ECLI:NL:RBOVE:2016:1700

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 mei 2016
Publicatiedatum
17 mei 2016
Zaaknummer
08/952894-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van afpersing en witwassen

Op 17 mei 2016 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van afpersing en witwassen. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De zaak was gebaseerd op een onderzoek dat had plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 3 mei 2016, waar de officier van justitie, mr. K.J.L. de Valk, de vordering indiende. De verdachte, bijgestaan door haar raadsman mr. C. Eenhoorn, werd vrijgesproken van de beschuldigingen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de stelling dat de verdachte betrokken was bij de afpersing van een slachtoffer, dat haar zou hebben gedwongen tot het afgeven van geldbedragen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had kunnen weten dat de goederen en geld die zij ontving van haar medeverdachte, afkomstig waren van criminele activiteiten. De vordering van de officier van justitie om de verdachte te veroordelen tot een werkstraf werd afgewezen. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, wat betekent dat zij hun claims alleen bij de burgerlijke rechter konden indienen.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/952894-15
Datum vonnis: 17 mei 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] , aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
3 mei 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk en van wat door de verdachte en haar raadsman mr. C. Eenhoorn, advocaat te Groningen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1 primair:samen met een ander geld heeft afgeperst van [slachtoffer] , of
feit 1 subsidiair:medeplichtig is geweest aan de afpersing van [slachtoffer] , of
feit 1 meer subsidiair:samen met een ander [slachtoffer] heeft gedreigd met de openbaring van een geheim,
feit 1 nog meer subsidiair:medeplichtig is geweest aan de afdreiging van [slachtoffer] ;
feit 2 primair:witwassen van geld en goederen nu zij wist althans redelijkerwijs moest vermoeden dat deze afkomstig waren van een misdrijf, of
feit 2 subsidiair:voordeel trekken uit de opbrengst van door misdrijf verkregen geld en goederen terwijl zij wist dat dit geld en deze goederen uit misdrijf afkomstig waren, of
feit 2 meer subsidiair:voordeel trekken uit de opbrengst van door misdrijf verkregen geld en goederen terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat dat geld en deze goederen uit misdrijf afkomstig waren.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
de maand mei 2015 tot en met 27 augustus 2015
te Aduard, gemeente Zuidhorn, en/of in de gemeente Groningen en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) eh/of alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot afgifte van 600 Euro en/of 1500 Euro ,
althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer]
en/of aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (telkens) hierin bestond dat
zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) opzettelijk dreigend
(nadat die [slachtoffer] in of omstreeks de maand mei 2015 via [website 1] en/of via
[website 2] , althans via het internet en/of via WhatsApp en/of telefonisch
contact had gezocht/gekregen met haar, verdachte, althans met een
vrouw/persoon die zich aanbood als prostituée en/of een seksafspraak met haar,
verdachte, althans met die/een vrouw (bij die [slachtoffer] thuis) had gemaakt en/of
seks met haar, verdachte, althans met die/een vrouw in de woning van die [slachtoffer]
had gehad)
-op of omstreeks 09 juni 2015
die [slachtoffer] telefonisch beeft benaderd en/of deze de woorden heeft toegevoegd dat
die [slachtoffer] geld (te weten haar, verdachtes, huurschuld, althans de huurschuld
van een prostituée) moest betalen en/of
(nadat die [slachtoffer] had aangegeven dat niet te zullen doen) dat het jammer zou
zijn als er iets met de vrouw van die [slachtoffer] zou gebeuren en/of deze de woorden
heeft toegevoegd: - [slachtoffer] , we kunnen nu twee dingen doen, we kunnen nu naar
de politie gaan en ik zit een nacht vast en kom je daarna opzoeken of we
handelen dit nu af - , althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
heeft toegevoegd en/of
(nadat die [slachtoffer] nogmaals had aangegeven niet te zullen betalen) de na(a)m(en)
van vrienden van die [slachtoffer] en/of de naam van de vrouw van die [slachtoffer] heeft
