ECLI:NL:RBOVE:2016:2933

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juli 2016
Publicatiedatum
26 juli 2016
Zaaknummer
08/993027-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor valsheid in geschrift en misbruik van sociale voorzieningen

Op 20 juli 2016 heeft de politierechter in de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 34-jarige vrouw uit Huissen. De vrouw werd beschuldigd van het samen met mededaders opmaken van valse documenten, waaronder een arbeidsovereenkomst, salarisspecificatie, werkgeversverklaring en beëindigingsovereenkomst. Deze valse documenten werden gebruikt om een hypotheek te verkrijgen en een werkloosheidsuitkering aan te vragen bij het UWV. De politierechter oordeelde dat de vrouw, samen met haar mededaders, opzettelijk valse geschriften had opgemaakt en gebruikt, wat resulteerde in een taakstraf van 90 uur. De mededaders waren eerder veroordeeld tot gevangenisstraffen van 3 en 4 jaar in een andere zaak die verband hield met Centurion Vastgoed B.V.

De politierechter verwierp het verweer van de verdachte dat zij onder psychische druk had gehandeld en oordeelde dat er geen sprake was van een zodanige druk dat zij geen weerstand had kunnen bieden. De rechter hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar rol als alleenstaande moeder en de eerder opgelegde boete van € 17.000 door het UWV. Ondanks deze omstandigheden vond de rechter dat de ernst van de feiten een vrijheidsbenemende straf rechtvaardigde, maar besloot uiteindelijk tot een taakstraf. De rechter benadrukte het belang van het sociale zekerheidsstelsel en de schade die het misbruik daarvan toebrengt aan de samenleving.

De uitspraak werd gedaan door mr. M. Aksu, politierechter, in aanwezigheid van de officier van justitie mr. H.M. Pluimers en griffier H.J. Veldhuis. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting. De rechter gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen bankrekening aan de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

STRAFVONNIS

(schriftelijk vonnis PR)
Parketnummer: 08/993027-15
Uitspraak 20 juli 2016
De politierechter in de Rechtbank Overijssel, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie, tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [woonplaats] .
terechtstaande terzake dat:
1.
Zij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 12 december
2008 tot en met 31 juli 2014, in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechteperso(o)n(en), althans alleen
a.een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
en/of -
(vindplaats: DOC-306)
b.een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
(vindplaats: DOC-171)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft
vervalst en/of heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door een of meer ander(en) te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, en/of haar mededader(s) - zakelijk weergegeven -
valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
a. op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was
van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ,
althans dat [verdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager;
en/of
op die arbeidsovereenkomst vermeld en/of doen vermelden dat er sprake was
van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ,
althans dat [verdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
Zij, op een of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 12 december
2008 tot en met 31 juli 2014, in Arnhem en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en) en/of
rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meer valse en/of
vervalste geschrift(en) als ware het/deze echt en onvervalst, te weten:
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
en/of
(vindplaats: DOC-306)
een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
en/of
(vindplaats: DOC-17l)
een vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst tussen Centurion
Vastgoed B,V. en [verdachte] ; en/of
(vindplaats:DOC-175/2 en 3)
een model werkgeversverklaring; en/of
(vindplaats; DOC-328)
e . een loonspecificatie,
(vindplaats: DOC-329)
- ( elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van
enig feit te dienen -
bestaande dat gebruikmaken hierin, dat zij, verdachte, en/of haar
mededader(s), dat/die geschrift(en) heeft/hebben aangewend als middel tot
misleiding van
- de ING Bank (hij het verkrijgen van een hypothecaire geldlening); en/of
- het UWV (bij het verkrijgen van een uitkering),
en bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin
a. dat op die arbeidsovereenkomst was vermeld dat er sprake was van een
dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] , althans dat B.
Olde Keizer de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
dat op die arbeidsovereenkomst was vermeld dat er sprake was van een
dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [verdachte] , althans dat [verdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager; en/of
dat op die vaststellings- dan wel beeindigingsovereenkomst was vermeld dat
het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V, en [verdachte] was
beëindigd; en/of
dat op die model werkgeversverklaring was vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] , althans dat [verdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager en/of een bruto jaarsalaris genoot van EUR 63.000; en/of
dat op die loonspecificatie was vermeld dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [verdachte] ;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte in het midden gebracht;
De politierechter is door de inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen, waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij, in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014, in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke personen en een
rechtspersoon,
een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
- een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
valselijk heeft opgemaakt, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door een of meer anderen te doen gebruiken,
immers heeft zij, verdachte, en haar mededaders - zakelijk weergegeven -
valselijk, immers, opzettelijk in strijd met de waarheid,
op die arbeidsovereenkomst vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
2.
zij, in de periode van 12 december 2008 tot en met 31 juli 2014, in Nederland,
tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en een rechtspersoon,
telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften als ware deze echt en onvervalst, te weten:
a. een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
en
een arbeidsovereenkomst tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ;
en
een vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst tussen Centurion
Vastgoed B,V. en [verdachte] ;
en
een model werkgeversverklaring;
en
e . een loonspecificatie,
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -
bestaande dat gebruikmaken hierin, dat zij, verdachte, en haar mededaders, die geschriften hebben aangewend als middel tot misleiding van
- de ING Bank (hij het verkrijgen van een hypothecaire geldlening); en
- het UWV (bij het verkrijgen van een uitkering),
en bestaande die valsheid hierin
a. dat op die arbeidsovereenkomst was vermeld dat er sprake was van een
dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] ; en
dat op die arbeidsovereenkomst was vermeld dat er sprake was van een
dienstverband tussen Centurion Vastgoed BV. en [verdachte] ; en
dat op die vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst was vermeld dat
het dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V, en [verdachte] was
beëindigd; en
dat op die model werkgeversverklaring was vermeld dat er sprake was van een dienstverband tussen Centurion Vastgoed B.V. en [verdachte] , [verdachte] de functie uitoefende van (senior) accountmanager en een bruto jaarsalaris genoot van EUR 63.000; en
dat op die loonspecificatie was vermeld dat er sprake was van een
loonbetaling van Centurion Vastgoed B.V. aan [verdachte] ;
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop die inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De politierechter acht niet bewezen hetgeen verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezene levert op:

voor wat betreft sub 1, het misdrijf:

