Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[A] ,
[B],
1.[C] ,
[D],
MAKELAARSKANTOOR [E],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
ter rolle gevoegde partij,
advocaat mr. W.M. Stolk te Rotterdam
1.[C] ,
[D],
1.De procedure in de hoofdzaak
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring, tevens conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie,
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 8 april 2015,
- de conclusie tot voeging in de hoofdzaak ex artikel 214 Rv. zijdens [E] ,
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, tevens antwoord op de conclusie tot voeging, tevens houdende een vermindering van de eis,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie,
- een akte overlegging producties zijdens [A] c.s.,
- een antwoordakte zijdens [E] , tevens houdende reactie n.a.v. vermeerdering van eis,
2.De procedure in de vrijwaringszaak
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in vrijwaring,
- de conclusie van repliek in vrijwaring,
- de conclusie van dupliek in vrijwaring.
3.De feiten
in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak:
- het wijzigen van het agrarisch bouwblok aan de [adres 2] ,
- de toevoeging van een agrarisch bouwvlak aan de [straat 1] , en
- het verplaatsen van de ‘IV’ aanduiding (aanduiding intensieve veeteelt) van het toen bestaande agrarische bouwblok aan de [straat 2] naar het toe te voegen agrarisch bouwvlak aan de [straat 1] . Dit verzoek werd (mede) ingediend in verband met de destijds bestaande wens van [G] om, op een afstand van (ongeveer) 200 meter van de woning van [C] c.s., een varkensstal te bouwen.
3.4. Een
Project-
MERis voorgeschreven bij een concreet project dat milieueffecten kan hebben. Daarom is in verband met voormeld verzoek van [G] een Project-MER opgesteld, getiteld “Milieueffectrapport Varkensstal [G] ”. Op 24 november 2010 is deze Project-MER door de gemeente aanvaard. Deze MER heeft vanaf 8 december 2010 ter inzage gelegen.
“De afstand tot ons huis (…) is zeer gering. (…) Een vestiging van een varkenshouderij op het voorziene perceel geeft ons zondermeer geuroverlast. Dit is mede gebaseerd op de huidige situatie in onze omgeving en reactie van omwonenden die al veel hinder hebben van geur. Momenteel zijn de nabij gelegen bedrijven al duidelijk te ruiken. De situatie is dit jaar al verslechterd door het in gebruik nemen van het nieuwe bedrijf aan de [straat 3] ca. 500m van ons huis en duidelijk waarneembaar. (…) Door bovengenoemde negatieve gevolgen zal de woonkwaliteit enorm dalen evenals een aanzienlijke waardevermindering van onze woning tot gevolg hebben (…).”
3.7. Het bestemmingsplan houdt onder meer het volgende in:
“De hoofdlijn in landbouwontwikkelingsgebied is:- de intensieve veehouderij een duurzaam perspectief op bedrijfsontwikkeling geven, binnen de geldende wettelijke randvoorwaarden;- uitbreiding van andere functies, zoals (verspreide) woningen en recreatie en toerisme, die de ontwikkeling van de intensieve veehouderij beperkingen kunnen opleggen zo veel mogelijk tegengaan;- ruimte bieden voor de uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijbedrijven en nieuwvestiging van intensive veehouderij toestaan;- de ontwikkeling van andere landbouwfuncties ruimte bieden en waar mogelijk stimuleren.”
3.9. Bij het bestemmingsplan is een
Plan-MERgevoegd. Dat was nodig, omdat een
Plan-MERhoort bij een bestemmingsplan dat milieueffecten kan hebben. In het voorziene bestemmingsplan is immers intensieve veehouderij mogelijk gemaakt. De opgestelde Plan-MER is in dit geding niet overgelegd.
3.11. [A] c.s. hebben de woning in april 2013 bezichtigd. Namens [C] c.s. was makelaar [F] aanwezig. [A] c.s. hebben toen van [F] een verkoopbrochure van de woning ontvangen, waarin een informatieformulier was opgenomen dat onder meer inhoudt:
“19 Zijn er bijzonderheden te vermelden over uw woonomgeving? Nee21 Zijn er bepaalde ontwikkelingen in uw woonomgeving bekend die belangrijk zijn voor de koper? (bv. wijziging bestemmingsplan, verkeerssituatie of uitzichtverandering?) Nee29 Is er verder nog informatie bekend welke in belang is van de koper? Nee”
“J. MILIEU/VERONTREINIGING(…)Conform gebruiker/eigenaar, verkopend makelaar, kadaster en eigendomsakte is er geen nadelige invloed op de waarde van het getaxeerde te verwachten.”
€ 469.000,- k.k.
“De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonhuis. (…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.”3.15. In de toelichting van de NVM op de NVM-koopakte staat onder meer:
“In principe moet koper zelf nagaan welke publieke belemmeringen er op de onroerende zaak rusten. Te denken valt daarbij aan de bepalingen van een bestemmingsplan.”