genoemd en/of de achternaam van die [slachtoffer] en/of het adres en/of de woonplaats
van die [slachtoffer] heeft genoemd en/of die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: "Hoe
kan je het nou zover laten komen? Ik zit bij [motorclub], dat is een motorbende"
en/of "Het is maar goed dat je mij treft en niet een van mijn maatjes. - ,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking heeft toegevoegd
en/of
-op of omstreeks 27 augustus 2015
op die [slachtoffer] is toegelopen en/of een arm over de schouders van die [slachtoffer] heeft
gelegd en/of deze heeft gezegd mee te lopen en/of die [slachtoffer] de woorden heeft
toegevoegd: "Ik las dat je nu twee jaar getrouwd bent met [vrouw slachtoffer] , wat moet zij
wel niet denken als ze dit hoort en hoe gaan we dit oplossen - en/of (nogmaals)
gezegd dat hij en/of zijn mededader(s) bij [motorclub] zat(en) en/of dat hij
en/of zijn mededader(s) op kickboksen zat(en) en/of dat er buiten nog twee
mannen in een auto waren en/of dat een van hen een gun had althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking toegevoegd
(zaak 8)
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
[medeverdachte] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
09 juni 2015 tot en met 27 augustus 2015
te Aduard, gemeente Zuidborn, en/of in de gemeente Groningen en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen,
(telkens) met bet oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot afgifte van 600 Euro en/of 1500 Euro,
althans een geldbedrag geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer]
en/of aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of aan diens
mededader(s) en/of aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (telkens) hierin bestond dat
die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) (telkens) opzettelijk, dreigend
(nadat die [slachtoffer] in of omstreeks de maand mei 2015 via [website 1] en/of via
[website 2] , althans via het internet en/of via WhatsApp en/of telefonisch
contact had gezocht/gekregen met een vrouw/persoon die zich aanbood als
prostituee en/of een seksafspraak met die/een vrouw (bij die [slachtoffer] thuis) had
gemaakt en/of seks met haar, verdachte, in de woning van die [slachtoffer] had gehad )
-op of omstreeks 09 juni 2015
die [slachtoffer] telefonisch heeft benaderd en/of deze de woorden heeft toegevoegd dat
die [slachtoffer] geld (de huurschuld van een prostituée) moest betalen en/of
(nadat die [slachtoffer] had aangegeven dat niet te zullen doen) dat het jammer zou
zijn als er iets met de vrouw van die [slachtoffer] zou gebeuren en/of deze de woorden
heeft toegevoegd: ” [slachtoffer] , we kunnen nu twee dingen doen, we kunnen nu naar
de politie gaan en ik zit een nacht vast en kom je daarna opzoeken of we
handelen dit nu af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
heeft toegevoegd en/of
(nadat die [slachtoffer] nogmaals had aangegeven niet te zullen betalen) de na(a)m(en)
van vrienden van die [slachtoffer] en/of de naam van de vrouw van die [slachtoffer] heeft
genoemd en/of de achternaam van die [slachtoffer] en/of het adres en/of de woonplaats
van die [slachtoffer] heeft genoemd en/of die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: - Hoe
kan je het nou zover laten komen? Ik zit bij [motorclub], dat is een motorbende -
en/of '"Het is maar goed dat je mij treft en niet een van mijn maatjes.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking heeft toegevoegd
en/of
-op of omstreeks 27 augustus 2015
op die [slachtoffer] is toegelopen en/of een arm over de schouders van die [slachtoffer] heeft
gelegd en/of deze heeft gezegd mee te lopen en/of die [slachtoffer] de woorden heeft
toegevoegd: "Ik las dat je nu twee jaar getrouwd bent met [vrouw slachtoffer] , wat moet zij
wel niet denken als ze dit hoort en hoe gaan we dit oplossen" en/of (nogmaals
gezegd dat die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) bij [motorclub] zat(en) ,
en/of dat die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) op kickboksen zat(en)
en/of dat er buiten nog twee mannen in een auto waren en/of dat een van hen
een gun had althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking
toegevoegd,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte,
in of omstreeks de periode van de maand mei 2015 tot en met 27 augustus 2015
