Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
[slachtoffer] .
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelden
- € 117,91 ter zake materiële schade;
- € 2.500,- ter zake immateriële schade.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
12.De beslissing
- verklaart bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het primair bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert: medeplegen van zware mishandeling;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de in verzekering doorgebrachte dag, twee uren aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 2.617,91, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2011, voor zover dit bedrag niet door de mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
mr. M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van J. Last, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2016.