“voorbehoudenWij streven naar een zo nauwkeurig mogelijke inventarisatie van de beschikbare gegevens, doch die zijn slechts indicatief. De gegevens (…) zijn soms verkregen door de mondelinge informatie, soms vanuit het geheugen opgediept. De koper heeft zijn eigen onderzoeksplicht naar alle zaken die voor hem van belang zijn, hij kan zich nimmer beroepen op onbekendheid met feiten die hij zelf had kunnen waarnemen of die kenbaar waren uit de openbare registers. (…) Deze informatie wordt verstrekt aan meerdere personen en aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend.”
“bij het digitale onderzoek dat voorafgaand aan de aankoop van het huis werd uitgevoerd, stelden wij vast, dat ons perceel in een in een gemeentelijk LOG gebied ligt. Binnen dit bestemmingsplan buitengebied Rijssen-Holten was echter geen agrarische bouwbestemming voor het perceel [straat 1] ongenummerd(dit is het voor de varkensstal bedoelde perceel, toevoeging rechtbank)
voorzien of aangegeven, ook niet indirect door middel van een flexibiliteitsbepaling. Wij mochten er dus vanuit gaan, dat er geen afbreuk gedaan zou worden aan de bestaande woonbeleving en het bijbehorende wooncomfort (…).”3.20. Voor de bouw van een varkensstal dient een bestemmingsplanwijziging plaats te vinden. Naar aanleiding van het verzoek van [G] heeft de gemeente een ontwerp-bestemmingsplanwijziging vastgesteld, genaamd: “Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied [plaats] , [adres 2] en [straat 1] ongenummerd”. [A] c.s. heeft op dit stuk gereageerd op 9 december 2013. De rechtbank neemt aan dat genoemd document is vastgesteld omstreeks eind 2013, in ieder geval na de totstandkoming van de koopovereenkomst op 13 mei 2013.
nietaan te nemen. Aan de ondernemer ( [G] ) is blijkens een aan hem verzonden brief nog tot 1 december 2015 de kans gegeven om dit deel van het bestemmingsplan door de gemeenteraad goedgekeurd te laten krijgen. [G] heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
4.De standpunten van partijen
[C] c.s. aan [A] c.s. hadden moeten vermelden. Dat hebben zij ten onrechte nagelaten: [C] c.s. hebben bij de verkoop zelfs uitdrukkelijk en ten onrechte meegedeeld dat er géén bijzonderheden over de woonomgeving te vermelden waren, en bij de taxatie van de woning is namens [C] c.s. eveneens ten onrechte verklaard dat er geen voor de waarde relevante ontwikkelingen bekend waren.
c.s. jegens [A] c.s. schadeplichtig wegens onrechtmatig handelen en/of omdat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. [A] c.s. hebben als gevolg van een en ander schade geleden.
- bij hen als kopers ten tijde van de koopovereenkomst een onjuiste voorstelling van zaken heeft bestaan ten aanzien van de omgeving van het gekochte,
- zij als kopers in de veronderstelling zijn geweest dat er geen bijzonderheden waren met betrekking tot de omgeving van de woning, en
- zij als kopers in de veronderstelling zijn geweest dat er geen plannen waren met betrekking tot (de wijziging van) bestemmingsplannen in de omgeving.
[C] c.s. gaat die stelling niet op, omdat [C] c.s. niet wisten en onder de gegeven omstandigheden ook niet hoefden te weten dat de door [G] voorgenomen ontwikkelingen op een naburig perceel voor [A] c.s. van essentieel belang waren om de koopovereenkomst wel of niet aan te gaan.
[C] c.s. in conventie.
- (primair) op de voet van artikel 3:53 BW in plaats van ongedaanmaking van de reeds ingetreden gevolgen van de overeenkomst een door [C] c.s. aan [A] c.s. te betalen compensatie vast te stellen, dan wel
- (subsidiair) de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het door [A] c.s. geleden nadeel te wijzigen op de voet van artikel 6:230 BW, in die zin dat [A] c.s. van [C] c.s. een financiële compensatie krijgen voor het eventuele nadeel dat [A] c.s. bij de instandhouding van de overeenkomst lijden.
4.23. [C] c.s. hebben aan deze voorwaardelijke eis in reconventie de volgende stellingen ten grondslag gelegd. [C] c.s. hebben na de verkoop van de woning aan [A] c.s. een andere woning gekocht. Het is voor een normaal gezin als dat van
[C] c.s. onmogelijk om onder deze omstandigheden de verkoop aan [A] c.s. ongedaan te maken zonder daar zelf financieel aan ten onder te gaan. [C] c.s. zouden zulke lasten nooit kunnen dragen. Zij menen ook dat de gevolgen van vernietiging van de overeenkomst niet in verhouding staan tot de omvang van het door [A] c.s. geleden nadeel. Daarom maken zij aanspraak op nadeelcompensatie zoals in de vorige rechtsoverweging weergegeven.
[A] c.s. worden veroordeeld tot teruggave van de woning met bepaling, dat de koopsom via de notaris wordt terugbetaald.
4.29. Wanneer ondanks deze verweren de door [A] c.s. gemaakte verwijten doel zouden treffen, dient [E] [C] c.s. voor die consequenties te vrijwaren, omdat die verwijten van [A] c.s. geheel, dan wel in overwegende mate zijn gebaseerd op gedragingen en mededelingen van [E] en de door [E] opgestelde verkoopbrochure.
