Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
CARMELCOLLEGE,
gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo (OV),
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
Stichting Carmelcollege, vertegenwoordigd door [A] (directeur locatie Het Stormink) en [B] , bijgestaan door mr. H.L.A. Ko en mr. I. Kriens;
[verweerder] , in persoon, bijgestaan door mr. S. Volbeda.
2.De feiten
3.Het verzoek
primairop grond van ernstig verwijtbaar handelen (e-grond),
subsidiairop grond van verwijtbaar handelen (eveneens e-grond),
meer subsidiairop grond van een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond) en
nog meer subsidiairwegens disfunctioneren (d-grond). Voorts verzoekt zij bij het bepalen van de ontbindingsdatum primair geen rekening te houden met de wettelijke opzegtermijn en de arbeidsovereenkomst dadelijk te ontbinden, nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder] , althans subsidiair rekening te houden met de duur gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de ontbindingsbeschikking en verzoekt zij primair te bepalen dat aan [verweerder] geen transitievergoeding of andere vergoeding toekomt als gevolg van zijn verwijtbaar handelen of nalaten en in alle gevallen [verweerder] te veroordelen in de kosten van het geding.
4.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling). De gronden die de school aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd ( primair en subsidiair de e-grond, meer subsidiair de g-grond en nog meer subsidiair de d-grond) zullen hierna nader beoordeeld worden.