ECLI:NL:RBOVE:2016:2725

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juli 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
08.760201-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor afpersing na onvoldoende bewijs

Op 19 juli 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak waarbij een 26-jarige man werd vrijgesproken van afpersing. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte als (mede)pleger betrokken was bij de tenlastegelegde feiten. De zaak betrof een afpersing waarbij het slachtoffer, een man uit IJsselmuiden, onder druk werd gezet om een bedrag van 20.000 euro te betalen. De verdachte had weliswaar geholpen bij het faciliteren van seksafspraken, maar er was geen bewijs dat hij daadwerkelijk betrokken was bij de afpersing zelf. Een medeverdachte, een 25-jarige man uit Kampen, werd wel veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf en moest een schadevergoeding van bijna 9.300 euro betalen aan het slachtoffer. De rechtbank stelde vast dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk was in zijn vordering, nu de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak volgde na een openbare terechtzitting op 5 juli 2016, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet bewezen kon worden geacht het tenlastegelegde feit te hebben begaan, en sprak hem vrij.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.760201-15
Datum vonnis: 19 juli 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte 1] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 juli 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. W. Pustjens en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman, mr. S.F.J. Smeets, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
tezamen en in vereniging, althans alleen, [slachtoffer] heeft afgeperst,
feit 2:
tezamen en in vereniging, althans alleen, een poging heeft gedaan om [slachtoffer] af te persen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2015 tot en met 3 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 8.000 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- twee/een (meerderjarige) meisje(s) heeft/hebben gefaciliteerd in
het aanmaken/hebben van een e-mailaccount ( [e-mailadres] )
voor het aanbieden van zichzelf (onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of “ [naam 2] )
voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en/of
het maken (via internet) van een seksafspraak (tegen betaling van een
geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- een of meer e-mail(s) en/of SMS- en/of Whats App-berichten(en) met
betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] heeft/hebben gestuurd
en/of
- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld op de hoogte te zijn van die
seksafspraak en/of daarbij (als bewijs) een door die [slachtoffer] aan
voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en/of het e-mailadres van die
[slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld dat een persoon(te weten de
vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven
aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die
[slachtoffer] door de knieën/neer te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] SMS- en/of Whats App- berichten heeft/hebben laten
lezen/zien ( onder andere van ene “ [naam 4] ” en/of ene “ [naam 3] ”)
waaruit voornoemde bedreiging(en) zou(den) blijken en/of
- in het bijzijn van die [slachtoffer] telefonisch contact met d(i)e

opdrachtgever heeft/hebben opgenomen en/of

- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000
Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden
[slachtoffer] niet door door de knieën/neer zouden schieten, althans (een)
mededeling(en) van soortgelijke dreigende aard of strekking aan die
[slachtoffer] heeft/hebben gedaan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2015 tot en met 14 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
- twee/een (meerderjarige) meisje(s) gefaciliteerd in
het aanmaken/hebben van een e-mailaccount ( [e-mailadres] )
voor het aanbieden van zichzelf (onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of [naam 2] ”)
voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en/of
het maken (via internet) van een seksafspraak (tegen betaling van een
geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- een of meer e-mail(s) en/of SMS- en/of Whats App-berichten (en) met
betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] gestuurd
en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld op de hoogte te zijn van die
seksafspraak en/of daarbij (als bewijs) een door die [slachtoffer] aan
voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en/of het e-mailadres van die
[slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat een persoon (te weten de
vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven
aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die
[slachtoffer] door de knieën/neer te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] SMS- en/of Whats App- berichten laten lezen/zien
onder andere van ene “ [naam 4] ” en/of ene “ [naam 3] ”), waaruit voornoemde
bedreiging(en) zouden) blijken en/of
- in het bijzijn van die [slachtoffer] telefonisch contact met d(i)e

opdrachtgever opgenomen en/of

- aan die [slachtoffer] (aanvankelijk) medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000
Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden
[slachtoffer] niet door door de knieën/neer zouden schieten, althans (een)
mededeling(en) van soortgelijke dreigende aard of strekking aan die
[slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens)
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat de auto van (mededader) O. [verdachte 2] was
afgepakt (door die opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) uit
verbolgenheid (om)dat die [verdachte 2] die [slachtoffer] had geholpen en/of
dat ook die [verdachte 2] en/of de familie van die [verdachte 2] werd bedreigd (door die
opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat deze (nu) 20.000 Euro moest betalen en
anders die [slachtoffer] en/of de vrouw en/of de kinderen en/of de moeder van
die [slachtoffer] gepakt zou(den) worden , althans iets zou worden aangedaan,
althans (een) mededeling(en) van dergelijke dreigende aard of strekking
gedaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken en dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte als (mede)pleger bij de tenlastegelegde feiten betrokken is geweest, zodat vrijspraak moet volgen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat zijn cliënt op welke wijze dan ook bij de tenlastegelegde feiten betrokken is geweest.
5.2
De overweging van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat in het dossier onvoldoende bewijs voorhanden is voor het oordeel dat verdachte als (mede)pleger betrokken is geweest bij de ten laste gelegde afpersing dan wel poging tot afpersing van aangever [slachtoffer] . Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat verdachte, tezamen met medeverdachte [verdachte 2] , getuigen [getuige 1] en [getuige 2] heeft geholpen door het faciliteren van seksafspraken en dat verdachte zijn huis ter beschikking heeft gesteld voor een ontmoeting tussen aangever [slachtoffer] en medeverdachte [verdachte 2] . Van een verdere betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten is niet gebleken, zodat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich als (mede)pleger schuldig heeft gemaakt aan afpersing dan wel poging tot afpersing van [slachtoffer] .
De conclusie van voorgaande is dat de rechtbank niet bewezen acht wat aan de verdachte is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De vordering van de benadeelde partij

[slachtoffer] , wonende te [adres 1] heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van tenminste
€ 9.292,75 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, nu verdachte van het tenlastegelegde wordt vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer] , wonende te [adres 1] , niet-ontvankelijk is in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. F. van der Maden en mr. C.H. Beuker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A. de Haan-Geertsema, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2016.
Buiten staat
mr. F. van der Maden en mr. C.H. Beuker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.