5. De vorderingen
8. ter zake onderhoudskosten een bedrag van € 2.466,89, te vermeerderen met wettelijke
IV. een en ander met veroordeling van [C] c.s. in de kosten van dit geding.
in voorwaardelijke reconventie:
- (subsidiair) in plaats van de vernietiging uit te spreken de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het geleden nadeel te wijzigen op de voet van artikel 6:230 BW, in die zin dat [A] c.s. van [C] c.s. een financiële compensatie krijgen voor het eventuele nadeel dat [A] c.s. bij de instandhouding van de overeenkomst lijden, met benoeming van een deskundige om dit nadeel te begroten.
[C] c.s. in reconventie voorts om [A] c.s. te veroordelen tot de teruggave van het bezit van de woning aan [C] c.s., met bepaling dat de (terug-)betaling van de koopsom door [C] c.s. plaatsvindt via een door [C] c.s. aan te wijzen notaris, met bepaling dat [A] c.s. dienen te dulden dat de notaris de koopsom onder zich houdt totdat zeker is dat de woning teruggegeven wordt in de feitelijke staat waarin de woning zich bevond ten tijde van de levering op 19 juli 2013, vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen, en vrij van huur-, lease- of huurkoopovereenkomsten.
in de vrijwaringszaak:5.4. In de vrijwaringszaak vorderen [C] c.s. om [E] te veroordelen om aan
[C] c.s. te betalen de bedragen, tot betaling waarvan [C] c.s. in de hoofdzaak jegens [A] c.s. mochten worden veroordeeld, met inbegrip van de proceskostenveroordeling in de hoofdzaak, en met veroordeling van [E] in de kosten van de vrijwaringsprocedure.
6.De beoordeling
6.2. Onverminderd de mededelingsplicht van de verkoper van een woning ligt het op de weg van een mogelijke koper van die woning om zich te oriënteren op de voor hen relevante milieukwaliteit van de ruimtelijke omgeving van het te kopen object, zoals de eventuele nabijheid van intensieve veehouderij en eventuele mogelijkheden tot uitbreiding daarvan.
afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 BW, en het geldende bestemmingsplan te raadplegen.
200 meter van de woning een varkensstal kon bouwen.
“19 Zijn er bijzonderheden te vermelden over uw woonomgeving? Nee21 Zijn er bepaalde ontwikkelingen in uw woonomgeving bekend die belangrijk zijn voor de koper? (bv. wijziging bestemmingsplan, verkeerssituatie of uitzichtverandering?) Nee29 Is er verder nog informatie bekend welke in belang is van de koper? Nee”6.8. Door kennisneming (langs digitale weg) van de inhoud van het bestemmingsplan en door kennisneming van het vragenformulier zoals hiervoor geciteerd, hebben [A] c.s. adequaat voldaan aan hun onderzoeksplicht. Verder ging die verplichting niet. Van hen viel niet te vergen om na kennisneming van het bestemmingsplan nog verder te zoeken op voor hen toen onbekende zoektermen, en evenmin om nog bij de gemeente (al dan niet telefonisch) nadere inlichtingen in te winnen. Voor zulk voortgezet onderzoek bestond voor hen geen concrete aanleiding, met name niet gezien de hiervoor geciteerde beantwoording door of namens [C] c.s. van het vragenformulier.
[A] c.s. behoren te verzwijgen. Dit oordeel kan echter niet leiden tot toewijzing van de gevorderde vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling, omdat inmiddels duidelijk is geworden dat het plan [G] niet zal worden uitgevoerd.
nietaan te nemen. Aan de ondernemer ( [G] ) is nog tot 1 december 2015 de kans gegeven om dit deel van het bestemmingsplan door de gemeenteraad goedgekeurd te laten krijgen. [G] heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
nietis aangegaan onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken. De bij [A] c.s. ten tijde van de koopovereenkomst bestaande voorstelling van zaken hield in, dat in de nabijheid van de woning
geenvarkensstal zou worden gebouwd. Die voorstelling van zaken blijkt nu niet onjuist te zijn. Daarom is niet voldaan aan de vereisten voor toewijzing van de vordering tot vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling, zodat die eis moet worden afgewezen.
[C] c.s. van datgene, waartoe [C] c.s. in de hoofdzaak jegens [A] c.s. mochten worden veroordeeld, met inbegrip van de kostenveroordeling.
€ 10.919,19 (met wettelijke rente) aan [A] c.s., met compensatie van proceskosten, zodat ook de eis in vrijwaring betrekking heeft op dat bedrag.
[C] c.s. hebben [E] ten onrechte niet op de hoogte gesteld van hun brief aan de gemeente d.d. 18 januari 2011, waarin zij hun bezwaren tegen de Project-MER betreffende de voorgenomen varkensstal hebben uiteengezet (r.o. 3.9).
7.De beslissing
€ 5.160,- voor salaris van haar advocaat (2 punten, Tarief VII).