ECLI:NL:RBOVE:2016:1994

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 mei 2016
Publicatiedatum
6 juni 2016
Zaaknummer
C/08/186057 / KG ZA 16-160
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake uitvoerbaarheid bij voorraad in kort geding

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel op 27 mei 2016, heeft mr. Wilhelmus Hendrikus Johannes Maria Haafkes, in zijn hoedanigheid als curator, een verzoek ingediend tot herstel en aanvulling van een eerder vonnis dat op 13 mei 2016 was gewezen. Het verzoek was gericht op het alsnog verklaren van het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De voorzieningenrechter heeft de gedaagden, aangeduid als [gedaagde 1] c.s., in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over dit verzoek kenbaar te maken. Gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen de inwilliging van het verzoek.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat in de inleidende dagvaarding door Haafkes q.q. expliciet was gevorderd dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard. Aangezien gedaagden geen verweer hebben gevoerd tegen deze vordering, is er verzuimd om op deze vordering te beslissen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om aanvulling gekwalificeerd als een verzoek op basis van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, omdat er geen overwegingen aan de vordering waren gewijd en er niet expliciet op was beslist.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek toe te wijzen, ondanks het feit dat gedaagden reeds hoger beroep hadden ingesteld tegen het eerdere vonnis. In de beslissing is opgenomen dat het eerdere vonnis nu ook uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, en dat deze aanvulling op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld. De partijen zijn gelast om de ontvangen documenten van het eerdere vonnis aan de griffie te retourneren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer : C/08/186057 / KG ZA 16-160
Aanvullend vonnis van 27 mei 2016
in de zaak van
MR. WILHELMUS HENDRIKUS JOHANNES MARIA HAAFKES,
eiser,
hierna te noemen Haafkes q.q.,
advocaat: mr. W.H.J.M. Haafkes te Hengelo (O),
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats 1],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagden,
hierna te noemen [gedaagde 1] c.s.,
verschenen in persoon.

1.Het verzoek tot herstel c.q. aanvulling

1.1.
Bij emailbericht van 19 mei 2016 heeft Haafkes q.q. aan de voorzieningenrechter verzocht om het op 13 mei 2016 in deze zaak gewezen vonnis (alsnog geheel) uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft [gedaagde 1] c.s. in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
1.3.
Bij e-mailbericht van 23 en 25 mei 2016 heeft [gedaagde 1] c.s. aan de voorzieningenrechter bericht bezwaar te hebben tegen inwilliging van het verzoek.

2.De beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat Haafkes q.q. in de inleidende dagvaarding uitdrukkelijk uitvoerbaarverklaring bij voorraad heeft gevorderd van de gehele vordering. Door [gedaagde 1] c.s. is tegen die vordering geen verweer gevoerd. Er is verzuimd op die vordering te beslissen en die vordering zou als niet weersproken - en evenmin in strijd met de wet - ook zijn toegewezen.
2.2.
De voorzieningenrechter merkt het onderhavige verzoek aan als een verzoek om aanvulling ex artikel 32 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en niet als een verzoek om verbetering ex artikel 31 Rv, nu zich het geval voordoet dat aan voornoemde vordering geen overwegingen zijn gewijd noch daarop uitdrukkelijk is beslist.
2.3.
Gelet op het vorenstaande zal de voorzieningenrechter het verzoek dan ook toewijzen. Dat [gedaagde 1] c.s. reeds hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis van
13 mei 2016 staat aan toewijzing van het verzoek niet in de weg.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat r.o. 4.3. van het op 13 mei 2016 tussen Haafkes q.q. en [gedaagde 1] c.s. gewezen vonnis luidt:
“4.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad”.
3.2.
bepaalt dat deze aanvulling onder de vermelding van de datum 27 mei 2016 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 13 mei 2016,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 13 mei 2016 na ontvangst van deze aanvullende beslissing aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.K.F. Hangelbroek en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2016.