ECLI:NL:RBOVE:2016:3130
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om partneralimentatie na langdurige echtscheiding en financiële onafhankelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 juni 2016 uitspraak gedaan in een verzoek om partneralimentatie. De vrouw, verzoekster, heeft verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 1.000,- van de man, verweerder, met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift. De man heeft verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen in 1986 met elkaar zijn gehuwd en dat de echtscheiding op 24 maart 2010 is uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 9 april 2010 ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand.
De rechtbank heeft de financiële situatie van de vrouw beoordeeld, waarbij zij heeft gekeken naar het netto besteedbaar gezinsinkomen in 2010 en de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw. De vrouw heeft gesteld dat haar behoefte € 1.722,14 per maand bedraagt, maar de man heeft betwist dat deze behoefte nog relevant is, gezien de tijdsverloop sinds de echtscheiding en de financiële onafhankelijkheid van de vrouw.
De rechtbank heeft overwogen dat de lotsverbondenheid tussen partijen is afgenomen, gezien het feit dat de vrouw financieel onafhankelijk is geweest en dat er geen band meer met het huwelijk bestaat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de behoefte van de vrouw niet meer gerelateerd dient te worden aan de welstand van het huwelijk, maar aan haar huidige financiële situatie. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw tot vaststelling van een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud afgewezen, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.