ECLI:NL:RBOVE:2016:3750

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
30 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
C/08/190913
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.H.S. Lebens - de Mug
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herleven van een volmacht na vernietiging van een faillissement in een ontnemingsprocedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid tegen F. van Lanschot Bankiers N.V. en Lindorff B.V. De eiseressen, gevestigd in Almelo, vorderen dat de voorzieningenrechter hen zal bevelen om medewerking te verlenen aan de levering van een onroerende zaak, die eerder was verkocht aan hen door de heer [X]. De heer [X] had op 23 maart 2016 een onherroepelijke volmacht afgegeven aan Van Lanschot om hem te vertegenwoordigen in de verkoop van de woning. Echter, op 14 juni 2016 werd de heer [X] in staat van faillissement verklaard, wat leidde tot de ontbinding van de verkoopovereenkomst op basis van de bepalingen in de koopovereenkomst.

Na verzet van de heer [X] werd het faillissement op 13 juli 2016 vernietigd, waardoor de volmacht en de koopovereenkomst herleefden. De voorzieningenrechter oordeelt dat Van Lanschot c.s. niet gerechtigd was om de koopovereenkomst te ontbinden op 30 juni 2016, omdat de curator nog geen beslissing had genomen over de overdracht van de woning. De rechter concludeert dat Van Lanschot c.s. na de vernietiging van het faillissement gehouden was om de koopovereenkomst na te komen. De vorderingen van de eiseressen worden toegewezen, en Van Lanschot c.s. wordt veroordeeld om binnen acht dagen na betekening van het vonnis medewerking te verlenen aan de levering van de woning, met een dwangsom voor elke dag dat zij nalatig blijven.

De voorzieningenrechter wijst ook de vordering tot betaling van een boete van 3 pro mille per dag toe, met een maximum van 10% van de koopsom, en veroordeelt Van Lanschot c.s. in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 30 september 2016 door mr. M.H.S. Lebens - de Mug.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/190913 / KG ZA 16-295
Vonnis in kort geding van 30 september 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseressen]
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
eiseres,
advocaat mr. M.E.M. Sanders te Almelo,
tegen
1. de naamloze vennootschap
F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINDORFF B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort,
gedaagden,
advocaat mr. P.K.J. van der Wal te Rosmalen.
Partijen zullen hierna [eiseressen] en Van Lanschot c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiseressen]
  • de pleitnota van Van Lanschot c.s..
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De heer [X] is eigenaar van de onroerende zaak: het woonhuis met botenhuis, schuur, erf en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan [adres] , kadastraal bekend gemeente [plaats] sectie [nummer] (hierna: de woning).
2.2.
Op 23 maart 2016 heeft [X] aan Van Lanschot een onherroepelijke volmacht afgegeven hem te vertegenwoordigen in diens hoedanigheid van eigenaar van de woning.
2.3.
Van Lanschot c.s. en [eiseressen] hebben een overeenkomst gesloten met betrekking tot de verkoop van de woning aan [eiseressen] voor een bedrag van € 311.000,00. Deze overeenkomst is schriftelijk vastgelegd in een door partijen ondertekende “koopovereenkomst woning” van 26 mei 2016.
In artikel 16.4 van de koopovereenkomst staat:
“De koopovereenkomst kan door verkoper ontbonden worden, indien op datum notariële overdracht blijkt dat de verkoper geen royement verkrijgt van zijn hypothecaire inschrijving(en) en beslagen op de onroerende zaak. De heer [X] verplicht zich al het redelijk mogelijke te doen teneinde dat royement te verkrijgen. Het gestelde onder 16.3 [...] is van overeenkomstige toepassing. Tot de datum van notariële overdracht kan de koopovereenkomst door verkoper kosteloos worden ontbonden indien:
- de onroerende zaak niet vrij van hypotheek, hypothecaire inschrijving en/of beslagen kan worden overgedragen;
- de eigenaar in staat van faillissement is verklaard of surseance van betaling heeft gekregen of in de WSNP terecht is gekomen en er geen toestemming voor de overdracht is gegeven door de curator en de Rechter-Commissaris.”
Artikel 25 van de koopovereenkomst luidt als volgt:
F. van Lanschot Bankiers N.V. verkoopt het onroerend goed op basis van een Onderhandse verkoopvolmacht d.d. 23 maart 2016. Mocht de verkoopvolmacht op enig moment teniet gaan (bijvoorbeeld, maar niet beperkt tot volledige inlossing van alle verschuldigde bedragen) dan is F. van Lanschot Bankiers B.V. niet langer gemachtigd om het onroerend goed te verkopen en wordt de verkoop automatisch kosteloos ontbonden.
2.4.
Partijen zijn overeengekomen dat de woning 8 weken na ondertekening van de koopovereenkomst wordt geleverd.
2.5.
[X] is op of rond 14 juni 2016 in staat van faillissement verklaard.
2.6.
Bij brief van 30 juni 2016 schrijft [Y] van Woonaccent Makelaars Friesland aan [eiseressen] :
“middels deze brief stel ik u op de hoogte dat de verkoper van het door u gekochte object aan de [adres] de koopovereenkomst ontbindt op basis van artikel 25 van de koopovereenkomst.
Feit is dat de eigenaar van het object failliet is en hiermee de volmacht tot verkoop vervalt.”
2.7.
Na verzet door [X] is het faillissement op 13 juli 2016 vernietigd.
2.8.
[eiseressen] heeft Van Lanschot c.s. bij schrijven van 8 augustus 2016 in gebreke gesteld en heeft Van Lanschot c.s. in de gelegenheid gesteld binnen 8 dagen medewerking te verlenen aan de levering van de woning.

