10.De beslissing
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het in de dagvaarding met parketnummer 08.730492.15 onder 3, 4, 5 en 6 heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het in de dagvaarding met parketnummer 08.730492.15 onder 1 en 2 primair tenlastegelegde en het in de dagvaarding met parketnummer 08.955500.13 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat een gedeelte van de straf, groot 177 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of omdat de veroordeelde geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd (één van) de bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde zich op uitnodiging van Tactus verslavingsreclassering meldt en zich vervolgens blijft melden en zich houdt aan de aanwijzingen zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat de veroordeelde zich laat behandelen voor zijn psychische problematiek bij Transfore of een soortgelijke instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
- dat de veroordeelde binnen voornoemd ambulant behandeltraject medewerking verleent aan een klinische opname ten behoeve van detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek indien de reclassering dit nodig acht, voor de duur van maximaal tien weken, zulks ter beoordeling van de reclassering en/of de instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
- dat de veroordeelde verblijft bij JP van den Bent of een soortgelijke 24-uurs instelling,
zulks ter beoordeling van de reclassering en zich houdt aan het dagprogramma dat deze
voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
- dat de veroordeelde medewerking verleent aan urinecontroles gericht op alcohol- en drugsgebruik, indien en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 07.653259.12
-
wijst de vordering strekkende tot tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van 18 oktober 2013, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden,
af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Milani, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en mr. E. Leentjes, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2016.
Buiten staat
Mr. Milani, mr. Leentjes en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
In de dagvaarding met parketnummer 08.730492.15:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de Politie Eenheid Oost Nederland met registratienummer PL0600-2015377104. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] d.d. 10 juli 2015, voor zover inhoudende, als verklaring van aangeefster:
“In oktober 2014 kreeg ik een relatie met [verdachte] . (…) Per 1 mei kreeg ik de sleutel van mijn huisje aan de [adres 4] te [plaats 1] . We zijn samen in mijn huis getrokken. Mijn dochter [naam] kwam vervolgens de maandag en de woensdag bij ons.
(…)
Afgelopen woensdag 8 juli was hij na het avondeten bij me. Ik heb [naam] naar bed gebracht en daarna brak de pleuris los na een uurtje. [verdachte] dacht dat ik vreemd was gegaan. (…). Vervolgens schopte (…) hij mij overal op mijn lichaam (…).
2. Een geschrift, te weten een afdruk van gesprekken via Whatsapp, gevoerd tussen " [verdachte] " en "vrouwtje."
(De rechtbank begrijpt: respectievelijk verdachte en aangeefster),voor zover inhoudende:
12:12 30 jul. - Vrouwtje: Nee je hebt me indd niet geslagen maar wel meerdere keren mijn keel dicht geknepen, geschopt, geduwd en aan mijn haar getrokken.
3. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juli 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 10 juli 2015 kwam aangever [slachtoffer 1] aan het politiebureau te [plaats 1] . Aangever [slachtoffer 1] wilde aangifte doen van mishandeling door haar ex partner [verdachte] . Tijdens de aangifte liet aangever [slachtoffer 1] mij meerdere blauwe plekken zien op haar borstkast, haar armen en een schram in haar nek. Ik zag dat de blauwe plek op haar borstkast een doorsnede had van ongeveer 10 cm.
4. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 april 2016, voor zover inhoudende, als verklaring van verdachte:
U houdt mij de aangifte van [slachtoffer 1] voor. Het klopt dat ik toen ruzie met [slachtoffer 1] heb gehad. Ze hing op mijn nek en toen heb ik haar losgewrikt door haar armen vast te pakken. Daarna kwam ze op me af en toen heb ik haar van me afgeduwd. Ik ben professioneel kickbokser. Mijn duw is daardoor misschien harder dan die van een gemiddelde jongen.
U houdt mij de whatsapp-gesprekken in het dossier voor. Het klopt dat ik deze gesprekken met [slachtoffer 1] heb gevoerd onder de naam " [verdachte] ."
5. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 augustus 2015, voor zover inhoudende, als verklaring van verdachte:
V = vraag verbalisant
A = antwoord verdachte
V: [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van zware mishandeling. Wat kun je ons daar
over verklaren?
