ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 mei 2016
Publicatiedatum
10 mei 2016
Zaaknummer
08/760127-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in woninginbraken en heling door rechtbank Overijssel

Op 10 mei 2016 heeft de rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 32-jarige man, die werd verdacht van het medeplegen van twee woninginbraken en heling. De verdachte was niet ter zitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. A.S. ten Doesschate. De officier van justitie, mr. T. Klooster, had een gevangenisstraf van 16 dagen en een taakstraf van 160 uur geëist. De rechtbank heeft het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 april 2016 gevoerd en de tenlastelegging bestond uit meerdere feiten van woninginbraak en heling, gepleegd in juni 2015 in Zwolle en Emmeloord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de woninginbraken en de heling van de goederen.

Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen bewijs was dat de verdachte wetenschap had van de door misdrijf verkregen goederen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Overijssel, met mr. B.T.C. Jordaans als voorzitter.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer (P): 08/760127-15
Datum vonnis: 10 mei 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] (Colombia),
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 april 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. T. Klooster. De verdachte is niet ter zitting verschenen. De verdachte is ter zitting vertegenwoordigd door mr. A.S. ten Doesschate, advocaat te Zwolle, die heeft verklaard daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan tweemaal het medeplegen van een woninginbraak, subsidiair opzetheling dan wel schuldheling (feiten 1 en 2) en tweemaal het medeplegen van opzetheling dan wel schuldheling (feiten 3 en 4).
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 15 juni 2015 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning met bijbehorende garage gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een camera (merk: Nikon) en/of twee, althans één of meer (mobiele) telefoon(s) en/of een hoeveelheid (munt)geld en/of een laptop (merk: HP) en/of een adapter en/of een (externe) harde schijf (merk: Verbatim) en/of een E-reader (merk: Sony) en/of een (grote) hoeveelheid (zilver en/of (wit)gouden) sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juni 2015 tot en met
16 juni 2015 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een camera(lens) (met bijbehorende tas) (merk: Nikon) en/of een (externe) harde schijf (merk: Verbatim) en/of een E-reader (merk: Sony) en/of een horloge (merk: Guess), althans enig(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goed(eren) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 15 juni 2015 te Zwolle, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres 1] heeft weggenomen een camera (merk: Sony) en/of een laptop (merk: Samsung) en/of een of meer dvd-speler(s) (merk: Philips), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juni 2015 tot en met
16 juni 2015 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een camera (merk: Sony) en/of een afstandsbediening (merk: Philips) en/of een of meer dvd-speler(s), althans enig(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goederen (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten
vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 maart 2015 tot en met
16 juni 2015 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een of meer paspoorten en/of (zilverkleurige Rijksdaalder) munt en/of een (grote) hoeveelheid sieraden (te weten: horloge(s) en/of ring(en) en/of hanger(s), althans enig(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goed(eren) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen
goed(eren) betrof;
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 juni 2015 tot en met
16 juni 2015 te Emmeloord, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een Ipod touch (merk: Apple) en/of een tablet (merk: Apple) en/of identiteitspapieren (rijbewijs), althans enig(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde goed(eren) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 dagen, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd, en daarnaast een taakstraf, te weten een werkstraf voor de duur van 160 uur, subsidiair 80 dagen hechtenis.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte wegens strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Zij heeft in dit verband verwezen naar het sepot in de zaak van [naam 1] en de omstandigheid dat verdachte [medeverdachte] slechts voor één feit is gedagvaard.
Schending van het gelijkheidsbeginsel veronderstelt een willekeurige ongelijke beslissing in gevallen die gelijk of nagenoeg gelijk zijn. Verdachte werd – anders dan [naam 1] en [medeverdachte] – op 15 juni 2015 om ongeveer 23.12 uur ‘s avonds met een ander persoon in een auto aangetroffen, waarvan het vermoeden bestond dat die auto diezelfde dag bij inbraken was betrokken, waardoor naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een andersoortige verdenking van de verdachte onder andere omstandigheden dan ten opzichte van die van [naam 1] en [medeverdachte] . De rechtbank is dan ook van oordeel dat geen sprake is van gelijke gevallen. Dat het openbaar ministerie er in het kader van de opportuniteit voor gekozen heeft om [naam 1] niet te vervolgen en [medeverdachte] voor een ander feit te vervolgen dan verdachte, levert tegen deze achtergrond geen strijd met het gelijkheidsbeginsel op.
Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsvrouw en bepaalt zij dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezen verklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken
5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde woninginbraken in vereniging en de onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 in de eerste plaats en 4 in de eerste plaats tenlastegelegde opzethelingen niet wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
De onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 in de tweede plaats en 4 in de tweede plaats telkens tenlastegelegde schuldheling kan volgens de officier van justitie wel wettig en overtuigend bewezen worden.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd en dat de verdachte daarom integraal dient te worden vrijgesproken.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1 primair en feit 2 primair overweegt de rechtbank dat het dossier te weinig aanknopingspunten bevat die de verdachte op de locaties van de delicten plaatsen. De enkele omstandigheid dat de verdachte zich laat op de avond van 15 juni 2015 in een auto bevond die eerder die dag door een getuige is gezien in de directe nabijheid van waar één van de woninginbraken is gepleegd is daartoe onvoldoende. Ook de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte] bij de politie met betrekking tot een aan hem getoonde foto van de betreffende auto – welke foto is gemaakt door een getuige in de directe nabijheid van een van de woningen waar op 15 juni 2015 is ingebroken – inhoudende:
‘De passagier lijkt wel op [betrokkene 1] . Dat is de vriend van [betrokkene 2] .’kan weliswaar belastend worden uitgelegd voor de verdachte, maar dit leidt niet tot het ondubbelzinnig wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte deze feiten heeft gepleegd. Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank dan ook van oordeel dat het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. De rechtbank zal de verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 4 overweegt de rechtbank dat er weliswaar goederen zijn aangetroffen op het adres waar de verdachte bleek te verblijven, maar dat het dossier geen enkele aanwijzing bevat waaruit blijkt dat de verdachte wetenschap had dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof. De rechtbank zal de verdachte hiervan dan ook vrijspreken nu opzet- noch schuldheling wettig en overtuigend bewezen kan worden.

6.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair, feit 2 primair en subsidiair, feit 3 en feit 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. L.J. Bosch en mr. A.A. Smit, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2016.
Mr. B.T.C. Jordaans is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.