5.1Feit 1
Vaststaande feiten
De onderstaande feiten volgen rechtstreeks uit de bewijsmiddelen en hebben bij de behandeling van de zaak niet ter discussie gestaan. Het vaststellen van deze feiten behoeft daarom geen andere motivering door de rechtbank dan een verwijzing naar de betreffende bewijsmiddelen.
Zoals is vastgesteld heeft verdachte op 25 mei 2012 2.100 kg GBL ingevoerd.
Op 18 september 2012 is een partij van 2.000kg GBL, bestemd voor [verdachte] , [adres 1] te Almelo, bij de douane te Rotterdam, stopgezet.Op 2 oktober 2012 is door de officier van justitie besloten tot gecontroleerde aflevering aan verdachte.
Door verdachte werd onder de naam [bedrijf 1] een bedrijf gevoerd, gevestigd te Almelo, dat een website met de naam [website] beheert.Via de website werd GBL met een zuiverheid van 99,99% verkocht in hoeveelheden/prijs: 0,5 liter voor € 50,00, een liter voor
€ 75,00, twee liter voor € 140,00, drie liter voor € 195,00, vier liter voor € 240,00, vijf liter voor € 275,00 en tien liter voor € 500,00.Er werden geen andere producten dan GBL verkocht.Verdachte heeft verklaard dat hij weet dat GBL als precursor voor GHB wordt gebruikt en dat GHB sinds 9 mei 2012 op lijst I (harddrugs) van de Opiumwet staat.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft – overeenkomstig haar pleitnotitie – aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte wist of ernstige reden had te vermoeden dat de door hem geleverde GBL door zijn klanten werd gebruikt om GHB te bereiden. Verdachte dient derhalve vrijgesproken te worden van dit feit.
Beoordeling door de rechtbank
GBL kent diverse toepassingen in de chemische industrie en het wordt ook gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van GHB. GBL staat niet vermeld op één van de lijsten behorende bij de Opiumwet of de Wet voorkoming misbruik chemicaliën. Het inkopen, voorhanden hebben, verkopen en uitvoeren van GBL is dan ook niet strafbaar. Dit wordt pas strafbaar als verdachte wist dan wel ernstige reden had om te vermoeden dat de door hem verkochte GBL werd gebruikt voor de productie van GHB. Dat is immers wel strafbaar, namelijk ingevolge artikel 10a van de Opiumwet.
Ernstige reden had te vermoeden / (voorwaardelijk) opzet
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte:
- wist dan wel ernstige reden had om te vermoeden dat de door hem verkochte GBL werd gebruikt voor het maken van GHB;
- (voorwaardelijk) opzet had om een feit, bedoeld in artikel 10 lid 4 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen.
Verbalisant [verbalisant] heeft gerelateerd dat in de reguliere en specialistische schoonmaakbranche in Nederland géén gebruik wordt gemaakt van schoonmaakmiddelen die 99,99% zuivere GBL bevatten. In enkele recepturen van schoonmaakmiddelenproducten wordt GBL wel gebruikt, echter met een concentratie van 10, 30, 50 of 60%.
De CAM Quick Scan rapportage vermeldt dat GBL als grondstof voor GHB wordt gebruikt. De rapportage vermeldt voorts dat de chemische industrie GBL in grote volumes voor allerlei producten gebruikt. GBL wordt in sterk verdunde vorm (circa 20-40%) toegepast in nagellakverwijderaar, om graffiti te verwijderen en om velgen mee schoon te maken. De rapportage vermeldt verder dat het middel in een zeer zuivere vorm als schoonmaakmiddel wordt aangeboden. Een dergelijke hoge zuiverheid brengt een hoge prijs met zich en is onnodig voor schoonmaakdoeleinden. Dat duidt erop dat het dan om oneigenlijk gebruik gaat.De rechtbank concludeert dat de rapportage daarmee doelt op illegale doeleinden ten behoeve van de productie van GHB. Vanwege de prijs is immers onaannemelijk dat particulieren GBL als schoonmaakmiddel kopen terwijl voor particulieren alleen bij toepassing van GBL bij de bereiding van voor menselijke consumptie bedoelde GHB een belang bestaat dat de stof niet verontreinigd is met andere stoffen, in andere woorden, dat de GBL zo zuiver mogelijk is.