in de gemeente Zuidhorn en/of elders in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
(betaalde) seks met die [slachtoffer] in de woning van die [slachtoffer] te hebben en/of
(vervolgens)
de door haar, verdachte, tijdens haar verblijf in die woning van [slachtoffer]
waargenomen privé gegevens en/of andere persoonlijke informatie over die [slachtoffer]
en/of over de vrouw van die [slachtoffer] en/of het interieur van die woning
te verstrekken aan die [medeverdachte] en/of diens mededader(s);
(zaak 8)
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, ter zake dat
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van
de maand mei 2015 tot en met 27 augustus 2015
in de gemeente(n) Zuídhorn en/of Groningen althans in
Nederland,
tezamen en in vereníging met (een) ander(en) en/of alleen
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met de openbaring van een geheim
[slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot afgifte van 600 Euro en/of 1500 Euro,
althans (een) geldbedrag(en)
hebbende zij, verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) opzettelijk
- zich via [website 1] en/of via [website 2] , althans via het
internet en/of via WhatsApp onder de na(a)m(en) [pseudoniem 1] en/of [pseudoniem 2] , althans
onder (een) valse na(a)m(en) aangeboden als escort en/of als prostituée
en/of
- een (seks)afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of
- ( seksueel, althans erotisch getinte) Whats App - en/of chat- en/of MSN-
en/of e-mailcontacten aangegaan/onderhouden met die [slachtoffer] en/of
- seksueel contact met die [slachtoffer] gehad en/of
- die [slachtoffer] (een) Whats App en/of chat- en/of SMS - en/of
MSN- en/of e-mail bericht(en) gestuurd en/of telefonisch en/of persoonlijk
contact aangegaan met die [slachtoffer] met - zakelijk weergegeven- de strekking dat
dat/die contact(en) en/of bericht(en) van die [slachtoffer] zou(den) worden
doorgestuurd/verzonden naar en/of anderszins aan vrienden
en/of bekenden en/of familieleden en/of de werkgever van díe [slachtoffer]
bekend zouden worden gemaakt,
tenzíj die [slachtoffer] (een) geldbedrag(en) zou(den) betalen aan
haar, verdachte, en/of haar mededader(s);
(zaak 8)
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, NOG MEER SUBSIDIAIR, ter zake dat
[medeverdachte] op een of meer tíjdstip(pen) in of omstreeks de periode van
09 juni 2015 tot en met 27 augustus 2015 in de gemeente(n) Zuidhorn en/of
Groníngen , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door bedreiging met de openbaring van een geheim
[slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot afgifte van 600 Euro en/of 1500 Euro,
althans (een) geldbedrag(en)
hebbende die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) (telkens) opzettelijk
zich via [website 1] en/of via [website 2] , althans via het
internet en/of via WhatsApp onder de na(a)m(en) [pseudoniem 1] en/of [pseudoniem 2] , althans
onder (een) valse na(a)m(en) aangeboden als escort en/of als prostituee
en/of
- een (seks)afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of
- ( seksueel, althans erotisch getinte) Whats App - en/of chat- en/of MSN-
en/of e-mailcontacten aangegaan/onderhouden met die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] (een) Whats App en/of chat- en/of SMS - en/of
MSN- en/of e-mail bericht(en) gestuurd en/of telefonisch en/of persoonlijk
contact aangegaan met die [slachtoffer] met - zakelijk weergegeven- de strekking dat
dat/die contact(en) en/of bericht(en) van die [slachtoffer] zou(den) worden
doorgestuurd/verzonden naar en/of anderszins aan vrienden
en/of bekenden en/of familieleden en/of de werkgever van die [slachtoffer]
bekend zouden worden gemaakt,
tenzij die [slachtoffer] (een) geldbedrag(en) zou betalen aan
die [medeverdachte] en/of diens mededader(s),
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte,
in of omstreeks de periode van de maand mei 2015 tot en met 27 augustus 2015
in de gemeente Zuidhorn en/of elders in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft door opzettelijk
- ( betaalde) seks met die [slachtoffer] in de woning van die [slachtoffer] te hebben en/of
(vervolgens)
- de door haar, verdachte, tijdens haar verblijf in die woning van [slachtoffer]
waargenomen privé gegevens en/of andere persoonlijke informatie over die
en/of over de vrouw van die [slachtoffer] en/of het interieur van die woning
te verstrekken aan die [medeverdachte] en/of diens mededader(s);
(zaak 8)
2.