A: [slachtoffer 1] is een ex van mij. (…) Ik heb haar wel van mij af geduwd, ik heb met mijn handen tegen haar borstkast geduwd. (…)
V: Volgens [slachtoffer 1] heb jij haar meerdere keren mishandeld. Het gaat dan vooral om
de periode tussen donderdag 25 juni en dinsdag 7 juli. Wat kun je daarover vertellen?
A: Ik heb volgens mij op 8 juli 2015 problemen gehad met [slachtoffer 1] waarbij over en weer geduwd is. Ik kan me die avond nog heel goed herinneren want ik dacht dat [slachtoffer 1] vreemd was gegaan.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] d.d. 28 juli 2015, voor zover inhoudende, als verklaring van aangeefster:
Ik doe aangifte van inbraak. (…) Ik woon samen met mijn dochter aan de [adres 2] te [plaats 2]. Op vrijdag 24 juli 2015 rond de middag ben ik voor het laatst in mijn woning geweest. Toen was er niets weg en lag het paspoort van mijn zoon ook nog niet in de woning. Ik heb de woning slotvast afgesloten.
Op dinsdag 28 juli 2015 omstreeks 10.00 uur kwam ik weer thuis. (…)Ik ben naar binnen gelopen. Op het moment dat ik de hal van mijn woning binnen stapte zag ik dat mijn zoon
(de rechtbank begrijpt: verdachte)uit mijn slaapkamer kwam lopen. Ik kon aan hem zien dat hij had geslapen op mijn bed (…). Ik hoorde dat hij vroeg of ik niet de politie wilde bellen. Ik vertelde hem dat ik hem niet in mijn woning wilde hebben en ben langs hem heen de woonkamer in gelopen. Hierop ben ik naar het rolluik van het balkon gelopen om deze te openen. Toen ik het rolluik opende zag ik dat de salontafel van mijn tuinset was weggenomen. Ik draaide me om en zag dat ook een kast uit de keuken was weggenomen evenals de magnetron die op de koelkast stond. (…) Toen ik in de berging kwam zag ik dat ook mijn wasmachine was weggenomen. Deze had ik net nieuw en is een zogenoemde was- en droogcombinatie. (…) In de woonkamer zag ik dat ook mijn dvd-speler weg was genomen;
en voor zover inhoudende, als vermeld in de bijlage goederen:
- Wasapparatuur (wasmachine), betreft combi droger;
- Kast, betreft keukenkast, licht eiken;
- Kookapparatuur, magnetron, Philips;
- Onderdeel van een tuinset, bank, stoel 2 stuks, tafel;
- een televisie (flatscreen), Samsung;
2. Een proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer 3] d.d. 31 juli 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Ik wil graag een aanvullende verklaring afleggen over mijn aangifte van dinsdag 28
juli 2015. Ik heb ontdekt dat er meer goederen zijn weggenomen uit mijn woning. De goederen staan vernoemd in de bijlage.
De reden dat ik sommige goederen niet eerder heb is omdat de situatie zo druk en chaotisch was. Het is verschrikkelijk dat dit weer gebeurd is. Verder wil ik u nog vertellen dat er op de plek van mijn televisie nu een oude televisie stond. Kennelijk heeft mijn zoon
(De rechtbank begrijpt: verdachte)deze omgeruild, waarbij hij mijn televisie heeft meegenomen.
3. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 april 2016, voor zover inhoudende, als verklaring van verdachte:
In de periode van 24 juli 2015 tot en met 28 juli 2015 verbleef ik in het huis van mijn moeder te Borne. Het klopt dat ik toen zonder haar toestemming meerdere goederen van haar uit de woning heb verkocht.
4. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 1 augustus 2015, voor zover inhoudende, als verklaring van verdachte:
Omtrent de aangifte van mijn moeder dat er goederen uit haar huis zijn weggenomen en
dat zij denkt dat ik daar aan debet ben, kan ik heel kort zijn. Ik heb inderdaad meerdere goederen uit die woning van mijn moeder aan de [adres 2] te [plaats 2] weggenomen en heb deze voor weinig geld verkocht. (…)
In de dagvaarding met parketnummer 08.955500.13:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina's uit het dossier van de regiopolitie IJsselland met registratienummer PL04CB-2013021894. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal. Nu ten aanzien van het bewezenverklaarde feit sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid:
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 6] ;
2. Een proces-verbaal van sporenonderzoek;
3. Een geschrift, te weten een rapport dactyloscopisch sporenonderzoek;
4. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 april 2016, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.