Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
aan zijn schuld te wijten zijn van brand, terwijl daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat.
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelde
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
taakstraf, bestaande uit een
werkstraf van 240 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- verklaart de benadeelde partij Woningstichting [woningstichting] in haar vordering ontvankelijk;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Woningstichting [woningstichting] van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.