3.Het geschil

3.1.
[eiseressen] vordert dat de voorzieningenrechter, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Van Lanschot c.s. zal bevelen volledige medewerking te verlenen aan levering van het registergoed staande en gelegen aan de [adres] , sectie [nummer] , groot 14 are en 80 centiare, alsmede het botenhuis zoals omschreven in artikel 22 van de koopovereenkomst met alle uit te oefenen rechten aan [eiseressen] en wel binnen 8 dagen na betekening van dit vonnis, één en ander op verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag dat Van Lanschot c.s. nalatig blijft om aan dit vonnis te voldoen,
II. zal bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de akte tot levering of een deel daarvan (ex artikel 3:300 BW),
III. Van Lanschot c.s. zal veroordelen tot betaling van 3 pro mille per dag van de koopsom met een maximum van 10% van de koopsom vanaf 8 dagen na ingebrekestelling, derhalve vanaf 16 augustus 2016;
IV. Van Lanschot c.s. zal veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 131,00 in geval van betekening te vermeerderen met € 68,00, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Van Lanschot c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang bij de vorderingen is in voldoende mate gebleken.
4.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat Van Lanschot c.s. op grond van de door [X] verstrekte volmacht gerechtigd is tot verkoop en levering van de woning over te gaan. Zij stelt daarnaast vast dat het Van Lanschot c.s. is die, hoewel daartoe gerechtigd, niet langer bereid is de eerder overeengekomen verkoop en levering aan [eiseressen] na te komen. Dit leidt tot het oordeel dat [eiseressen] in haar vorderingen jegens Van Lanschot c.s. ontvankelijk is.
4.3.
Beantwoording behoeft voorts de vraag of de koopovereenkomst op 30 juni 2016 was ontbonden en/of Van Lanschot c.s. na de vernietiging van het faillissement gehouden was de koopovereenkomst alsnog gestand te doen.
4.4.
Voor het antwoord op de vraag of de koopovereenkomst op grond van artikel 25 van rechtswege ontbonden was, is van belang dat in artikel 16.4 van de schriftelijke vastlegging van de koopovereenkomst een expliciete bepaling is opgenomen die de ontbinding door de verkoper regelt in het geval van faillissement van de eigenaar. Gelet op de specifieke aard van het bepaalde in artikel 16.4 moet vooralsnog worden geoordeeld dat niet de algemene bepaling van artikel 25 (waarin de situatie van faillissement niet expliciet is benoemd) maar het bepaalde in artikel 16.4 op de onderhavige situatie van toepassing was.
Dit betekent dat slechts tot ontbinding van de koopovereenkomst kon worden overgegaan in een situatie waarin de curator geen toestemming voor de overdracht gaf. Ter zitting is gebleken dat de curator - in afwachting van de uitkomsten van het door [X] gedane verzet tegen het faillissement - (nog) geen beslissing heeft genomen over de overdracht van de woning. Hiermee is aan de voorwaarde voor ontbinding als omschreven in artikel 16.4 niet voldaan. Dit leidt tot het voorlopig oordeel dat Van Lanschot op 30 juni 2016 niet gerechtigd was de koopovereenkomst te ontbinden.
4.5.
Nog afgezien van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat Van Lanschot c.s. in ieder geval na vernietiging van het faillissement gehouden was de koopovereenkomst alsnog gestand te doen.
