ECLI:NL:RBOVE:2016:207

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 januari 2016
Publicatiedatum
26 januari 2016
Zaaknummer
08/963511-15 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor mensensmokkel van vluchtelingen uit Syrië naar Nederland

Op 26 januari 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen, afkomstig uit Zaandam en Leeuwarden, die zijn veroordeeld voor mensensmokkel. De mannen werden beschuldigd van het smokkelen van vluchtelingen uit Syrië naar Nederland. De rechtbank oordeelde dat de verdachten met gehuurde busjes van Italië via Frankrijk naar Nederland reisden, waarbij zij de vluchtelingen afzetten in de nabijheid van het asielzoekerscentrum in Ter Apel. De vluchtelingen betaalden bedragen tot 4.500 euro voor hun reis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachten hebben bekend dat zij de vluchtelingen hebben vervoerd, maar ontkenden uit winstbejag te hebben gehandeld. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende bewijs was dat de verdachten uit winstbejag handelden en dat zij de kwetsbare positie van de vluchtelingen uitbuitten. De rechtbank heeft de verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen van 30 en 18 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, en een geldboete van 2.000 euro. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/963511-15 (P)
Datum vonnis: 26 januari 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1969 te [geboorteplaats] (Libanon),
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 12 januari 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. H.J. Timmer en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. E. Sonneveld, advocaat te Bleiswijk, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (medeplegen van) mensensmokkel, al dan niet gepleegd in de uitoefening van zijn beroep of gewoonte, meermalen gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 17 tot en met 25 juni 2014 te Zaandam in de gemeente Zaanstad en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] en/of [naam 8] en/of één of meer anderen, (allen) met de
Syrische nationaliteit
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en/of
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk, zijnde Frankrijk (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die ander(en) daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers heeft verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar – al dan niet in de uitoefening van zijn/hun beroep of gewoonte –
- twee busjes gehuurd voor het vervoer van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, met een door verdachte en/of verdachtes mededader bestuurde bus(sen) vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland vervoerd en/of
- zich door die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, voor dat vervoer laten betalen en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, onderdak verleend en/of
- die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel afgezet en/of
- het transport van bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, gecontroleerd en/of begeleid en/of
- telefonische contacten gelegd en/of onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door en/of verblijf in Frankrijk en/of Nederland van die bovengenoemde personen, althans één of meer van hen, georganiseerd en/of gecoördineerd en/of gefaciliteerd.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake het tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en een geldboete van € 2.000,- subsidiair 40 dagen hechtenis.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het tenlastegelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen terzake het tenlastegelegde met uitzondering van het handelen in de uitoefening van zijn beroep of gewoonte.
Verdachte heeft bekend Syriërs vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland te hebben vervoerd en dat hij hen naar Ter Apel heeft gebracht, terwijl hij wist dat deze mensen niet over de juiste papieren beschikten. Verdachte ontkent te hebben gehandeld uit winstbejag en bepleit hiervan te worden vrijgesproken. De verdediging bepleit voorts vrijspraak van het gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot Nederland toe te treden.
Verdachte beroept zich op overmacht in de zin van noodtoestand en op het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid, omdat hij heeft gehandeld onder druk van zijn medeverdachte en uit humanitaire motieven. Verdachte bepleit daarom ontslagen te worden van alle rechtsvervolging.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De verdediging heeft verweer gevoerd ten aanzien van het bestanddeel winstbejag. Gelet op de verklaring van medeverdachte Hamadeh en de verklaringen van onder meer [naam 1] en [naam 9] is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie. Voornoemde personen verklaren immers over aan verdachte betaalde bedragen.
De rechtbank overweegt dat voor het overige sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis voor het overige volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
Uit de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte en zijn medeverdachte, blijkt dat verdachte samen met een medeverdachte de Syriërs [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 9] (de rechtbank leest de naam [naam 5] in de tenlastelegging als [naam 9] ), [naam 7] en [naam 8] en enkele kinderen van deze personen via Frankrijk van Italië naar Nederland heeft vervoerd in door verdachten gehuurde busjes, dat deze Syriërs hiervoor een flink geldbedrag hebben betaald aan de medeverdachte van verdachte, dat deze mensen een nacht bij de medeverdachte in huis hebben overnacht en vervolgens bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel zijn afgezet door verdachte en zijn medeverdachte.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat verdachte samen met een medeverdachte bovengenoemde personen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot en/of doorreis door Nederland en dat hij uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk van deze Syriërs.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 17 tot en met 25 juni 2014 in Nederland tezamen en in vereniging met één ander [naam 1] en [naam 2] en [naam 3] en [naam 4] en [naam 9] en [naam 7] en [naam 8] en anderen, (allen) met de Syrische nationaliteit
- behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door en
- uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland en/of Frankrijk, zijnde Frankrijk (een) andere lidstaat van de Europese Unie en/of IJsland en/of Noorwegen en/of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of die anderen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft terwijl hij verdachte wist dat die toegang of die doorreis en/of dat verblijf wederrechtelijk was,
immers hebben verdachte en verdachtes mededader toen aldaar
- twee busjes gehuurd voor het vervoer van die bovengenoemde personen en
