Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
“Beschrijving uitgevoerde werkzaamheden en feitelijke bevindingen behorend bij brief DK/150607”.Daarin staan de bevindingen van het accountantskantoor van [accountant] . Deze bevindingen zijn gebaseerd op de interne administratie van [verdacht bedrijf] B.V. over de jaren 2013, 2014 en 2015. Er is onderzoek gedaan naar de geboekte facturen, de omzet en de geboekte inkoopfacturen. Naar aanleiding hiervan is een herberekening gemaakt. Deze herberekening is aan de FIOD overhandigd en verdachte heeft ermee ingestemd. Gelet op deze herberekening gaat de rechtbank ervan uit dat het benadelingsbedrag € 111.946,-- moet zijn in plaats van het door de officier van justitie gestelde bedrag van € 462.397,--. De rechtbank neemt mede in aanmerking dat niet getwijfeld wordt aan de integriteit van de heer [accountant] , nu uit diverse e-mails van de heer [accountant] aan verdachte en aan de FIOD blijkt dat hij objectief gehandeld heeft.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat