ECLI:NL:RBOVE:2016:2802
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Intrekking erkenning kentekenplaatfabrikant wegens niet geregistreerde afgifte en doorlevering van kentekenplaten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 21 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een kentekenplaatfabrikant, en de Dienst Wegverkeer, die de erkenning van eiseres voor de duur van zes weken heeft ingetrokken. De intrekking volgde op een controle waarbij werd vastgesteld dat eiseres de afgifte van een kentekenplaat niet had geregistreerd, wat in strijd zou zijn met de Erkenningsregeling. Eiseres heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 14 juli 2016 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, waarbij zij betwistte dat er sprake was van overtredingen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de intrekking van de erkenning niet op de juiste gronden was gebaseerd. De rechtbank oordeelde dat artikel 23a van de Erkenningsregeling geen grondslag bood voor de opgelegde sanctie, omdat de gedragingen van eiseres niet onder de verbodsbepaling vielen. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit vernietigd, het primaire besluit herroepen en bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tevens is de Dienst Wegverkeer veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.