In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 14 juni 2016 geoordeeld over de overgang van onderneming van een taxibedrijf naar Connexxion Taxi Services B.V. (CTS). De eisende partij, de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), heeft samen met twee werknemers (hierna: eisers) gevorderd dat per 1 mei 2015 sprake is van een overgang van onderneming, waardoor de werknemers van rechtswege met behoud van hun arbeidsvoorwaarden in dienst zijn gekomen bij CTS. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een overgang van onderneming, zoals gedefinieerd in artikel 7:662 BW, en dat de arbeidsovereenkomsten van de werknemers van het taxibedrijf per die datum zijn overgegaan naar CTS.
De feiten van de zaak tonen aan dat het taxibedrijf, dat tot 1 mei 2015 het taxivervoer voor Gemiva-SVG Groep uitvoerde, zijn activiteiten heeft beëindigd en dat CTS de vervoersovereenkomst van Gemiva heeft overgenomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat CTS een substantieel deel van het personeel van het taxibedrijf heeft overgenomen en dat de activa, waaronder bussen, zijn overgedragen. Dit alles wijst op een duurzame economische eenheid die is overgegaan naar CTS.
De kantonrechter heeft de vorderingen van FNV en de eisers toegewezen, inclusief de veroordeling van CTS om het loon te betalen dat de werknemers rechtens toekomt, en heeft CTS veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis bevestigt de bescherming van werknemers bij een overgang van onderneming en de verplichting voor de nieuwe werkgever om de arbeidsvoorwaarden te respecteren.