ECLI:NL:RBOVE:2016:4119
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Maatregel verlaging bijstandsuitkering wegens niet verschijnen op arbeidsverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 oktober 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande ouder die bijstandsuitkering ontvangt op grond van de Participatiewet (Pw), en het college van burgemeester en wethouders van Enschede. Eiseres had een maatregel opgelegd gekregen omdat zij zonder kennisgeving niet was verschenen op een voortgangsgesprek bij Stichting Surplus. De maatregel hield in dat haar bijstandsuitkering met 50% werd verlaagd gedurende een maand. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij door persoonlijke omstandigheden, waaronder stress en een verhuizing, niet in staat was om de afspraak af te zeggen.
De rechtbank oordeelde dat de opgelegde maatregel niet evenredig was aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid van eiseres. De rechtbank nam in overweging dat eiseres pas kort voor de afspraak op de hoogte was gesteld en dat zij op hetzelfde tijdstip een andere belangrijke afspraak had. De rechtbank concludeerde dat de verlaging van de uitkering met 50% een te zware sanctie was en legde in plaats daarvan een verlaging van 25% op gedurende een maand. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde de maatregel tot 25% verlaging van de uitkering.
Daarnaast werd bepaald dat het college het door eiseres betaalde griffierecht diende te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. P.H. Banda, rechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.