zij in of omstreeks de periode van 04 maart 2015 tot 10 november 2015
te Winschoten en/of te Zuidbroek, althans in Nederland,
een of meer voorwerpen, te weten (een) geldbedrag(en) en/of (een) telefoon(s)
en/of sieraden en/of meubilair en/of een of meer andere voorwerpen heeft
verworven, voorbanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of
van een of meer voorwerpen, te weten (een) geldbedrag(en) en/of (een)
telefoon(s) en/of sieraden en/of meubilair en/of een of meer andere
voorwerpen, gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die
voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
waren uit enig misdrijf;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 maart 2015
tot 10 november 2015 te Winschoten en/of te Zuidbroek, althans in Nederland,
(telkens) opzettelijk
(een) geldbedrag(en) en/of (een) telefoon(s) en/of (een) siera(a)d(en) en/of
meubilair en/of (een) ander(e) goed(eren)
als geschenk(en) heeft aangenomen en/of eet- en/of drinkwaren heeft genuttigd,
wetende dat die/dat geldbedrag(en) en/of die/dat telefoon(s) en/of die/dat
siera(a)d(en) en/of dat meubilair en/of die/dat ander(e) goed(eren) en/of
dat eten en/of die drinkwaren
geheel of gedeeltelijk werd(en) betaald door afpersing ín vereniging en/of
afdreiging in vereniging en/of diefstal ín vereniging,
in elk geval door enig misdrijf was verkregen,
hebbende verdachte aldus (telkens) opzettelijk uit de opbrengst van enig door
misdrijf verkregen goed voordeel getrokken;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, ter zake dat
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 maart 2015
tot 10 november 2015 te Winschoten en/of te Zuidbroek, althans in Nederland,
(een) geldbedrag(en) en/of (een) telefoon(s) en/of (een) siera(a)d(en) en/of
meubilair en/of (een) ander(e) goed(eren) als geschenk(en) heeft aangenomen
en/of eet- en/of drinkwaren heeft genuttigd,
terwijl zij redelijkerwijs moest vermoeden dat
die/dat geldbedrag(en) en/of die/dat telefoon(s) en/of die/dat siera(a)d(en)
en/of dat meubilair en/of die/dat ander(e) goed(eren) en/of
dat eten en/of die drinkwaren
geheel of gedeeltelijk werd(en) betaald door afpersing in vereniging en/of
afdreiging ín vereniging en/of diefstal in vereniging,
in elk geval door enig misdríjf was verkregen,
hebbende verdachte aldus (telkens) uit de opbrengst van enig door misdrijf
verkregen goed voordeel getrokken.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken ter zake het haar onder 1 tenlastegelegde en het haar onder feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Voor het onder 2 meer subsidiair tenlastegelegde dient zij veroordeeld te worden tot een werkstraf van 100 uur, eventueel te vervangen door 50 dagen hechtenis. De vorderingen van de benadeelde partijen dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor een bewezenverklaring van het aan verdachte onder feit 1 tenlastegelegde en het onder feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde. Het onder feit 2 meer subsidiair tenlastegelegde kan volgens de officier van justitie wel worden bewezen nu vaststaat dat verdachte redelijkerwijze had moeten vermoeden dat het geld, de vakantie en de diverse goederen (waaronder sieraden en een aquarium) die zij van de medeverdachte en haar vriend van destijds, [medeverdachte] , kreeg, uit misdrijf afkomstig waren. [medeverdachte] genoot immers - naar haar bekend was - een Wajong-uitkering en hoewel hij af en toe werkzaam was als portier en stratenmaker, kon hij zijn uitgaven onmogelijk uit de opbrengst van die werkzaamheden bekostigen. Daarbij komt dat [medeverdachte] blijkens een tapgesprek telefonisch contact met verdachte heeft opgenomen en tegen haar heeft gezegd, dat “hij iemand op zijn bek had geslagen omdat hij niet wilde betalen.” Ook hieruit volgt dat verdachte wist althans kon weten dat [medeverdachte] haar met crimineel geld van alles toestopte.
