In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, heeft eiser, wonende aan de [adres 1] te [plaats], een vordering ingesteld tegen de stichting Stichting Een Helpende Hand aan Roemenië, gevestigd te Kampen. De zaak betreft een burenconflict dat voortvloeit uit de aanwezigheid van een brandtrap aan de nieuwe hal van de stichting, die zicht biedt op de tuin en woning van eiser. Eiser stelt dat het gebruik van de brandtrap een ernstige inbreuk op zijn privacy vormt en vordert dat de brandtrap wordt afgebroken. De stichting betwist de vordering en stelt dat er geen sprake is van onrechtmatige hinder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de brandtrap is aangebracht voor noodsituaties en dat deze niet als een balkon of soortgelijk werk kan worden aangemerkt in de zin van artikel 5:50 BW. De rechtbank oordeelt dat de hinder die eiser ondervindt niet onrechtmatig is, omdat de brandtrap niet frequent wordt gebruikt en er geen bewijs is dat de privacy van eiser daadwerkelijk wordt geschonden. Eiser heeft onvoldoende feiten aangedragen om zijn vordering te onderbouwen, en de rechtbank wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van de stichting, die zijn begroot op € 3.697,00.
De uitspraak is gedaan op 27 juli 2016 door mr. A.N. Kok en is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen en hem in de proceskosten veroordeeld, met wettelijke rente over dit bedrag vanaf de 14e dag na betekening van het vonnis.