ECLI:NL:RBOVE:2016:2359

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
Ak_zwo_16_697
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van toestemming voor vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering bij een niet-algemeen nut beogende instelling

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 29 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser uit Deventer en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De eiser ontving sinds 2013 een Werkloosheidswet (WW)-uitkering en had op 3 december 2015 toestemming gevraagd om vrijwilligerswerk te verrichten als steward bij de betaald voetbalorganisatie Go Ahead Eagles, met behoud van zijn uitkering. De organisatie is echter geen algemeen nut beogende instelling (ANBI), wat volgens de regelgeving noodzakelijk is om vrijwilligerswerk te kunnen verrichten zonder verlies van uitkering.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, op 11 december 2015 en 1 februari 2016 respectievelijk geen toestemming verleende en het bezwaar van de eiser ongegrond verklaarde. De eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat Go Ahead Eagles niet voldoet aan de criteria voor een ANBI, aangezien het een commerciële organisatie is die winst nastreeft. De eiser voerde aan dat er in de praktijk weinig vrijwilligersorganisaties met een ANBI-status zijn en dat de onkostenvergoeding die hij zou ontvangen niet tot concurrentievervalsing zou leiden.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de regelgeving omtrent vrijwilligerswerk strikt is en dat er geen ruimte is voor afwijkingen. De eiser voldeed niet aan de voorwaarden voor vrijwilligerswerk zoals vastgelegd in de Regeling vrijwilligerswerk in de WW. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 16/697

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], te Deventer, eiser,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, verweerder
gemachtigde: W. Prins.

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser geen toestemming verleend om met behoud van zijn Werkloosheidswet (WW)-uitkering vrijwilligerswerk te doen bij Go Ahead Eagles.
Bij besluit van 1 februari 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 mei 2016.
Eiser is met bericht vooraf niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Eiser ontvangt sinds 2013 een WW-uitkering.
Bij formulier van 3 december 2015 heeft eiser verweerder toestemming verzocht om bij Go Ahead Eagles als steward vrijwilligerswerk te mogen verrichten met behoud van zijn uitkering, zulks met ingang van 27 november 2015.
Eiser heeft in voornoemd formulier aangegeven dat hij per wedstrijd een onkostenvergoeding ontvangt van € 20,--.
Dit heeft geleid tot de besluitvorming die is weergegeven in de eerste rubriek van deze uitspraak.
2.1
Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de organisatie waar eiser zijn vrijwilligerswerk wil verrichten niet de juiste status heeft. Go Ahead Eagles is een betaald voetbal organisatie en heeft als doel winst maken, zodat deze organisatie niet valt in de categorie “instelling met een maatschappelijk doel of bijdragend aan algemeen nut” (anbi).
2.2
Eiser stelt dat verweerder ten onrechte toestemming heeft geweigerd. Eiser wijst er op dat in de praktijk maar weinig vrijwilligersorganisaties een anbi status hebben. In het kader van de participatiemaatschappij zou verweerder juist soepeler met de huidige regelgeving om dienen te gaan. Eiser wijst er voorts op dat de onkostenvergoeding € 20,-- per gespeelde wedstrijd bedraagt, zodat hij maximaal een vergoeding op jaar basis zou hebben van € 360,-- per jaar. Er is ook geen sprake van concurrentievervalsing, er zijn immers enkel vrijwilligers werkzaam als steward.
3. De rechtbank overweegt als volgt.
3.1
Artikel 8, eerste lid, van de WW bepaalt dat een persoon wiens dienstbetrekking geheel of gedeeltelijk is geëindigd, de hoedanigheid van werknemer behoudt, voor zover hij geen werkzaamheden verricht uit hoofde waarvan hij op grond van deze wet niet als werknemer wordt beschouwd, behalve als die werkzaamheden worden aangemerkt als vrijwilligerswerk.
Op grond van artikel 8, zesde lid, van de WW worden bij ministeriële regeling nadere voorwaarden gesteld aan het aanmerken van werkzaamheden als vrijwilligerswerk als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 1 van de Regeling vrijwilligerswerk in de WW (de Regeling), zoals deze sinds
1 januari 2015 luidt, bepaalt dat in deze regeling wordt verstaan onder:
- algemeen nut beogende instelling: instelling die op grond van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de daarop berustende bepalingen, door de inspecteur als zodanig is aangemerkt;
-onbetaalde arbeid: werkzaamheden waar geen vergoedingen of verstrekkingen tegenover staan die hoger zijn dan € 4,50 per uur, of € 2,50 per uur indien de betrokkene jonger is dan 23 jaar, en waarvan de gezamenlijke waarde niet hoger is dan de bedragen genoemd in artikel 2, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964;
-sociaal belang behartigende instelling: instelling als bedoeld in artikel 5c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
-steunstichting SBBI: instelling als bedoeld in artikel 5d van de Algemene wet inzake rijksbelasting en de daarop berustende bepalingen, die door de inspecteur als zodanig bekend is gemaakt;
In artikel 2, aanhef, eerste lid, van de Regeling, is bepaald dat er sprake is van vrijwilligerswerk als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Werkloosheidswet, indien:
a. er sprake is van onbetaalde arbeid;
b. de onbetaalde arbeid bestaat uit gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden als bedoeld in artikel 3; en
c. de onbetaalde arbeid wordt uitgevoerd bij een algemeen nut beogende instelling, een sociaal belang behartigende instelling of een steunstichting SBBI.
Artikel 5b, eerste lid, onder a, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalt dat een algemeen nut beogende instelling is:
a. een instelling – niet zijnde een vennootschap met in aandelen verdeeld kapitaal, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een ander lichaam waarin bewijzen van deelgerechtigdheid kunnen worden uitgegeven – die:
1°. uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt;
2°. haar gegevens op elektronische wijze via internet openbaar maakt;
3°. voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;
4°. gevestigd is in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat, en
5°. door de inspecteur als zodanig is aangemerkt.
3.2
Niet in geschil, althans onvoldoende bestreden, is dat Go Ahead Eagles geen anbi is zoals bedoeld in bovengenoemde regelgeving. Go Ahead Eagles is evenmin een sociaal belang behartigende instelling of een steunstichting SBBI.
3.3
Nu eiser zijn vrijwilligerswerk als steward bij Go Ahead Eagles verricht, voldoet eiser niet aan artikel 2, aanhef, eerste lid, sub c, van de Regeling.
3.4
De Regeling is voorts een wet in materiële zin die algemeen verbindende voorschriften bevat. Voor verweerder is er geen ruimte om af te wijken van de Regeling.
Hetgeen eiser heeft aangevoerd kan dan ook niet slagen.
4. Het beroep is ongegrond.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.R.H. Lutjes, rechter, in aanwezigheid van mr. E.G.M. ten Kate-van Holsteijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de datum van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.