ECLI:NL:RBOVE:2016:2724

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 juli 2016
Publicatiedatum
19 juli 2016
Zaaknummer
08.952708-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor afpersing met bedreiging van geweld in Kampen

Op 19 juli 2016 heeft de Rechtbank Overijssel een 25-jarige man uit Kampen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden voor afpersing. De man dwong een slachtoffer uit IJsselmuiden om 20.000 euro te betalen, onder dreiging van geweld door leden van een motorclub. Het slachtoffer, die een vrouw en kinderen had, voelde zich gedwongen om niet naar de politie te stappen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan zowel afpersing als poging tot afpersing. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer en getuigen, die bevestigden dat de verdachte het slachtoffer had bedreigd en gedwongen om geld te betalen. De rechtbank sprak een medeverdachte vrij, terwijl de strafzaak van een andere verdachte werd uitgesteld. De rechtbank legde ook een schadevergoeding op van bijna 9.300 euro aan het slachtoffer, die de verdachte moet betalen. De rechtbank benadrukte de kwetsbaarheid van het slachtoffer en het gebrek aan schuldbesef van de verdachte, wat leidde tot de beslissing om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.952708-15
Datum vonnis: 19 juli 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
5 juli 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. W. Pustjens en van wat namens de verdachte door zijn raadsman, mr. M.J.C. Verlaan, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
tezamen en in vereniging, althans alleen, [slachtoffer] heeft afgeperst,
feit 2:
tezamen en in vereniging, althans alleen, een poging heeft gedaan om [slachtoffer] af te persen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2015 tot en met 3 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 8.000 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s)
- twee/een (meerderjarige) meisje(s) heeft/hebben gefaciliteerd in
het aanmaken/hebben van een e-mailaccount ( [e-mailaccount] )
voor het aanbieden van zichzelf (onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of “ [naam 2] ”)
voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en/of
het maken (via internet) van een seksafspraak (tegen betaling van een
geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- een of meer e-mail(s) en/of SMS- en/of Whats App-berichten(en) met
betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] heeft/hebben gestuurd
en/of
- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld op de hoogte te zijn van die
seksafspraak en/of daarbij (als bewijs) een door die [slachtoffer] aan
voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en/of het e-mailadres van die
[slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld dat een persoon(te weten de
vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven
aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die
[slachtoffer] door de knieën/neer te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] SMS- en/of Whats App- berichten heeft/hebben laten
lezen/zien ( onder andere van ene “ [naam 4] ” en/of ene “ [naam 3] ”)
waaruit voornoemde bedreiging(en) zou(den) blijken en/of
- in het bijzijn van die [slachtoffer] telefonisch contact met d(i)e

opdrachtgever heeft/hebben opgenomen en/of

- aan die [slachtoffer] heeft/hebben medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000
Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden
[slachtoffer] niet door door de knieën/neer zouden schieten, althans (een)
mededeling(en) van soortgelijke dreigende aard of strekking aan die
[slachtoffer] heeft/hebben gedaan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2015 tot en met 14 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden en/of elders in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro, althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
- twee/een (meerderjarige) meisje(s) gefaciliteerd in
het aanmaken/hebben van een e-mailaccount ( [e-mailaccount] )
voor het aanbieden van zichzelf (onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of [naam 2] ”)
voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en/of
het maken (via internet) van een seksafspraak (tegen betaling van een
geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- een of meer e-mail(s) en/of SMS- en/of Whats App-berichten (en) met
betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] gestuurd
en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld op de hoogte te zijn van die
seksafspraak en/of daarbij (als bewijs) een door die [slachtoffer] aan
voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en/of het e-mailadres van die
[slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat een persoon (te weten de
vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven
aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die
[slachtoffer] door de knieën/neer te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] SMS- en/of Whats App- berichten laten lezen/zien
onder andere van ene “ [naam 4] ” en/of ene “ [naam 3] ”), waaruit voornoemde
bedreiging(en) zouden) blijken en/of
- in het bijzijn van die [slachtoffer] telefonisch contact met d(i)e

opdrachtgever opgenomen en/of

- aan die [slachtoffer] (aanvankelijk) medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000
Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden
[slachtoffer] niet door door de knieën/neer zouden schieten, althans (een)
mededeling(en) van soortgelijke dreigende aard of strekking aan die
[slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens)
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat zijn, verdachtes auto, was
afgepakt (door die opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) uit
verbolgenheid (om)dat verdachte die [slachtoffer] had geholpen en/of
dat ook hij, verdachte, en/of zijn, verdachtes familie werd bedreigd (door die
opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) en/of
- aan die [slachtoffer] medegedeeld dat deze (nu) 20.000 Euro moest betalen en
anders die [slachtoffer] en/of de vrouw en/of de kinderen en/of de moeder van
die [slachtoffer] gepakt zou(den) worden , althans iets zou worden aangedaan,
althans (een) mededeling(en) van dergelijke dreigende aard of strekking
gedaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de tenlastegelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij (hoofdelijk) wordt toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van de bewijsmiddelen die als bijlage aan dit vonnis zijn gehecht en daarvan deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten met uitzondering van het tenlastegelegde “medeplegen” wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
De raadsman heeft ten aanzien van beide feiten vrijspraak bepleit omdat wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat zijn cliënt als pleger, noch als medepleger van de vermeende afpersing en de poging daartoe is aan te merken.
