4.
Het op pagina 1512 en verder opgenomen proces-verbaal verhoor medeverdachte
[verdachte 1] d.d. 11 februari 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van medeverdachte.
O: Je hebt gisteren verklaard dat je ook de overval op het [tankstation 2] aan de [adres 5]
te Hengelo, op donderdag 4 december 2014 hebt gepleegd. We hebben ook
afgesproken dat we je daar vandaag over gaan horen.
V: Waarom wilde je nu weer een overval plegen?
A: Ik wilde weer om dezelfde reden een overval plegen, en dat is vanwege gokschulden.
Ik had nog niet genoeg geld om die schuld af te betalen.
V: Wanneer kwamen je op het idee om deze overval te plegen?
A: Ik denk dat dit op dezelfde avond is geweest, toen ik die overval als zwarte Piet
heb gepleegd, ik weet dit niet 100 procent zeker. Ik weet wel dat we bij [verdachte 2]
de buiten hadden verdeeld, en dat ik er toen achter kwam, dat ik nog niet
genoeg geld had om mijn schulden af te betalen.
V: Wie kwam er op het idee om deze overval te plegen?
A: Ik weet niet wie er op het idee kwam om weer een overval te plegen. [verdachte 2] en ik
hebben het uiteindelijk wel samen besloten om weer een overval te plegen. Ik heb wel
gezegd, dat ik niet weer een knuppel mee wilde nemen omdat ik wel geschrokken was
door wat er was gebeurd, ik had echter nog niet het besef wat de gevolgen waren. Ik
wilde nu iets meenemen, waar ik iemand geen pijn mee kon doen. Ik weet dat ik toen nog niet volwassen genoeg was en me niet heb gerealiseerd wat ik een ander daar mee aan deed, door een overval te pleeg. Dat besef heb ik nu wel, ik kan het echter niet meer terug draaien. Het enige wat ik kan doen is nu alles eerlijk vertellen. Ik geloof dat [verdachte 2] met het voorstel kwam om een echt pistool te gebruiken. Ik wilde echter geen echt pistool aanschaffen, omdat dit te duur was. Er is afgesproken dat ik de overval zou plegen.
V: Hoe werden de rollen verdeeld?
A: [verdachte 2] zou weer het voorwerk doen en ik zou de overval plegen.
V: Waarom ging jij de overval dan weer plegen en niet [verdachte 2] ?
A: [verdachte 2] vond dat ik langer was en gevaarlijker overkwam dan hij en ik was het daar
wel mee eens.
V: Wat is er vervolgens afgesproken?
A: Ik heb voorgesteld om alarmpistool in Duitsland te gaan halen. Ik wist een winkel
in Gronau, die ook messen verkoopt en dergelijke, waar je ook alarmpistolen kon kopen. Ik weet niet op welke dag ik dat alarmpistool in Gronau heb gekocht, het is in ieder geval op een dag geweest, gelegen tussen beide overvallen. Dus tussen 30 november en 4 december 2014.
V: Wat was de prijs van dat gasalarmpistool?
A: De prijs was tussen de 50 en 100 euro. Dit is aangeslagen op de kassa en ik heb een doordruk van de uitgeschreven kwitantie meegekregen.
V: Heb je dat alleen betaald?
A: Ik denk dat [verdachte 2] en ik dit samen hebben betaald. [verdachte 2] is niet mee geweest om
dat gasalarmpistool te kopen.
V: Moest je toen ook je identiteitsbewijs nog laten zien?
A: Dat weet ik niet meer, of ik dat heb laten zien.
V: Waarom dit tankstation?
A: [verdachte 2] vond dit een belangrijk tankstation in de omgeving. Het was daar druk en er
zou dan waarschijnlijk ook veel geld zijn. Hier hadden we het voordat de overval werd
gepleegd al over gehad. Ik zelf kende het tankstation niet. [verdachte 2] kende het
tankstation en hij wist ook dat daar buiten toiletten waren, waarvoor je de sleutel
binnen moest ophalen.
V: Wat is er van te voren afgesproken over deze overval?
A: Ik zou de overval plegen en [verdachte 2] zou van te voren de situatie bekijken. Hij zou kijken of veiligheidswand naar beneden was.
