[verzoeker] verzoekt, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beslissing,
Primair:
vernietiging van de opzegging, bestaande in het ontslag op staande voet, op basis van artikel 7:681 BW en haar weer toe te laten tot de werkvloer teneinde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten op straffe van een dwangsom van € 500,= per dag, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat werkgever daarmee in gebreke blijft. Tevens verzoekt zij doorbetaling van het verschuldigde salaris vanaf 6 juni 2016 (van € 183,36 bruto per maand, vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag) vermeerderd met wettelijke verhoging, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente, alsmede verstrekking van salarisspecificaties vanaf 6 juni 2016 op straffe van een dwangsom van € 100,= per dag met een maximum van € 10.000,=;
Subsidiair:
verklaring voor recht dat er geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet en vervallen verklaring van het concurrentiebeding c.q. relatiebeding uit de arbeidsovereenkomst, onder toekenning van een billijke vergoeding van € 25.000,= en veroordeling van [verweerder] tot betaling van het loon over de opzegtermijn en tot betaling van de transitievergoeding ex artikel 7:673 BW, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten met de verplichting om aan [verzoeker] deugdelijke loonspecificaties te verstrekken op straffe van een dwangsom;
Meer subsidiair:
voor het geval er wel sprake zou zijn van een dringende reden voor het ontslag op staande voet, te verklaren voor recht dat de dringende reden niet ernstig verwijtbaar is met vervallen verklaring van het concurrentiebeding c.q. relatiebeding uit de arbeidsovereenkomst, onder betaling van de transitievergoeding ex artikel 7:673 BW met wettelijke rente en met de verplichting om aan [verzoeker] deugdelijke loonspecificaties te verstrekken op straffe van een dwangsom.