5.2
De overweging van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich aan de tenlastegelegde feiten heeft schuldig gemaakt.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit het proces-verbaal van aangifte van aangever [slachtoffer] blijkt dat hij via de website ‘ [website] ’ in contact was gekomen met twee meisjes die zich voordeden als [naam 2] en [naam 1] . In de periode die volgde heeft aangever via de e-mail en WhatsApp met deze [naam 2] en [naam 1] contact gehad en heeft hij op maandag 31 augustus 2015 met hen een afspraak gemaakt om ze op 21 september 2015 te ontmoeten om voor 2000 euro seks met hen te hebben.
Vervolgens is aangever op woensdag 2 september 2015 gebeld door ene [verdachte] die hem vertelde dat hij een foto van hem had en daarover met hem wilde praten. Die avond heeft aangever met deze [verdachte] een gesprek gehad in een woning in Kampen. Bij dit gesprek was een Antilliaanse jongen aanwezig. Tijdens dit gesprek vertelde [verdachte] aan aangever dat de vader van [naam 2] of [naam 1] achter de ‘seksafspraak’ was gekomen en aan leden van de motorclub [motorclub] de opdracht had gegeven om aangever hiervoor door zijn knieën te schieten. [verdachte] vertelde aan aangever dat de bij het gesprek aanwezige Antilliaanse man vanwege deze ontdekking vanuit Amsterdam naar Kampen was gekomen. Vervolgens belde [verdachte] in het bijzijn van aangever met ene ‘ [naam 3] ’. Naar aanleiding van dit telefoongesprek vertelde [verdachte] aan aangever dat als hij 9000 euro zou betalen, de [motorclub] jongens hem niet door zijn knieën zouden schieten. Uit angst en ter voorkoming van lichamelijk leed heeft aangever het genoemde bedrag daarop aan verdachte gegeven.
Op 12 september 2015 heeft verdachte nogmaals contact opgenomen met aangever en aan hem verteld dat aangever nogmaals een geldbedrag moest betalen, te weten in dit geval 20.000 euro, om te voorkomen dat aangever en/of zijn vrouw en/of zijn kinderen alsnog gepakt zouden worden. Aangever heeft hierover met [verdachte] in IJsselmuiden een gesprek gehad, waarbij dezelfde Antilliaanse man, nu zittend in de auto waarmee [verdachte] was gekomen, aanwezig was. Omdat aangever dit niet kon betalen en uit angst, is hij naar de politie gestapt om aangifte te doen.
De rechtbank is van oordeel dat deze door aangever in zijn aangifte afgelegde verklaringen op meerdere punten worden ondersteund door de verklaringen die zijn afgelegd door getuigen [getuige 1] en [getuige 2] en door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] .