"Medeplegen van valsheid in geschrift",
strafbaar gesteld bij art. 225 lid 1Wetboek van Strafrecht,

en voor wat betreft sub 2, het misdrijf:

"Medeplegen van opzettelijk gebruik maken van het valse geschrift als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd",
strafbaar gesteld bij art. 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht;
Namens verdachte is een beroep gedaan op psychische overmacht op grond van de druk die zij heeft moeten ondergaan door medeverdachte [verdachte 3] om de feiten te plegen.
Naar het oordeel van de Politierechter is echter niet aannemelijk geworden dat sprake is geweest van een zodanige druk dat verdachte daar redelijkerwijs geen weerstand aan had kunnen en behoren te bieden. Het verweer wordt dan ook verworpen.
De verdachte is deswege strafbaar aangezien verder van geen haar strafbaarheid uitsluitende omstandigheid is gebleken.
Namens verdachte is een tweeledig strafmaatverweer gevoerd. Ten eerste zou verdachte reeds voldoende zijn gestraft met de boete ad € 17.000,-- die zij opgelegd heeft gekregen van het UWV. Ten tweede heeft verdachte geleden onder het feit dat buiten haar toedoen de behandeling van haar zaak steeds uitgesteld heeft moeten worden. Om deze twee redenen verzoekt de verdediging te volstaan met een schuldigverklaring zonder straf en subsidiair een lagere taakstraf op te leggen dan geëist door de officier van justitie.
Verdachte heeft in de tenlastegelegde periode samen met haar mededaders een valse arbeidsovereenkomst een valse salarisspecificatie, een valse werkgeversverklaring en een valse vaststellings- dan wel beëindigingsovereenkomst opgemaakt.
Met deze valse documenten heeft verdachte een hypotheek verkregen en heeft zij ook een werkloosheidsuitkering aangevraagd bij het UWV.
Verdachte heeft zichzelf daarmee ten koste van de maatschappij verrijkt en de samenleving schade berokkend. Het sociale zekerheidsstelsel is immers gebaseerd op solidariteit. Burgers betalen belastingen en premies teneinde de voorzieningen te bekostigen die bedoeld zijn om middelen van bestaan te garanderen aan diegenen die niet bij machte zijn deze op eigen kracht te verwerven. Het draagvlak in de samenleving voor verstrekkingen van uitkeringen neemt af. Een van de oorzaken hiervoor is het misbruik dat wordt gemaakt van deze uitkeringen.
Passend bij dergelijke feiten is dan in beginsel ook een vrijheidsbenemende straf.
De Politierechter is van oordeel dat de door het UWV opgelegde boete een bestuursrechtelijke sanctie betreft, welke in beginsel niet afdoet aan de mogelijkheid en noodzaak van een strafrechtelijke reactie op de door de verdachte gepleegde strafbare feiten. Niettemin zal de Politierechter – gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, in het bijzonder te weten het feit dat zij als alleenstaande moeder moet rondkomen van het salaris dat zij als kapster in deeltijd verdient – rekening houden met de opgelegde boete. Ook houdt de Politierechter rekening met de lange duur waaronder verdachte heeft moeten leven onder de druk van onderhavige strafzaak. Bovendien heeft verdachte naar het oordeel van de Politierechter oprecht haar spijt betuigd ter zitting. De Politierechter zal daarom volstaan met oplegging van een taakstraf van na te melden duur.
De politierechter overweegt verder dat de onder verdachte inbeslaggenomen bankrekening (SNS met nr. [rekeningnummer] ) met daarop het saldo € 3620,72 aan verdachte moet worden teruggegeven.
De na te noemen straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 22c, 22d en 57 Wetboek van Strafrecht.

R E C H T D O E N D E:

Verklaart bewezen, dat het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde in voege als boven omschreven door verdachte is begaan;
Verstaat, dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld;
Verklaart verdachte deswege strafbaar;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte sub 1 en sub 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt haar daarvan vrij;
Gelast dat het hierboven genoemde beslag aan verdachte wordt teruggegeven.
Aldus gewezen door mr. M. Aksu, politierechter, in tegenwoordigheid van H.J. Veldhuis, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juli 2016
RECHTBANK OVERIJSSEL
Parketnummer: 08/993027-15
PROCES-VERBAAL TERECHTZITTING
(uitspraak-pv)
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de
politierechter in bovengenoemde Rechtbank op 20 juli 2016.
Tegenwoordig: mr M. Aksu politierechter,
mr H.M. Pluimers officier van justitie,
en H.J. Veldhuis griffier.
De politierechter de zaak uitroepen, tegen de verdachte genaamd:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [woonplaats] .
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De politierechter spreekt het vonnis uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de politierechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.