Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 21,
- de aanvullende producties 22 toot en met 27 van [eisers] ,
- de producties 1 tot en met 11 van FBD,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eisers] ,
- de pleitnota van FBD.
2.De feiten
1 januari 2014 had opgezegd. Sindsdien zijn [eisers] door de Belastingdienst niet meer aangemerkt als ondernemer. Deze verandering van het op hen toegepaste belastingregime heeft voor [eisers] aanzienlijke nadelige fiscale consequenties.
[eisers] toegepaste fiscale regime een conflict ontstaan. [eisers] verwijten FBD dat zij [eisers] van de wijziging niet, althans veel te laat op de hoogte heeft gesteld, althans dat FBD [eisers] over hun fiscale positie bewust onjuist, althans niet volledig, althans te laat heeft voorgelicht. FBD toonde zich ook niet bereid om de inhoud van de overeenkomsten met [eisers] aan de nieuwe situatie aan te passen.
2.15. In het kader van het onderhavige kort geding is de vraag aan de orde of FBD jegens [eisers] op deze contractuele concurrentiebepalingen met succes een beroep kan doen.
3.De eis
buiten-effectstelling van die bedingen.
4.De verweren
5.De beoordeling
hebben daarom belang bij duidelijkheid op korte termijn over de vraag of een concurrentiebeding in de weg staat aan het verrichten van werkzaamheden voor welke opdrachtgever dan ook.
28 januari 1986 van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen) haar belang om de identiteit van FBD als franchisegever te beschermen, alsmede het de franchisenemers te beletten om concurrentievoordeel op te doen. Immers, FBD heeft geen of nauwelijks concrete feiten gesteld waaruit de inhoud, de aard en de herkenbaarheid van het door de formule gesymboliseerde franchiseverband zichtbaar wordt.
6.De beslissing
non-concurrentiebeding dan wel het postcontractuele relatiebeding als bepaald in respectievelijk artikel 8 lid 2 en artikel 18 lid 2 en 3 in de overeenkomsten tussen
[eisers] en FBD, totdat in enige bodemprocedure anders zal zijn beslist.
€ 1.203,87.