ECLI:NL:RBOVE:2016:4309

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 oktober 2016
Publicatiedatum
8 november 2016
Zaaknummer
5452457 \ CV EXPL 16-5137
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G. van Eerden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over woningontruiming en huurachterstanden met betrekking tot Woningstichting Hellendoorn

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] een vordering ingesteld tegen Woningstichting Hellendoorn. De eisers huurden een woning en een garagebox van de gedaagde partij, maar hadden in het verleden problemen met huurbetalingen, wat leidde tot meerdere vonnissen. Het laatste vonnis, een verstekvonnis van 10 mei 2016, leidde tot de ontbinding van de huurovereenkomst en een bevel tot ontruiming. Op 12 oktober 2016 heeft de deurwaarder de sloten van de woning vervangen, maar er heeft geen feitelijke ontruiming plaatsgevonden.

Eisers hebben in dit kort geding gevorderd dat Woningstichting Hellendoorn wordt verboden om de woning feitelijk te ontruimen, omdat zij van mening zijn dat de huurachterstand inmiddels is voldaan en dat er een betalingsregeling is getroffen. Woningstichting Hellendoorn heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de ontruiming al had plaatsgevonden en dat er geen vertrouwen meer is in de eisers vanwege hun betalingsgeschiedenis.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de ontruiming onrechtmatig zou zijn, omdat gesteld noch gebleken is dat Woningstichting Hellendoorn een voorbehoud heeft gemaakt voor nieuwe huurachterstanden na juni 2016. De vordering van eisers is toegewezen, en Woningstichting Hellendoorn is verboden om de woning te ontruimen. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de kantonrechter heeft de uitvoerbaarheid van het vonnis bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer : 5452457 \ CV EXPL 16-5137
Vonnis in kort geding van 21 oktober 2016
in de zaak van

1.[eiser 1] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij, hierna te noemen [eiser 1] en [eiser 2] ,
advocaat: mr. G.J. Hollema te Almelo,
tegen
de stichting
WONINGSTICHTING "HELLENDOORN",
gevestigd en kantoorhoudende te Nijverdal, gem. Hellendoorn,
gedaagde partij, hierna te noemen Woningstichting Hellendoorn,
zelfstandig procederende, bijgestaan door M.W.E. Steggink, werkzaam bij Wigger Van het Laar gerechtsdeurwaarders te Almelo,

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1.1.
de namens [eiser 1] en [eiser 2] betekende dagvaarding van 20 oktober 2016, waarbij [eiser 1] en [eiser 2] een vordering hebben ingesteld tot het treffen van een voorlopige voorziening en Woningstichting Hellendoorn hebben opgeroepen ter zitting in kort geding te verschijnen.
1.2.
[eiser 1] en [eiser 2] hebben ter voorbereiding van de mondelinge behandeling nog producties in het geding gebracht.
1.3.
De vordering is behandeld ter zitting van vanmorgen te 10.30 uur.
[eiser 1] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Hollema
Namens Woningstichting Hellendoorn is verschenen de heer [A] , bijgestaan door haar gemachtigde mevrouw M.W.E. Steggink.
1.4.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht.
1.5.
Het vonnis is bepaald op heden te 14.00 uur.

