Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. R.A. Kaarls, advocaat te ‘s-Gravenhage, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
26 juni 2015 in de gemeente [adres] en/of in de gemeente Almelo, althans in Nederland, (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander (telkens) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte
22 mei 2015 in de gemeente Almelo en/of in de gemeente Zutphen en/of in de gemeente Deventer, althans in Nederland, (telkens) wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 2] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 2] , in elk geval die ander (telkens) te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
[getuige] en de verklaring van verdachte zelf.
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
- een Pro Justitia rapportage van 6 november 2015, opgemaakt door D. Breuker, forensisch psycholoog;
- een reclasseringsrapport van het Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering d.d.
- een (aanvullend) reclasseringsrapport van het Leger des Heils, Jeugdbescherming en Reclassering d.d. 23 december 2015, opgemaakt door P.H.M. Wijk, reclasseringswerker;
- een uittreksel justitiële documentatie d.d. 28 december 2015 op naam van verdachte.
9.De schade van benadeelden
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 3 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 3 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte daarnaast tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- van de werkstraf zal een gedeelte van
- aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt; of
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden; of
- geen medewerking heeft verleend aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen; of
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de
- de veroordeelde zich op uitnodiging van de reclassering aldaar moet
- de veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder
- de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van alcohol en/of drugs, zolang de reclassering dat nodig acht. De controle op de naleving van deze bijzondere voorwaarde zal ondersteund worden door middel van middelencontrole;
- geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.R.J. Aink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2016.