Getuigen [getuige 1] en [getuige 2] hebben verklaard dat zij zich om geld te verdienen wilden laten prostitueren en dat zij daarbij hulp hebben gekregen van verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte 2] . Om de dames in “de markt te zetten” zijn er door de heren foto’s en een filmpje van getuigen gemaakt in de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] . Beiden getuigen hebben verklaard dat [verdachte] alles zou regelen, dat hij de advertentie heeft geplaatst en dat hij contact onderhield met de mannen die op de advertentie reageerden.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij van [medeverdachte 1] had gehoord dat [medeverdachte 1] en [verdachte] een plan hadden bedacht om iemand af te persen, te weten een man die met twee meisjes seks wilde hebben. Deze man zou een vrouw en kinderen hebben en zou nooit naar de politie gaan. Tevens heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij op 2 september 2015 bij een gesprek tussen [verdachte] en aangever aanwezig is geweest en dat [verdachte] hem had gezegd dat [verdachte] alles zou doen en dat [medeverdachte 1] alleen maar hoefde te knikken om hetgeen [verdachte] tegen aangever zei te bevestigen. [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat hij van [verdachte] moest doen of hij uit Amsterdam kwam en dat [verdachte] aan aangever een foto heeft laten zien en aan aangever heeft verteld dat er mensen naar aangever op zoek waren. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij niet meer precies weet wat [verdachte] allemaal heeft gezegd, maar wel dat het er om ging om aangever geld af te troggelen. In het gesprek heeft [verdachte] gebeld, maar dat was nep, aldus [medeverdachte 1] . Aan de hand van wat [verdachte] allemaal zei was het net of [verdachte] een grote man aan de lijn had en dat aangever geld moest geven. Aangever zou een week de tijd hebben om het geld te geven. Toen aangever weg ging heeft hij 250 euro aan [medeverdachte 1] gegeven. In het gesprek heeft [verdachte] aan aangever verteld dat [medeverdachte 1] uit Amsterdam kwam en dat hij het geld moest meenemen om aan de jongens te geven, aldus [medeverdachte 1] .
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft tevens verklaard dat hij enige tijd later met [verdachte] naar IJsselmuiden is gereden, naar aangever. [verdachte] zei daarbij dat hij een beetje druk wilde zetten om de rest van het geld te krijgen. [verdachte] heeft in IJsselmuiden met aangever gesproken. [medeverdachte 1] is in de auto blijven wachten. Toen [verdachte] terug kwam, vertelde hij dat hij tegen aangever had gezegd dat wanneer hij niet zou betalen hij zijn vrouw en kinderen zou pakken en dat hij het geld nu wel zou krijgen.
De rechtbank is op grond van deze bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan zowel de tenlastegelegde afpersing van aangever als de tenlastegelegde poging daartoe.
De door verdachte afgelegde verklaringen worden door de rechtbank terzijde geschoven, nu deze verklaringen worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen en daarnaast op verschillende punten tegenstrijdig en ongeloofwaardig zijn.
Verdachte heeft verklaard dat hij niet betrokken is geweest bij de plannen van [getuige 2] en [getuige 1] om zich te laten prostitueren, dat hij het daarbij gebruikte e-mailadres niet kent en dat hij geen activiteiten heeft ondernomen dan wel contact met klanten heeft gehad, terwijl zowel getuigen [getuige 2] en [getuige 1] als medeverdachte [medeverdachte 2] hebben verklaard dat dit wel het geval is geweest.
Verdachte heeft daarnaast verklaard dat hij met iemand zou hebben gebeld ten tijde van het gesprek met aangever en dat die persoon hem zou hebben verteld wat aangever kon doen om te voorkomen dat hij door zijn knieën zou worden geschoten. Verdachte heeft verklaard dat hij tijdens het gesprek met aangever met een nummer zou hebben gebeld en dat hij dacht te spreken met een Antilliaanse jongen.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van 7 oktober 2015 blijkt echter dat alle keren dat verdachte tijdens het bedoelde gesprek heeft gebeld, hij belde naar een niet bestaand nummer en dat tijdwaarneming tijdens die (vermeende) gesprekken (aldus) niet heeft plaatsgevonden. In de telefoon die verdachte bij zijn aanhouding in bezit had, is daarnaast onder de naam ‘ [naam 3] ’, het telefoonnummer van verdachte zelf opgeslagen.
Verdachte heeft voorts verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] niet aanwezig was tijdens het tweede gesprek tussen aangever en verdachte, dat in IJsselmuiden heeft plaatsgevonden. Dit is ongeloofwaardig, nu dit niet strookt met de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] en de verklaring van aangever die beiden hebben verklaard dat [medeverdachte 1] wel aanwezig was (in de auto) bij het gesprek in IJsselmuiden.
