Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de eis in reconventie
- de op 30 en 31 december 2015 door de vrouw ingebrachte producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de vrouw.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die op 18 januari 2016 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben partijen, een vrouw en een man, een affectieve relatie gehad en zijn zij gezamenlijk eigenaar van een woning. De vrouw heeft de woning op 30 oktober 2015 verlaten, waarna de man weer in de woning is gaan wonen. De vrouw vordert in kort geding haar te machtigen tot het te gelde maken van de woning en de man te veroordelen tot afgifte van de autosleutels en -papieren van de Peugeot. De man verzet zich tegen de verkoop aan een derde, maar is bereid de woning tegen een redelijke prijs over te nemen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat geen van beide partijen voldoende spoedeisend belang heeft aangetoond voor hun vorderingen. De vrouw heeft niet kunnen aantonen dat de situatie dermate urgent is dat een kort geding gerechtvaardigd is, terwijl de man ook niet kan aantonen dat hij niet kan wachten op de uitkomst van een bodemprocedure. Beide vorderingen zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.