8.1De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing. Hij is het tankstation ingelopen, terwijl hij in zijn hand een staaf vasthield – welke later een stofzuigerstang bleek te zijn. Verdachte heeft de direct betrokkene op dat moment veel angst aangejaagd. De zeer indringende wijze van benadering is, naar het oordeel van de rechtbank, ook goed te zien op de foto’s 3 t/m 6 (blz. 45-48). Ook op de in de shop aanwezige getuige heeft de poging tot overval veel impact gehad. Dit soort feiten veroorzaakt bovendien gevoelens van onveiligheid en angst in de maatschappij.
De rechtbank neemt als uitgangspunt voor strafoplegging de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
Daarin staat dat bij een (voltooide) overval op een tankstation met licht geweld een gevangenisstraf van twee jaar past.
In deze zaak is sprake van een poging, hetgeen van invloed is op de hoogte van de op te leggen straf. Tevens houdt de rechtbank rekening met de verminderde mate waarin de feiten verdachte kunnen worden toegerekend, zoals blijkt uit de hierna vermelde deskundigenrapporten.
Verdachte heeft zich bovendien schuldig gemaakt aan een mishandeling van een voor hem volstrekt onbekend persoon. Ter zitting heeft verdachte geen enkele invoelbare verklaring gegeven waarom hij dit feit heeft gepleegd.
Omtrent verdachte is op 10 maart 2016 gerapporteerd door de psychiater A.W.M.M. Stevens en op 18 april 2016 door de GZ-psycholoog drs. A. de Jong.
De psychiater rapporteert en adviseert onder meer het navolgende.
Verband diagnose en tenlastegelegde
Betrokkene heeft chronisch in meer of mindere mate last van psychotische belevingen, waar-
bij hij akoestische hallucinaties heeft en dingen makkelijk paranoïde interpreteert. Hoewel betrokkene wel het ongeoorloofde van zijn handelen inzag (blijkens het afbreken van de overval en het zich aangeven bij de politie), had betrokkene in de aanloop van het ten laste gelegde niet het vermogen zijn gedrag, overeenkomstig dit inzicht, te sturen in verband met toenemend psychotische belevingen, die hem er toe brachten het ten laste gelegde uit te voeren.
Risicoanalyse
Indien het ten laste gelegde bewezen wordt geacht wordt het risico op matig tot hoog
ingeschat. Redenen hiervoor zijn het gegeven dat betrokkene continu in meer of mindere mate last heeft van psychotische belevingen en het hebben van (te) weinig geld op momenten dat het op is, als onrechtvaardig beschouwt. Betrokkene zal behandeld moeten blijven voor de schizofrenie, daarnaast zal er ook een behandeling gericht op de verslavingsproblematiek gestart moeten worden.
Interventieadvies en -condities
Geadviseerd wordt betrokkene op te laten nemen in een dubbeldiagnosekliniek als bijzondere
voorwaarde bij een verplicht reclasseringscontact. Naar onderzoeker heeft begrepen is er al
een indicatie door het IFZ/DiForzo afgegeven voor opname in de dubbeldiagnosekliniek van
Tactus te Zutphen. Naast bovenstaande behandeling voor schizofrenie en de
verslavingsproblematiek, is het van belang veel aandacht te hebben voor de resocialisatie. Gezien de eenzaamheidsproblematiek van betrokkene en het ontberen van een goede
daginvulling, valt te overwegen betrokkene te resocialiseren naar een beschermde woonvorm met een structurele dagbesteding.
Beantwoording van de vraagstelling
Betrokkene lijdt aan schizofrenie, paranoïde type; daarnaast is er sprake van middelenmisbruik. Bovenstaande speelde ook ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. Ten tijde van het ten laste gelegde speelde geen middelenmisbruik, dat wil zeggen niet kort voor het ten laste gelegde.
Betrokkene wordt als verminderd toerekeningsvatbaar voor het ten laste gelegde beschouwd.
De psycholoog rapporteert en adviseert onder meer het navolgende.
Verband diagnose en delict
Betrokkene is een man die al jaren bekend is met schizofrenie. Daarbij is hij al jaren verslaafd aan diverse middelen. Sinds een aantal jaren gebruikt hij met name amfetamine als een vorm van zelfmedicatie.
Door de amfetamine voelt hij zich minder down, maar het verstoort wel zijn dagelijks functioneren en beïnvloedt eveneens zijn medicatie op een negatieve wijze, waardoor betrokkene in een negatieve cirkel van ontregeling terechtkomt.
De verslaving interfereert met de schizofrenie. De verslaving is bij voortduring een bron van spanning en stress, omdat hij moet scoren, wat weer negatief inwerkt op de schizofrenie. Hiervan was ook sprake ten tijde van het tenlastegelegde, indien bewezen.
Beantwoording van de vraagstelling
Betrokkene is lijdende aan een ziekelijke stoornis in de zin van schizofrenie in combinatie
met een drugsverslaving (amfetamine).
Hiervan was ook sprake ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde, indien bewezen.
Ogenschijnlijk heeft betrokkene weloverwogen besloten een overval te plegen, immers hij ging zich bewapenen met een stofzuigerstang. Hij had zich als het ware enigszins voorbereid. Desalniettemin heeft hij vanuit de oordeels- en kritiekstoornis geen weloverwogen keuze kunnen maken.
Gelet op bovenstaande was betrokkene met betrekking tot het tenlastegelegde niet geheel vrij in zijn keuze. De rechtbank wordt geadviseerd hem als verminderd toerekeningsvatbaar te
beschouwen.
Betrokkene heeft een behandeling nodig met betrekking tot zijn verslavingsproblematiek, die
ernstig interfereert met zijn schizofrenie.
Gelet op de hardnekkigheid van de verslaving en de kwetsbaarheid van betrokkene vanwege de schizofrenie heeft een dergelijke behandeling in een ambulant kader weinig kans van slagen. Gedacht wordt aan een behandeling in een dubbeldiagnose-kliniek.
Indien het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard, dan wordt bij een (deels)
voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde een klinische behandeling geadviseerd.
De rapporten van de deskundigen zijn naar het oordeel van de rechtbank goed onderbouwd.
De rechtbank sluit zich aan bij het advies van beide deskundigen en zal verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen. Dat is mede gebaseerd op hetgeen de rechtbank is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting omtrent de persoon van verdachte.
Omtrent verdachte is ook gerapporteerd door de reclasseringswerkers B.C. Bast van de Reclassering Nederland op 24 november 2015 en door E. Vos van Tactus verslavingszorg op 19 februari 2016 en op 4 mei 2016. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de op te leggen straf acht geslagen op de inhoud van die rapporten.
Alles afwegend acht de rechtbank een straf, zoals door de officier van justitie geëist, passend en geboden, met dien verstande dat de rechtbank daarbij het opleggen van een langere proeftijd geboden acht.