Op 12 augustus 2016 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel te Almelo een verzoek tot wraking van mr. K.J.C. Geeve, rechter-commissaris, afgewezen. Het verzoeker, aangeduid als [verzoeker], was betrokken in een strafzaak met meerdere parketnummers, waaronder 08/996092-14, waarin hij als verdachte werd aangemerkt. De wraking werd ingediend op 6 juli 2016, na een verhoor van getuige [getuige] op 30 juni 2016. Verzoeker stelde dat er sprake was van vooringenomenheid en partijdigheid van de rechter-commissaris, wat zijn recht op een eerlijk proces zou schaden. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juli 2016 werd de zaak besproken, waarbij mr. C. Zuur, de advocaat van verzoeker, en mr. J.W. Bollen, officier van justitie, aanwezig waren. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter-commissaris niet partijdig was en dat de vrees van verzoeker voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd was. De wrakingskamer benadrukte dat de rechter-commissaris verantwoordelijk is voor het opstellen van het proces-verbaal en dat er geen bewijs was dat de belangen van verzoeker geschaad waren. De wrakingskamer concludeerde dat de uitlatingen van de rechter-commissaris in de context van het verhoor moesten worden gezien en dat er geen gegronde vrees voor vooringenomenheid bestond. Het verzoek tot wraking werd derhalve afgewezen.