V: Hoe ben je die dag naar Hengelo gegaan?
A: Ik ben weer met zwarte Opel Zafira naar Hengelo gegaan. Dat is de auto van mijn vader.
V: Waar ben je toen heen gegaan?
As Ik ben naar [verdachte 2] gegaan, naar het huis waar hij eerst woonde met zijn vader aan de [adres 2] .
V: Was het op donderdag, 4 december 2014 toen je naar Hengelo, naar [verdachte 2] ging, ook
al duidelijk dat jullie die dag de overval op het tankstation gingen plegen.
A: Ik denk het wel, ik weet het niet helemaal zeker.
V: Wanneer heb je het gasalarmpistool meegenomen naar Hengelo?
A: Dat was ook op die dag, op donderdag 4 december 2014.
V: Wat is er nog meer meegenomen om die overval te kunnen plegen?
A: Ik heb niks specifieks meegenomen, ik was normaal gekleed.
V: Welke kleding droeg je tijdens de overval?
A: Ik droeg denk ik een blauwe spijkerbroek, die rood met witte Pumaschoenen, een
arafatsjaal. Dit is de sjaal die ook op de foto’s staan van de camerabeelden. Ik had
volgens mij eerst wel een jas aan, maar die heb ik tijdens de overval niet aangehad.
Onder de jas droeg ik een zwarte trui of sweater, zonder ritssluiting of knopen aan
de voorkant. Onderaan de trui zaten ook nog twee zakken, die met elk verbonden.
waren. De hals van de trui was hoog. De trui was verder voorzien van nepleren
stukken. Ik droeg een donker kleurige pet. Ik denk dat ik de pet ergens bij heb
gekregen, het was in ieder geval geen pet van een bepaald merk. Ik weet niet hoe lang
ik die pet al had.
Ik draag normaal gesproken geen pet en ik denk dat ik toen de pet droeg om niet
herkend te worden.
V:Je bent dus naar [verdachte 2] gegaan, hoe lang voor de overval was je daar ongeveer?
A: Dat weet ik niet meer. Ik weet wel dat we nog wat hebben gedronken bij [verdachte 2] .
Toen we wegreden naar het tankstation, was het al donker.
V: Hoe zijn jullie naar het tankstation gereden?
A: Dat was ook met de Opel Zafira en [verdachte 2] heeft mij de weggewezen naar het
tankstation.
V: Waar heb je de auto neer gezet?
A: Ik kan het op de plattegrond aanwijzen, dit is dan op de Pierre Montreuxstaat. Van
daar uit kon ik zo schuin kijken naar het tankstation, terwijl [verdachte 2] naar het
tankstation ging om de situatie daar te bekijken.
Opmerking verbalisanten: wij toonden de verdachte een plattegrond van Googlemaps van
de omgeving van het [tankstation 2] aan de [adres 5] te Hengelo. Hierop
werd door hem aangegeven waar de auto werd geparkeerd.
Deze plattegrond wordt als bijlage 1 bij dit proces-verbaal gevoegd.
V: Hoe laat was het ongeveer toen de auto daar werd geparkeerd aan de Pierre
Montreuxs?
A: Het was donker, maar ik weet geen tijdstip.
V: Wat deed jij, toen [verdachte 2] naar het tankstation was?
A: Ik ben als een ADHD patiënt heen en weer ben gaan lopen. Ik ben vanaf de auto naar
de hoek van de straat gelopen, dit zou 5 a 10 meter kunnen zijn. Ik weet wel dat ik
bloednerveus was.
V: Na hoeveel tijd kwam [verdachte 2] weer terug?
A: Ik denk na ongeveer vijf minuten, het leek heel lang.
V: [verdachte 2] komt dan weer terug, wat hebben jullie toen gedaan?
A: Toen zijn wij daar weggereden.
V: Waar heb je de auto toen geparkeerd?
A: Als ik de plattegrond zo bekijk, zijn we vanaf de Pierre Montreuxstraat linksaf
geslagen en vervolgens de Hasselerbaan overgestoken, daarna zijn we de eerste weg
links ingereden. Daar heb ik de auto geparkeerd. Ik kan mij niet herinneren aan welke
kant van de straat ik de auto heb geparkeerd.