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat uit de genoemde bewijsmiddelen niet kan volgen dat verdachte zich “tezamen en in vereniging met anderen of een ander” heeft schuldig gemaakt dat de tenlastegelegde feiten. Aldus zal verdachte van het ten laste gelegde “medeplegen” worden vrijgesproken.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij in de periode van 27 augustus 2015 tot en met 3 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van 8.000 Euro, toebehorende aan die [slachtoffer] , welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- twee meerderjarige meisjes heeft gefaciliteerd in het hebben van een e-mailaccount
(onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of “ [naam 2] ”) voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en
het maken van een seksafspraak (tegen betaling van een geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- e-mails en/of Whats App-berichten(en) met betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] heeft gestuurd en/of
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld op de hoogte te zijn van die seksafspraak en daarbij als bewijs een door die [slachtoffer] aan voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en het e-mailadres van die [slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat een persoon (te weten de vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die [slachtoffer] door de knieën te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] Whats App- berichten heeft laten zien (onder andere van ene “G” en/of ene “ [naam 3] ”) waaruit voornoemde bedreigingen zouden blijken en
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000 Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden [slachtoffer] niet door de knieën zouden schieten;
feit 2
hij in de periode van 27 augustus 2015 tot en met 14 september 2015 in de gemeente Kampen en/of IJsselmuiden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 20.000 Euro, toebehorende aan die [slachtoffer] ,
- twee meerderjarige meisjes heeft gefaciliteerd in het hebben van een e-mailaccount
(onder de na(a)m(en) “ [naam 1] ” en/of “ [naam 2] ”) voor seks (tegen betaling van een geldbedrag ) en het maken van een seksafspraak (tegen betaling van een geldbedrag) met die [slachtoffer] en/of
- e-mails en/of Whats App-berichten(en) met betrekking tot die seksafspraak naar die [slachtoffer] heeft gestuurd en/of
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld op de hoogte te zijn van die seksafspraak en daarbij als bewijs een door die [slachtoffer] aan voornoemd(e) meisje(s) verstuurde foto en het e-mailadres van die [slachtoffer] getoond en/of
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat een persoon(te weten de vader van een van die meisjes) vanwege die seksafspraak opdracht had gegeven aan leden van de club [motorclub] (uit onder andere Amsterdam en Zwolle) om die [slachtoffer] door de knieën te schieten en/of
- aan die [slachtoffer] Whats App- berichten heeft laten zien (onder andere van ene “ [naam 4] ” en/of ene “ [naam 3] ”) waaruit voornoemde bedreigingen zouden blijken en
- aan die [slachtoffer] (aanvankelijk) heeft medegedeeld dat, indien die [slachtoffer] 9.000 Euro, althans een geldbedrag zou betalen aan die ( [motorclub] )leden, die leden [slachtoffer] niet door de knieën zouden schieten;
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat zijn, verdachtes, auto was afgepakt (door de opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) uit verbolgenheid (om)dat verdachte die [slachtoffer] had geholpen en dat ook hij, verdachte, en zijn, verdachtes familie werd bedreigd (door de opdrachtgever en/of door die [motorclub] leden) en/of
- aan die [slachtoffer] heeft medegedeeld dat deze (nu) 20.000 Euro moest betalen en anders die [slachtoffer] en/of de vrouw en/of de kinderen en/of de moeder van die [slachtoffer] gepakt zouden worden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, en zal hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 45 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
afpersing,
feit 2
het misdrijf:
poging tot afpersing.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft slachtoffer [slachtoffer] , die zich, gezien de omstandigheden, in een zeer kwetsbare positie bevond, geld afhandig gemaakt en nadien nogmaals geprobeerd afhandig te maken. Het feit dat [slachtoffer] via de website ‘ [website] ’ op zoek was naar personen om seks mee te hebben, terwijl hij een vrouw en kinderen heeft, maakte hem voor verdachte tot een ideaal slachtoffer, omdat de kans klein was dat hij naar de politie zou stappen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij van deze situatie misbruik heeft gemaakt en hiermee een grove inbreuk op het leven van [slachtoffer] heeft gemaakt. Verdachte heeft geen enkel schuldbesef getoond door in zijn verzonnen verhaal te blijven volharden en niet aanwezig te zijn op de terechtzitting.
De rechtbank heeft er voorts rekening mee gehouden dat het algemeen bekend is dat slachtoffers als gevolg van de onderhavige feiten nog langdurig last hebben van nadelige psychische gevolgen, zoals gevoelens van onrust en onveiligheid. Verdachte heeft hiermee op geen enkele wijze rekening gehouden en heeft louter gehandeld uit persoonlijk financieel gewin.
Bij haar overweging heeft de rechtbank tevens acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie, betrekking hebben op verdachte, d.d. 23 mei 2016.
