In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 september 2016 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen RABOHYPOTHEEKBANK N.V. en [X]. De bank vorderde betaling van een restschuld na de verkoop van een woning, terwijl [X] in reconventie stelde dat de bank haar zorgplicht had geschonden. De rechtbank oordeelde dat de bank bij het aangaan van de kredietovereenkomsten niet hoefde te verwachten dat de geldlening niet uit de opbrengst van de woning zou kunnen worden afgelost, vooral door de aanzienlijke waardedaling van de woningmarkt als gevolg van de kredietcrisis. De rechtbank stelde vast dat de bank haar zorgplicht had nageleefd door [X] te waarschuwen voor de risico's van de financiering en dat [X] zich bewust was van deze risico's. De vordering van de bank werd toegewezen, terwijl de vordering in reconventie van [X] werd afgewezen. De rechtbank veroordeelde [X] tot betaling van € 120.037,91, vermeerderd met rente, en in de proceskosten.