Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 27 mei 2016, heeft mr. Wilhelmus Hendrikus Johannes Maria Haafkes, in zijn hoedanigheid als curator, een verzoek ingediend tot herstel en aanvulling van een eerder vonnis dat op 13 mei 2016 was gewezen. Het verzoek was gericht op het alsnog verklaren van het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De voorzieningenrechter heeft de gedaagden, aangeduid als [gedaagde 1] c.s., in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over dit verzoek kenbaar te maken. Gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat in de inleidende dagvaarding door Haafkes q.q. expliciet was gevorderd dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard. Aangezien gedaagden geen verweer hebben gevoerd tegen deze vordering, is er verzuimd om op deze vordering te beslissen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om aanvulling gekwalificeerd als een verzoek op basis van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat er geen overwegingen aan de vordering waren gewijd en er niet expliciet op was beslist.
De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek toe te wijzen, ondanks het feit dat gedaagden reeds hoger beroep hadden ingesteld tegen het eerdere vonnis. In de beslissing is opgenomen dat het eerdere vonnis nu ook uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, en dat deze aanvulling op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld. De partijen zijn gelast om de ontvangen documenten van het eerdere vonnis aan de griffie te retourneren.