De rechtbank is op grond van bovenstaande van oordeel dat op de bewezen verklaarde feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Voor de duur van de gevangenisstraf neemt de rechtbank als strafvermeerderende factoren mee de professionele en buitengewoon listige wijze waarop het delict is gepleegd, de bedreiging met grof geweld en de kwetsbaarheid van het slachtoffer. Deze factoren, in combinatie met de wettelijke regels van samenloop en aftrek (nu het ten aanzien van feit 2 niet gaat om een voltooid delict maar een poging), maken dat de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden passend en geboden acht.

9.De schade van benadeelde

9.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer] , wonende te [adres] , heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van tenminste
€ 9.292,75, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde schade bestaat uit de volgende posten:
- € 8.492,75 materiële schade;
- € 800,- immateriële schade.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij integraal en hoofdelijk wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman van de verdachte heeft primair betoogd dat de vordering niet-ontvankelijk is aangezien zijn cliënt van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken en heeft subsidiair betoogd dat de vordering – indien zijn cliënt wordt veroordeeld voor het tenlastegelegde – redelijk is en voor toewijzing vatbaar.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in zijn vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door de bewezenverklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer.
In totaal zal de rechtbank het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 9.292,75, inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens de benadeelde partij [slachtoffer] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 27 en 57 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
3. het misdrijf:
poging tot afpersing;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
  • verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] in zijn vordering ontvankelijk;
  • veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. F. van der Maden en mr. C.H. Beuker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A. de Haan-Geertsema, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2016.
Buiten staat
mr. F. van der Maden en mr. C.H. Beuker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland, district IJsselland, Districtrecherche, met nummer PL0600-2015449389, en de bij dit dossier behorende bijlagen. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feit 1 en 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , d.d. 13 september 2015, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina 85-88):
(…) Tussen donderdag 27 augustus 2015 en zondag 13 september 2015 ben ik in de gemeente Kampen door bedreiging met geweld gedwongen om geld af te geven. (…) Ik zat op de site “ [website] ”. (…) Ik zag toen een advertentie staan van twee meisjes. (…) Ik heb hierop gereageerd via de mail en zo kregen wij contact. Zij gaven zich uit voor “ [naam 2] ” en “ [naam 1] ”. (…) In totaal heb ik vier mailtjes naar hun gestuurd en zij ook vier naar mij. (…) Het komt erop neer dat ik aan het beiden was om met die meisjes seks te hebben. (…) Het contact hierna is via de app gegaan. (…) Die maandag heb ik een afspraak gemaakt om die meisjes op 21 september 2015 te ontmoeten en dan sex te hebben voor 2000 euro. (…) Ik heb hun een foto van mij toegestuurd van mijn gezicht. (…) [verdachte] voerde het woord. Hij liet mij mijn foto zien, uitvergroot, die ik aan de meisjes had gestuurd. Mijn mailadres was erachter opgeschreven. Die foto had ik toen zelf speciaal gemaakt voor die meisjes en ik herkende die foto. (…) Diegenen die mij door de knieën zouden schieten waren leden van de club [motorclub] uit onder meer Amsterdam en Zwolle. Ze kenden het contact en verhaal tussen die twee meisjes en mij en dat ik een afspraak had gemaakt om seks te hebben met hen. De vader van (1) van die meisjes was hier ook achter gekomen en was hier heel kwaad over. (…) die vader had opdracht gegeven aan die club [motorclub] om mij te pakken te nemen. [verdachte] liet mij in zijn telefoon de namen zien van ene “ [naam 4] ” uit Zwolle en een “ [naam 3] ”. Deze namen stonden in een SMS-bericht of App dat gericht was aan [verdachte] . (…) Hij had nog meer SMS-berichten over die bedreigingen aan mij. (…) In mijn bijzijn belde [verdachte] met volgens mij die “ [naam 3] ” om het een en ander te bespreken. [verdachte] vertelde mij uiteindelijk dat ik 9000 euro moest betalen aan die [motorclub] jongens en dat ze mij dan niet door de knieën zouden schieten. (…) Ik voelde mij door dit alles zo bedreigd dat ik besloot om die 9000 euro te betalen. (…) Ik had dat geld niet. [verdachte] heeft toen geregeld dat er direct 1000 Euro aan die jongen kon worden meegegeven en dat er later 8000 Euro betaald zou worden. (…) Ik heb [verdachte] die 8000 Euro contant gegeven. (…) Gisteren vertelde [verdachte] mij dat hij in een loods was geweest in Amsterdam en dat ze toen zijn auto hadden afgepakt. Of dit de lui van [motorclub] waren of die vader uit Apeldoorn werd mij niet duidelijk. (…) Hij vertelde mij dat ze ze mijn moeder gingen pakken. Dit allemaal omdat hij mij had geholpen. Hij liet mij allerlei berichten in zijn telefoon zien van die “ [naam 3] ” dat ze mij “zouden pakken”, mijn vrouw en mijn kinderen. (…) [verdachte] vertelde mij dat ik nogmaals 20.000 Euro contant moest betalen, nu aan die vader uit Apeldoorn, anders zou ik alsnog “gepakt” worden. Deze man zou ook de auto van [verdachte] hebben. (…) Die 20.000 Euro moest ik voor maandag, 15:00, aan [verdachte] geven. Bij de tennisbaan in Kampen. (…);
2.
