Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Coöperatieve Rabobank UA.,
statutair gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudende te Hengelo (O),
verder te noemen: de bank,
gedaagde,
advocaat: mr. I. Soetens te Eindhoven.
1.Het procesverloop
- i) dagvaarding met 13 producties;
- ii) conclusie van antwoord met 7 producties;
- iii) conclusie van repliek met 4 producties;
- iv) conclusie van dupliek;
- v) akte naamswijziging zijdens de bank.
2.2.De feiten
30 jaar voor een bedrag van (oorspronkelijk) NLG 280.000,--, zulks in verband met de koop van hun woonhuis, [adres] te [plaats] .
de bank tot zekerheid voor de lening.
3.De vordering
dienstverlener ten opzichte van [eiseres] tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht;
gevorderd onder (i) en/of (ii) en/of (iii), schade heeft geleden;
- primair € 113.325,19
- subsidiair € 102.866,31
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 december 2014 tot datum van betaling;
a. de bank te bevelen het bedrag kwijt te schelden op de aan [eiseres]
verstrekte lening, oorspronkelijk groot NLG 280.000,-- welke is
gekoppeld aan aankoop van de woning aan de [adres] te
[plaats] ;
b. te bepalen dat de hiervoor vermelde kwijtschelding op de lening
geen boete (rente) tot gevolg heeft;
c. indien onder a. en/of b. niet mogelijk is, anderszins in goede justitie
te bepalen dat de lening, die is verbonden aan de woning, met dit
bedrag wordt verminderd;
4.De standpunten van partijen
artikel 3.310 lid 1 BW, nu [eiseres] sinds mei 2010 geen premie betaalt en het haar
5.De beoordeling
in casutot het overlijden van [A] , had betaald.
- kort gezegd - onvoldoende de regie heeft gevoerd bij de door haar geïnitieerde wijziging van de verzekering, in beginsel de conclusie rechtvaardigen dat de bank in overwegende mate debet is aan het ontstaan van een hiaat tussen de oude en de nieuwe verzekering.
9 september 2010) van Interpolis heeft overgelegd die wel aan het huisadres van [eiseres] is geadresseerd.
6.De beslissing
brieven van Interpolis gericht aan (onder andere) [eiseres] van 9 september 2010
en 7 oktober 2010, daadwerkelijk aan [eiseres] zijn verzonden;
25 mei 2016 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.