Opmerking verbalisanten: wij toonden de verdachte weer de plattegrond van googlemaps
van de omgeving van het [tankstation 2] aan de [adres 5] te Hengelo.
Hierop werd door hem aangegeven waar de auto werd geparkeerd.
Deze plattegrond wordt als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
V: Wat heeft [verdachte 2] jou verteld over de situatie in het tankstation?
A: Dat er een homo achter de balie stond, hij bedoelde daarmee dat die persoon een mietje was. Verder heeft hij gezegd, dat ik gewoon bij het geld in de kassa kon komen. Hij bedoelde daarmee dat er geen veiligheidswand omlaag was.
V: Nadat jullie daar de auto hebben geparkeerd, wat ben je toen gaan doen?
A: Ik ben naar het [tankstation 2] tankstation gelopen om daar de overval te plegen. Ik merk daarbij dat ik geld wilde hebben en dat ik het meer zag als een soort van diefstal.
V: Wat heeft [verdachte 2] toen gedaan?
A: [verdachte 2] bleef bij de auto. Hij is niet in de auto gaan zitten, want ik had de auto
afgesloten en ik had de sleutels bij mij.
Toen ik wegliep is [verdachte 2] nog een stukje met mij mee gelopen tot aan de kruising van
de Cornelis Dopperstraat en de Dinand Dijnkhuisstraat. Vanaf die hoek had hij zich op
het tankstation.
V: Hoe liep jij naar het tankstation?
A: Aan de linkerkant van de rijbaan, bevond zich een trottoir. Via dit trottoir ben
ik de Hasselerbaan over gestoken en naar het tankstation gelopen. Volgens ben ik
onderweg nog een man met een hond tegen gekomen, althans ik denk dat.
V: Waar had je op dat moment het pistool?
A: Ik denk in mijn broek, ik weet dit niet meer precies.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Ik ben naar de kassa balie in de shop van het tankstation gelopen. Ik liep een
beetje alsof ik nodig naar het toilet moest. Bij de balie aangekomen, vroeg ik naar
de sleutel van het toilet. Ik had de informatie dat er een sleutel van het toilet was
van [verdachte 2] gekregen
V: Waarom vroeg je naar die sleutel?
A: Dan had ik tijd om het pistool te pakken.
V: Wat deed de baliemedewerker toen?
A: Ik denk dat de baliemedewerker moest bukken om de sleutel te pakken. Op dat moment
heb ik het pistool te voorschijn gehaald.
V: Wat deed je vervolgens met het pistool?
A: Ik richtte het pistool met de loop in de richting van de baliemedewerker.
V: Wat er gebeurde er toen?
A: Ik vroeg volgens mij om geld of om kassa. Ik zag dat de baliemedewerker de
kassalade uit de kassa haalde. Ik heb toen het briefgeld uit die kassalade gepakt. Ik
heb het geld in de zakken van mijn trui of sweater gedaan. Ik weet nog dat er nog wat
briefgeld op de grond viel. Dit was nog bij de balie. Ik heb dat toen nog opgeraapt.
Vervolgens heb ik mij omgedraaid en ik ben naar buiten gegaan.
Uit de beelden blijkt dat ik rustig naar buiten ben gelopen. Buiten ben ik gaan rennen naar de auto.
V: Op het moment dat je daar binnen was, waren er toen nog meer klanten?
A: Volgens mij niet.
V: Wat doe je vervolgens?
A: Ik ben zo snel mogelijk naar de auto gegaan. Ik weet niet of ik op dat moment iets
heb veranderd aan mijn kleding. Bij de auto aangekomen zijn [verdachte 2] en ik snel ingestapt en op aanwijzing van [verdachte 2] , zijn we naar zijn huis aan de [adres 2] gegaan.
V: Wat hebben jullie bij het huis van [verdachte 2] gedaan?
A: We zijn daar naar binnen gegaan en hebben daar de buit weer verdeeld. Ik weet niet
meer hoeveel dit precies was. Ik heb de aangifte gelezen en ik zag toen dat het 280
euro was. [verdachte 2] heeft die avond het gasalarmplstool van mij gekocht. Dat heb ik daar dus
achter gelaten.