De als bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 13 september, gevoegde tekstberichten, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 89-93)
(…) From:[e-mailaccount](…) dus de hoogste bieder mag het meemaken met ons ik zou zeggen doe een bod en alleen op normale bod word op gereageerd! groeten [naam 2] en [naam 1] (…) Ik werd net weer gebeld morgen is de ultimatum! Heb doorgegeven dat ik kom dus wees om 3 uur bij tennisbaan.
Ook ruzie met vrouwtje om die kankerauto 3 uur morgen bij tennisbaan ik ben dan daar!! (…) tot morgen [slachtoffer] (…);
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 16 september 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 112-115)
(…) [verdachte] heeft wel via [medeverdachte 1] een e-mailadres gekregen. (…) De naam van [medeverdachte 1] is veranderd in de naam van [naam 2] . (…) We wilden op een eerlijke manier geld verdienen door ons te laten prostitueren voor geld. (..) [verdachte] zou alles regelen. Hij zou regelen dat wij met mannen naar bed zouden kunnen gaan voor een hoog bedrag. [verdachte] heeft een berichtje gemaakt/geplaats op een sexsite onder de naam [naam 2] en [naam 1] . (…) op een gegeven moment moesten wij van [verdachte] naar [medeverdachte 1] gaan om bij hem een wachtwoord op te halen van zijn e-mailadres. (…) We hebben van [medeverdachte 1] een wachtwoord gekregen. (…)V: Heb jij überhaupt contact gelegd via genoemd emailadres of via de app met mannen die seks met [naam 1] of [naam 2] wilden hebben? A: Nee. (…) [verdachte] heeft alle contacten gelegd en gereageerd op mails. (…);
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 16 september 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 130-133)
(…) Uiteindelijk bleek toch dat [verdachte] de zakelijke kant naar zich toetrok. (…) In ieder geval was het zo geregeld dat [verdachte] de mails van onze klanten zou behandelen. Hij zou hier op gaan reageren. Voor zover ik weet werd er ook wel gebeld en gesmst op het nummer dat aan potentiele klanten werd gegeven. (…) In principe reageerde alleen [verdachte] op de apps, die binnenkwamen van klanten. (…);
5.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 30 september 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 159-163)
(…) [medeverdachte 1] en [verdachte] hadden een plan bedacht om iemand geld af te troggelen. (…) Ze hadden het over ene [naam 5] van de viskraam uit IJsselmuiden. (…) Ze hadden hem uitgekozen, omdat hij een vrouw en kinderen had. (…) [verdachte] zou zeggen dat men hem, die andere man, werd gezocht en ik moest dat met een knikje bevestigen. (…) [verdachte] liet de man een foto van de man zien en ik hoorde [verdachte] zeggen dat ik hem aan de hand van de foto zocht. De man zou met twee meisjes seks hebben gehad of dat willen. (…) Ik hoorde [verdachte] tegen de man zeggen, dat hij hem wilde helpen, dat er mannen hem zochten en dat hij anders niks voor hem kon doen. (…) Ik weet niet meer wat [verdachte] allemaal gezegd heeft, maar het ging erom om van die man geld af te troggelen. (…) In het gesprek pakte [verdachte] zijn telefoon en ging bellen. Die man gaf op het laatst wat geld aan mij, 250 euro. Dat moest van [verdachte] , die had die man bang gemaakt. (…) De man moest geld betalen. (…) V= Hoe laat kwam die man en hoe laat ging hij weg? A= volgens mij tegen 20;30 uur. Ik denk dat hij rond 23;00 wegging. (…) Veel later wilde [verdachte] naar die man in IJsselmuiden. Ik had toen mijn auto en heb hem gereden. (…) [verdachte] zei dat hij naar IJsselmuiden wilde, naar die [slachtoffer] . Hij zei zoiets van dat hij een beetje druk wilde zetten om de rest van het geld te krijgen. (…) [verdachte] sprak die [slachtoffer] aan op de markt in IJsselmuiden. (…) Toen [verdachte] terugkwam, zei hij tegen mij, dat hij [slachtoffer] had gezegd, dat wanneer hij niet zou betalen hij zijn vrouw en kinderen zou pakken. (…) Hij zei “ik” maar ik denk dat hij de zogenaamde anderen uit Amsterdam wel bedoelen. (…) Hij vertelde nog dat [slachtoffer] maandag zou moeten betalen.(…);
6.
Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 5 oktober 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 176-178)

(…) De volgende dag bracht ik 8000 euro naar [verdachte] achter het oude politiebureau in Kampen. (…) Toen liet hij mij zijn telefoon zien en op zijn telefoon zag ik de contactnaam [naam 3] staan. Daaronder stond een bericht, dat ik iedere dag 1000 euro extra moest betalen of dat ik of mijn familie zou worden gepakt. (…);

7.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 oktober 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 183 en 184)
(…) Uit de vastgelegde gegevens in de telefoon van [verdachte] is gebleken, dat hij op woensdag 2 september 2015, tussen 20:00 en 21:16, de door aangever [slachtoffer] opgegeven periode dat hij in de woning van [medeverdachte 2] verbleef, vijf maal zou hebben gebeld, maar dat tijdwaarneming niet heeft plaatsgevonden (00:00 uur). (…) Als [slachtoffer] en [verdachte] , in gezelschap van [medeverdachte 1] in de woning van [medeverdachte 2] in gesprek gaan, wordt de eerste keer uit-gebeld om 20:22:12 uur en de laatste keer om 20:58:39 uur. (…) In alle vijf gevallen wordt gebeld met het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 1] . Blijkens een bevraging van CIOT is dit een niet bestaand nummer. Het nummer heeft een (1) cijfer te veel, immers Nederlandse telefoonnummer kennen een 10 cijferreeks. (…) Uit de vastgelegde gegevens in de telefoon van [verdachte] , is mij, verbalisant, niet gebleken, dat het nummer 06- [telefoonnummer 1] op andere dagen of tijdstippen is benaderd, via gesprek of SMS, dan zoals hierboven staan weergegeven. (…);
8.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 16 september 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 38-41)
(…) V: Die Antilliaan die in de woning van [medeverdachte 1] is geweest en op de Markt, hoe heet hij? A: [naam 6] . (…) V:[e-mailaccount]is aangemaakt door [medeverdachte 2] , jouw rol in deze is dat [medeverdachte 1] verklaart dat hij dit e-mail adres heeft weggegeven aan jou. A: Ik heb nooit van hem dit e-mailadres gekregen. V: [medeverdachte 1] zegt dat jij betrokken bent bij het e-mailadres samen met twee meisjes. A: Dat is niet zo. (…);
9.
Het proces-verbaal voortgangsverslag d.d. 28 september 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 122-124)
(…) Bij zijn aanhouding was [verdachte] in bezit van een Nokia, type E51 RM 224. Dit toestel werd in beslag genomen en onderzocht. (…) Het toestel was voorzien van een SIM-kaart met het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 2] . (…) Uit de aangeleverde gegevens zag ik, verbalisant, dat in de lijst met contacten het telefoonnummer 06- [telefoonnummer 2] was vermeld onder de naam “ [naam 3] Zwolle”. Dit is hetzelfde nummer als het door [verdachte] gebruikte telefoonnummer. Voorts was in de contacten tweemaal het contact “G” ingevoerd met de telefoonnummers 06- [telefoonnummer 3] en 06- [telefoonnummer 4] . In de vastgelegde gegevens zijn door mij geen telefoonloggings of sms berichten gevonden tussen het nummer van het toestel van [verdachte] en beide nummers van “ [naam 4] ”. (…) In de map images werden door mij twee foto’s aangetroffen, foto’s zoals die door de getuigen [getuige 2] en [getuige 1] zijn omschreven. (…).