] te [woonplaats 2] voor een door Extra Makelaars, dan wel door een andere door de vrouw voor rekening van beide partijen in te schakelen makelaar, te adviseren prijs,
5.2.
veroordeelt de man om de woning uiterlijk 14 dagen na betekening van dit vonnis te verlaten en te ontruimen, alsmede verlaten en ontruimd te houden, onder afgifte van alle sleutels aan de vrouw,
5.3.
veroordeelt de man in de proceskosten, aan de zijde van de vrouw tot op heden begroot op € 624,26, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt de man in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat de vrouw niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2016. [1]

Voetnoten

1.type: