Op 18 juli 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 20-jarige man uit Geesteren, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk zonder de benodigde vergunningen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 november 2014 in Geesteren, gemeente Tubbergen, professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad, wat in strijd is met de wetgeving omtrent vuurwerk. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde anders.
Tijdens de zitting op 4 juli 2016 heeft de verdachte een bekennende verklaring afgelegd. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van de politie en de bekennende verklaring van de verdachte, in overweging genomen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het ten laste gelegde feit bewezen kon worden verklaard.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de persoon van de verdachte. De verdachte had geen eerdere veroordelingen en had volledig meegewerkt aan het onderzoek. De rechtbank besloot dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet op zijn plaats was, maar dat de opgelegde straf voldoende zou zijn om de verdachte te waarschuwen voor de toekomst.