Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
4 oktober 2016 een openbare terechtzitting plaatsgevonden. Mr. C.C.S. Koppes was de voorzitter van de meervoudige kamer die de zaak behandelde.
6 oktober 2016, een e-mailbericht van 7 oktober 2016 en een e-mailbericht van
2 november 2016, heeft verzoeker een verzoek tot wraking van mr. Koppes gedaan.
2.Het wrakingsverzoek
4.Het standpunt van mr. Koppes
3.De beoordeling
4 oktober 2016 ingediend. Naar het oordeel van de wrakingskamer is deze door verzoeker genomen termijn in dit geval nog voldoende om hem ontvankelijk te achten in zijn verzoek, mede gelet op de omstandigheid dat verzoeker ook enige bedenktijd mag worden gegund.
4 oktober 2016, heeft verzocht om de film te tonen en dat hij zich heeft verzet tegen het vertonen van de film in beslotenheid. Voorts is de wrakingskamer van oordeel dat het, mede gelet op de grote impact die de beelden voor verzoeker zouden kunnen hebben, begrijpelijk is dat mr. Koppes zich ervan heeft vergewist dat het daadwerkelijk de wens van verzoeker was om deze beelden te zien en dat zij hem erop heeft gewezen dat hij zich niet verplicht diende te voelen om het beeldmateriaal te bekijken. Niet aannemelijk is dat mr. Koppes heeft gepoogd verzoeker af te houden van het zien van de beelden. Dat het beeldmateriaal niet onbeperkt is herhaald, leidt niet tot de conclusie dat mr. Koppes vooringenomen of partijdig is. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het beeldmateriaal meerdere keren is getoond.
4.De beslissing
9 november 2016.