2.De feiten en het geschil

2.1.
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist en op grond van de inhoud van overgelegde bescheiden, voor zover niet bestreden, staat het volgende tussen partijen vast:
- [eiser 1] en [eiser 2] huren dan wel huurden van Woningstichting Hellendoorn de woning aan de [adres 1] te [plaats] , tegen een huurprijs van € 608,80 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen. Tevens huren dan wel huurden zij van Woningstichting Hellendoorn een garagebox aan de [adres 2] te [plaats] .
- In het verleden hebben zich problemen voorgedaan met de huurbetalingen. Er zijn diverse vonnissen gewezen waarna [eiser 1] en [eiser 2] telkens op het laatste moment de huurachterstand betaalden om ontruiming van de woning te voorkomen. Laatstelijk is bij verstekvonnis van 10 mei 2016 (verzonden 17 mei 2016) de huurovereenkomst ontbonden en zijn [eiser 1] en [eiser 2] veroordeeld het gehuurde te ontruimen en om de huurachterstand van € 2408,50, berekend tot en met mei 2016, te voldoen.
- Bij exploot van 28 september 2016 is (hernieuwd) bevel gedaan om de woning te ontruimen en om de huurachterstand tot 1 november 2016 ad € 2606,68 te voldoen en daarbij is aangezegd dat de ontruiming plaats zal vinden op woensdag 12 oktober 2016 vanaf 9.30 uur.
Het exploot vermeldt onder meer:
dat de ontruiming is aangezegd tegen 8 juni 2016; dat er destijds overleg is geweest
en dat er een betalingsregeling is getroffen;
dat gerequireerden op 24 juni 2016 de volledige huurachterstand en alle bijkomende
kosten hebben voldaan tot en met mei 2016 om de ontruiming te voorkomen;
vervolgens is vanaf juli 2016 de huur onbetaald gebleven;
dat vervolgens direct de volgende maanden de huur onbetaald is gebleven;
momenteel staan de maanden juli, augustus en september 2016 open;
- Op 12 oktober 2016 heeft de deurwaarder ter plaatse de sleutels van de woning laten vervangen. De woning stond vol met inboedel; een feitelijke ontruiming heeft niet plaatsgevonden.
- Op 19 oktober 2016 heeft [eiser 1] de volgende “ontvangst- en akkoord”verklaring ondertekend, met dien verstande dat werd geprotesteerd tegen de termijn:
Verklaart hierbij de sleutel van Woningstichting Hellendoorn in ontvangst te hebben
genomen van bovengenoemd perceel.
Ondergetekende krijgt de gelegenheid tot maandag 24 oktober 2016 alsnog zelfde
woning leeg te halen. Ook dient de autobox gelegen aan de [adres 2]
leeggehaald te worden.
De sleutel van de [adres 1] en de sleutels van de autobox aan de [adres 2]
dienen uiterlijk maandag 24 oktober 2016, 15.00 uur weer afgegeven te worden op
kantoor van Wigger Van het Laar Gerechtsdeurwaarders.
Bij gebreke van tijdige inlevering geeft ondergetekende toestemming om de woning
en de autobox te betreden en te voorzien van andere sloten. Ondergetekende
verklaart afstand te doen van de dan nog aanwezige zaken en gaat ermee akkoord
dat deze ter stort worden aangeboden.
Handtekening,
Aldus getekend te Almelo, d.d. 19 oktober 2016
2.2.
[eiser 1] en [eiser 2] hebben in dit kort geding gevorderd Woningstichting Hellendoorn op straffe van verbeurte van een dwangsom te verbieden om op basis van het vonnis van 17 mei 2016 over te gaan tot (feitelijke) ontruiming a.s. maandag. Zij hebben hiertoe het volgende aangevoerd, kort samengevat. Er zijn in het verleden problemen geweest met de huurbetalingen maar nu is er een oplossing. [eiser 1] is d.d. 12 oktober 2016 in staat van faillissement verklaard en [eiser 2] zal waarschijnlijk volgen. Aannemelijk is dat [eiser 1] en [eiser 2] uiteindelijk in de WSNP zullen komen, waardoor de huurbetalingen vanaf nu zullen worden betaald door de curator dan wel een nog te benoemen bewindvoerder. Gelet op het inkomen zullen de schulden, waaronder de thans bestaande huurschuld, binnen 2,5 a 3 jaren kunnen worden afgelost. De tenuitvoerlegging van het vonnis dient te worden verboden “omdat er sprake is van een noodtoestand dan wel andere feiten of omstandigheden op grond waardoor de executant in redelijkheid geen gebruik mag maken van zijn recht tot executie van het vonnis”. De achterstallige en toekomstige huur kan betaald worden zoals hiervoor vermeld. Bovendien hebben [eiser 1] en [eiser 2] op 24 juni 2016 de volledige huurachterstand en alle bijkomende kosten betaald, waardoor zij er van uit mochten gaan dat de Woningstichting Hellendoorn niet meer tot ontruiming zou overgaan op basis van het vonnis van 17 mei 2016. De woning is nog niet feitelijk ontruimd en [eiser 1] en [eiser 2] hebben thans de sleutels van de woning.
2.3.
Woningstichting Hellendoorn heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Zij heeft het volgende aangevoerd, kort samengevat. [eiser 1] en [eiser 2] hebben een geschiedenis als het gaat om huurbetalingen. Er zijn diverse vonnissen gewezen en iedere keer werd er pas onder druk van ontruimingen betaald. Woningstichting Hellendoorn is het vertrouwen in [eiser 1] en [eiser 2] inmiddels kwijt. De woning is bovendien al ontruimd, op 12 oktober jl. Woningstichting Hellendoorn heeft [eiser 1] en [eiser 2] daarna alleen nog in de gelegenheid gesteld de woning zelf leeg te halen, tot a.s. maandag 15.00 uur. Woningstichting Hellendoorn is niet bereid [eiser 1] en [eiser 2] weer als huurders te accepteren. Op dit moment is er een huurachterstand van vier maanden.