Hierbij is van belang dat de vernietiging van een faillissement na verzet terugwerkt tot het moment van de faillietverklaring. Met andere woorden: de schuldenaar wordt geacht nooit failliet te zijn geweest. Dit betekent dat de vóór de faillietverklaring bestaande rechten en verplichtingen, waaronder de volmacht én de daarop gebaseerde koopovereenkomst, herleven.
4.6.
Uit het voorgaande volgt dat de door [eiseressen] gevorderde medewerking door Van Lanschot c.s aan de levering van de woning toewijsbaar is. Dat [X] zich mogelijk in rechte tegen de levering van de woning zal verzetten laat onverlet dat van een situatie waarin de rechter op vordering van [X] heeft geoordeeld dat de verkoop geen doorgang mag vinden geen sprake is, zodat dit niet aan toewijzing van de vordering in de weg staat. De voorzieningenrechter zal Van Lanschot c.s. dan ook veroordelen haar medewerking te verlenen aan de levering van de genoemde woning, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats zal treden van de vereiste wilsverklaring en handtekening van Van Lanschot c.s. Er bestaat dan geen aanleiding meer voor het opleggen van de gevraagde dwangsom.
4.7.
De gevorderde veroordeling van Van Lanschot c.s. tot betaling van een boete van 3 pro mille per dag vanaf 16 augustus 2016 is op grond van het bepaalde in artikel 11.3 van de schriftelijke vastlegging van de koopovereenkomst evenzeer toewijsbaar, met dien verstande dat geen boete per dag meer verschuldigd zal zijn vanaf de negende dag na dit vonnis. In geval van een voortvarende betekening van het vonnis zal dit immers het moment zijn waarop het vonnis in de plaats zal treden van de vereiste wilsverklaring en handtekening van Van Lanschot c.s. Vanaf dat moment zal [eiseressen] het moment van levering dan ook zelf in de hand hebben.
4.8.
Van Lanschot c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseressen] worden begroot op:
- dagvaarding € 77,75
- griffierecht 619,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 1.512,75

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Van Lanschot c.s. binnen acht dagen na betekening van dit vonnis haar medewerking te verlenen aan de levering van het registergoed staande en gelegen aan de [adres] , sectie [nummer] , groot 14 are en 80 centiare, alsmede het botenhuis zoals omschreven in artikel 22 van de koopovereenkomst met alle uit te oefenen rechten,
5.2.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële leveringsakte vereiste wilsverklaring en handtekening van Van Lanschot c.s., indien zij niet binnen acht dagen na betekening van dit vonnis voldoet aan de veroordeling onder 5.1,
5.3.
veroordeelt Van Lanschot c.s. tot betaling van 3 pro mille van de koopsom met een maximum van 10% van de koopsom vanaf 16 augustus 2016 tot en met de negende dag na heden of zoveel eerder als Van Lanschot c.s. haar verplichtingen is nagekomen,
5.4.
veroordeelt Van Lanschot c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseressen] tot op heden begroot op € 1.512,75,
5.5.
veroordeelt Van Lanschot c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Van Lanschot c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens - de Mug en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2016.