- die bovengenoemde personen met een door verdachte en verdachtes mededader bestuurde bussen vanuit Italië via Frankrijk naar Nederland vervoerd en
- zich door die bovengenoemde personen voor dat vervoer laten betalen en
- die bovengenoemde personen onderdak verleend en
- die bovengenoemde personen bij of in de nabijheid van het AZC in Ter Apel afgezet en
- het transport van bovengenoemde personen begeleid en
- telefonische contacten gelegd en onderhouden over de (wijze van) smokkel van die bovengenoemde personen,
en (aldus) de toegang tot en/of de doorreis door en/of verblijf in Frankrijk en/of Nederland van die bovengenoemde personen georganiseerd en gecoördineerd en gefaciliteerd.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Voor wat betreft het beroep op het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid, overweegt de rechtbank dat de verdediging dit verweer onvoldoende heeft onderbouwd. Voor zover de verdediging heeft bedoeld te stellen dat het door verdachte nagestreefde doel (het uit humanitaire overwegingen binnen Nederland brengen van vluchtelingen) van zodanig hogere orde is dat de schending van de strafbepaling wordt gerechtvaardigd overweegt de rechtbank dat uit het strafdossier noch de behandeling ter terechtzitting gebleken is dat verdachte vanuit dat nagestreefde doel heeft gehandeld. Integendeel, uit het hiervoor overwogene blijkt dat verdachte uit winstbejag heeft gehandeld door die vluchtelingen fors te laten betalen voor hun reis naar Nederland in de door verdachte en zijn medeverdachte bestuurde bussen. De grondslag van het verweer komt daarmee reeds te ontvallen.
Voor wat betreft het beroep op overmacht noodtoestand verwijst de rechtbank naar hetgeen is overwogen onder psychische overmacht.
Er zijn ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
mensensmokkel, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 197a Sr
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 197a Sr.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Gelet op de onderbouwing van het verweer strekkende tot overmacht noodtoestand gaat de rechtbank ervan uit dat de verdediging een beroep heeft willen doen op psychische overmacht. De rechtbank overweegt hieromtrent dat uit de onderbouwing van dat verweer en/of de bewijsmiddelen geenszins aannemelijk is geworden dat sprake was van een externe druk die zodanig was dat verdachte daar geen weerstand aan kon bieden.
Er zijn ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensensmokkel en het uit winstbejag behulpzaam zijn van vreemdelingen bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland of hem hiertoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is. Bij mensensmokkel worden mensen die, om wat voor reden dan ook, hun land willen verlaten op illegale wijze naar een ander, vaak Westers, land gebracht. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een illegaal circuit en daarmee het beleid van de betrokken overheden om een gereguleerd immigratiebeleid te voeren, doorkruist. Bovendien heeft verdachte samen met zijn medeverdachte ten behoeve van hun eigen gewin gebruik gemaakt van de kwetsbare positie van anderen door grote geldbedragen te vragen voor hun inspanningen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank tevens rekening gehouden met een reclasseringsadvies d.d. 16 september 2015, opgesteld door Reclassering Nederland.
Alle factoren afwegende, acht de rechtbank een (deels) onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend en geboden. De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving, niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank zal deze vrijheidsstraf voor een gedeelte van zes maanden voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal de proeftijd stellen op drie jaren.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
en
een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen of een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaft, terwijl hij weet dat dat verblijf wederrechtelijk is, terwijl het feit in vereniging wordt begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C. van Druten, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2016.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Koninklijke Marechaussee, District Landelijke en Buitenlandse Eenheden, Brigade Recherche, team 13, met nummer PL27QR/15-009189 (onderzoek Dargan). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
T.a.v. winstbejag
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] [1] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
…hij rijdt, [verdachte] , met alle mensen achter mij… (…) Ik heb hem geld gegeven. Die geld wat wij hebben alle twee verdiend. Ieder heeft tweeduizend euro ongeveer en de rest hebben wij die kosten betaald (…).
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 1] [2] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik heb hem in Italië 500,- euro gegeven en toen wij in ter Apel waren nog eens 2000,- euro.
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 9] [3] , zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
Ik werd toen door een Arabisch sprekende man aangesproken. (…) Ik heb tegen hem gezegd dat ik naar een veilig land wilde waar ik asiel aan kon vragen. (…) De man was bereid om ons te helpen. (…) Hij zei dat hij ons voor 2000 euro’s weg kon brengen.
Overig:
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 11 maart 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR/15-009189 [4] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 1] [5] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 2] [6] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 3] [7] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 105, inhoudende de verklaring van [naam 4] [8] :
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 9] [9] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 7] [10] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 15 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer PL27QR-15-009189, inhoudende de verklaring van [naam 8] [11] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 30 april 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van verdachte [12] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] [13] ;
- het door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant] en [verbalisant] in de wettelijke vorm opgemaakt en op 21 mei 2015 gesloten proces-verbaal nummer 27QR/15-009189, inhoudende de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] [14] .

Voetnoten

1.Map 14; Pagina 2172-2187
2.Map 14; Pagina 2060-2066
3.Map 14; Pagina 2067-2072
4.Map 14; Pagina 2011-2015
5.Map 14; Pagina 2060-2066
6.Map 14; Pagina 2026-2032
7.Map 14; Pagina 2034-2041
8.Map 14; Pagina 2074-2080
9.Map 14; Pagina 2067-2072
10.Map 14; Pagina 2052-2058
11.Map 14; Pagina 2082-2086
12.Map 14; Pagina 2121-2131
13.Map 14; Pagina 2172-2187
14.Map 14; Pagina 2189-2193