Uit het dossier volgt dat:
- verdachte samen met [medeverdachte] in 2010 via de website van [bedrijf 1] GBL heeft verkocht;
- op 2 oktober 2012 is verdachte [verdachte] de tenaamgestelde van de website [website] ;
- op 2 oktober 2012 de website [website] onder meer de key words
‘buy ghb’en
‘gbl high’bevat;
- in de broncode van [website] twee keer GHB voorkomt;
- bij het hostingsbedrijf van [bedrijf 1] er nog meer key-words:
‘GHB’,
‘drugs’en
‘GHB maken’zijn gevonden;
- getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachte hem de lijst met zoektermen voor de website heeft aangeleverd;
- verdachte de GBL per liter voor € 75,00 verkocht (wereldwijd), terwijl de inkoopprijs daarvan ongeveer € 20,00 per liter bedraagt;
75% van de afnemers particulieren zijn en dat vooral kleine hoeveelheden van 0,5 liter tot 5 liter werden besteld en afgeleverd;
95% van de GBL aan buitenlandse afnemers en 5% aan Nederlandse afnemers wordt geleverd;
- bij de doorzoeking op 2 oktober 2012 in het bedrijf van verdachte aan de [adres 1] een aantal documenten werden aangetroffen op een printer, gaande over:
- zeer grote drugsvangst in Drenthe;
- drugsbeleid;
- KRO Brandpunt: GHB wordt thuis gebruikt, explosieve stijging;
- verkopers schoonmaakmiddel verdienen fors aan partydrug GHB;
- antwoorden op kamer vragen over punt hiervoor;
- definitieve mededeling afhandeling;
- verdachte op 22 maart 2012 een e-mail krijgt van de Duitstalige [naam 1] die mailt dat hij GBL een ‘geilen stoff’ vindt;
- verdachte op 30 oktober 2012 een e-mail krijgt van [naam 2] waarin [naam 2] mailt dat hij graag GHB wil bestellen maar dat zijn inloggegevens niet werken;
- getuige [getuige 2] in een periode van twee jaar dertig keer GBL heeft gekocht. In 2012 is de laatste keer GBL geleverd.
Uit het vorenstaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat:
- verdachte een website [website] exploiteerde waarop niets anders dan GBL te koop werd aangeboden;
- afnemers die op internet zochten met termen als ‘
- GBL werd verkocht aan zowel Nederlandse als buitenlandse afnemers;
- de aangeboden GBL een zuiverheid van 99,99% heeft;
- voor het gebruik als of in een schoonmaakmiddel het niet nodig is om GBL te gebruiken met een zuiverheid van 99,99%;
- GBL met een zuiverheid van 99,99% een hoge prijs heeft. Het middel wordt daardoor voor de particuliere consument als schoonmaakmiddel onaantrekkelijk, temeer omdat er vergelijkbare schoonmaakproducten voorhanden zijn tegen een fractie van de prijs van GBL. Deze schoonmaakmiddelen zijn bovendien heel makkelijk verkrijgbaar, in een willekeurige doe het zelf zaak.
- voor de productie van GHB of de inname van GBL een zuiverheid van 99,99% wel van belang is;
- verdachte voornamelijk kleine hoeveelheden GBL leverde, wat erop duidt dat er aan particulieren werd geleverd;
- verdachte wist dat GHB van GBL kon worden gemaakt;
- er van de door verdachte geleverde GBL ook daadwerkelijk GHB is gemaakt;
- verdachte ervan op de hoogte was dat er door zijn klanten misbruik van de door hem geleverde GBL was gemaakt.
Verdachte verkocht in zijn webshop enkel 99,99% zuivere GBL als “schoonmaakmiddel”, nadat afnemers, kort weergegeven, hadden verklaard dat ze geen misbruik van de GBL zouden maken. Gelet op wat hiervoor is overwogen, beschouwt de rechtbank deze gebruikersverklaringen slechts als een ‘papieren tijger’ enkel bedoeld om verdachtes handelen een legale schijn te geven, terwijl het voorts eens te meer aangeeft dat verdachte zich terdege bewust was van het gebruik van GBL als grondstof voor GHB. Daadwerkelijke controle op het uiteindelijke gebruik van de GBL heeft verdachte niet uitgeoefend.
De rechtbank overweegt verder nog het volgende. GBL wordt behalve als grondstof voor GBH ook zelf als verdovend middel gebruikt. De rechtbank moet daarom ook motiveren waarom de rechtbank overtuigd is van de wetenschap van verdachte dat niet alle klanten de GBL kochten om deze in zuivere vorm te consumeren in plaats van deze te gebruiken als grondstof voor GBH. De rechtbank wijst in dat verband op de zoektermen van de website die klanten aantrekt die GBH willen maken. Ook wijst de rechtbank erop dat er ook klanten waren die voor het verbod op de handel in en het voorhanden hebben van GBH al koper van GBL waren van verdachte met zijn wetenschap dat zij GBH produceerden, zodat mag worden aangenomen dat hun reden om GBL te blijven kopen niet verandert vanaf het moment van het op de bij de Opiumwet horende lijst I komen van GBH.
De rechtbank is op grond van voorstaande feiten en omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang en verband, van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte moet hebben geweten dan wel ernstige reden had te vermoeden dat (een groot deel van) zijn klanten de door hem geleverde GBL aanwendden voor de bereiding van GHB. De uitsluitend particuliere klantenkring, afnemers die met key words als ‘
buy ghb’,
gbl high’, ‘GHB’,
‘drugs’en
‘GHB maken’op de website komen, de frequentie waarmee een deel van de klanten afnam, het belang dat werd toegekend aan de zuiverheid van de GBL, de hoogte van de verkoopprijs in verhouding tot de inkoopprijs, verdachtes bekendheid met de productie van GHB, alsmede verdachtes verklaring dat afnemers een eindgebruikersverklaring moesten invullen, zijn omstandigheden die geen andere conclusie kunnen dragen.
De rechtbank acht, mede gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van het bovenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met betrekking tot de handel in GBL voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet heeft gepleegd.