De raadsman is van mening dat er bij verdachte niet alleen geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte] , maar zelfs niet van de wetenschap dat [medeverdachte] zich bezig hield met criminele activiteiten en dat hij daarmee geld verdiende. Het gegeven dat [medeverdachte] zijn lief van destijds – verdachte – adoreerde en verwende met geld, sieraden, een vakantie en een aquarium is niet vreemd omdat verdachte wist dat hij niet alleen een Wajong-uitkering had, maar ook dat hij bijkluste als portier en daarbij (zwart) stratenmakerswerkzaamheden deed. Voorts had de vader van [medeverdachte] een stratenmakersbedrijf. Dat verdachte zich deze verwennerij liet welgevallen kan haar niet verweten worden. Daarbij heeft [medeverdachte] tegenover de politie verklaard dat verdachte niets wist van zijn criminele activiteiten. Dat [medeverdachte] het tegenover verdachte had over iemand die niet betaalde en klappen kreeg, kan verklaard worden uit diens werk als portier. Dat verdachte het tegenover [medeverdachte] heeft gehad over de roze Uggs van haar klant [slachtoffer] , kan niet leiden tot de conclusie dat zij [medeverdachte] bewust informatie gaf over het interieur van [slachtoffer] , welke informatie hij later bij de afpersing van [slachtoffer] kon gebruiken. Het voorgaande leidt er toe dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 tenlastegelegde en evenmin aan het onder feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde.
Met betrekking tot het onder feit 2 meer subsidiair tenlastegelegde kan sprake zijn van een bewezenverklaring als wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte tenminste redelijkerwijs had moeten vermoeden dat (een deel van) het geld dat [medeverdachte] uitgaf aan verdachte, afkomstig was van zijn criminele activiteiten. Daarvan is in het algemeen sprake indien de pleger bij enig nadenken over de hem bekende gegevens over het geld en/of de goederen, had kunnen vermoeden dat het geld en die goederen van misdrijf afkomstig waren en hij zonder nader onderzoek niet had mogen handelen, dan wel dat de pleger zich niet voldoende op de hoogte heeft gesteld van de herkomst van het geld en de goederen, zijnde omstandigheden op grond waarvan de pleger had moeten vermoeden dat dit van misdrijf afkomstig is. Dat moet uit de bewijsmiddelen blijken.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dat wist of had kunnen weten althans vermoeden. Weliswaar zijn de sieraden en andere spullen, het contante geld en de reis naar Curaçao die zij kreeg van [medeverdachte] niet louter te
verklaren uit diens Wajong-uitkering, zij wist dat hij regelmatig als portier werkzaam was en dat hij ook nog zwart bijkluste als stratenmaker. Daarbij had de vader van [medeverdachte] een stratenmakersonderneming. Dat [medeverdachte] een substantieel deel van zijn inkomsten aan verdachte uitgaf, is denkbaar en het kan verdachte op zichzelf genomen niet worden verweten dat zij, nu zij juist in die periode gebukt ging onder financiële problemen, zich dat alles liet welgevallen. [medeverdachte] , die tegenover de politie steeds heeft ontkend dat verdachte iets wist van zijn afpersingspraktijken, belde op een zeker moment met verdachte met de mededeling dat iemand klappen van hem kreeg omdat deze persoon niet betaald zou hebben. Verdachte ging er naar eigen zeggen van uit dat deze uitspraak verband hield met de werkzaamheden van [medeverdachte] als portier, wat een plausibele verklaring kan zijn.
Gelet op het voorgaande is niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 meer subsidiair tenlastegelegde, zodat verdachte van de gehele tenlastelegging dient te worden vrijgesproken
5.3
De conclusie
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De schade van benadeelden

Omdat verdachte wordt vrijgesproken dienen de vorderingen van de benadeelde partijen
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] niet-ontvankelijk te worden verklaard.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair en 2 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partijen: [benadeelde 1] te [woonplaats] , alsmede [benadeelde 2] te [woonplaats] , niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, en dat de benadeelde partijen hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mr. H. Stam en
mr. L.T. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van E.P. Endlich, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2016.
Buiten staat
De voorzitter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.