3.De beoordeling

3.1.
Het geschil van partijen is een executiegeschil. Sedert 1 januari 2002 bestaat de mogelijkheid dat de kantonrechter in zaken als bedoeld in artikel 93 Rv (aardzaken) een voorlopige voorziening treft. Blijkens de slotzin van artikel 254 lid 4 Rv is op de kantonrechter van toepassing hetgeen omtrent de voorzieningenrechter is bepaald en dit impliceert dat de kantonrechter ook een voorziening kan treffen als bedoeld in artikel 438 lid 2 Rv.
3.2.
Woningstichting Hellendoorn heeft onder meer gesteld dat de vordering moet worden afgewezen omdat de ontruiming al heeft plaatsgevonden. Vast staat dat de deurwaarder op 12 oktober 2016 ter plaatse is geweest en dat daarbij sloten zijn vervangen, maar een feitelijke ontruiming als bedoeld in art. 556 Rv. heeft niet plaatsgevonden. Alle inboedel van [eiser 1] en [eiser 2] bevindt zich thans nog in de woning. De executie/ontruiming is derhalve niet voltooid.
3.3.
[eiser 1] en [eiser 2] hebben onder meer gesteld dat zij de volledige huurachterstand en kosten op 24 juni 2016 hebben betaald en dat zij er van uit mochten gaan dat de Woningstichting Hellendoorn niet meer tot ontruiming zou overgaan op basis van het vonnis van 17 mei 2016, en dat verweer treft doel. In juni 2016 is de huurachterstand inclusief kosten betaald en daarmee is de grond waarop het bevel tot ontruiming rustte komen te vervallen. Gesteld noch gebleken is dat Woningstichting Hellendoorn destijds een voorbehoud heeft gemaakt voor het geval na juni 2016 weer nieuwe huurachterstanden zouden ontstaan. [eiser 1] en [eiser 2] mochten er op vertrouwen dat Woningstichting Hellendoorn niet meer tot ontruiming zou overgaan op basis van het vonnis van 17 mei 2016 (vgl. rechtbank ’s-Hertogenbosch d.d. 26-04-2011, LJN BP8058). Onder deze omstandigheden zou ontruiming op basis van het verstekvonnis van 10 mei 2016 onrechtmatig zijn.
3.4.
Woningstichting Hellendoorn zal derhalve worden verboden de woning feitelijk te ontruimen a.s. maandag vanaf 15.00 uur. [eiser 1] en [eiser 2] kruipen daarmee door het oog van de naald. Gelet op de vele huurachterstanden en het feit dat [eiser 1] en [eiser 2] ook na betaling van de achterstand in juni 2016 thans weer 4 maanden huurachterstand hebben, en zij voor die problemen geen dan wel onvoldoende hulp zoeken, heeft de kantonrechter alle begrip voor Woningstichting Hellendoorn dat zij het vertrouwen in [eiser 1] en [eiser 2] kwijt is en hen niet meer als huurders wil. [eiser 1] en [eiser 2] maken het ronduit te bont en dienen hulp te zoeken voor de (toekomstige) huurbetalingen, voor zover die niet tijdig door de curator of bewindvoerder zullen worden betaald.
3.5.
De vordering zal worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom achterwege zal blijven. De kantonrechter gaat er van uit dat Woningstichting Hellendoorn zich zal houden aan het verbod. De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten tussen partijen te compenseren.

4.De beslissing in kort geding

I. Verbiedt Woningstichting Hellendoorn om op basis van het verstekvonnis van 10 mei 2016 over te gaan tot ontruiming van de betreffende woning en autobox van [eiser 1] en [eiser 2] .
II. Compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2016.