Op 3 mei 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak waarbij een 29-jarige man uit Zwolle, die eerder voorwaardelijk was veroordeeld, opnieuw in de gevangenis moet. De man heeft zich niet gehouden aan de voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden, waaronder een meldplicht en behandelplicht. Hierdoor was het voor de reclassering onmogelijk om toezicht te houden en de man te begeleiden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden toegewezen. Tijdens de zitting op 19 april 2016 werd duidelijk dat de veroordeelde niet op afspraken was verschenen en de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd, ondanks een officiële waarschuwing. De reclassering heeft het risico op gevaar voor de omgeving als groot ingeschat. De verdediging voerde aan dat de gezondheidsproblemen van de veroordeelde een rol speelden in zijn niet-naleving, maar de rechtbank oordeelde dat de vordering tot tenuitvoerlegging moest worden toegewezen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de artikelen 14g, 14h, 14i en 14j van het Wetboek van Strafrecht.