ECLI:NL:RBOVE:2016:1486
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot nakoming omgangsregeling en veroordeling moeder tot betaling van dwangsom
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 8 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de vader en de moeder van het minderjarige kind [D]. De vader verzocht de kinderrechter om de moeder te veroordelen tot nakoming van een eerder vastgestelde omgangsregeling, omdat de moeder zonder goede grond weigerde medewerking te verlenen aan de omgang tussen de vader en het kind. De moeder had het kind meegenomen naar een onbekende bestemming, wat door de kinderrechter werd aangemerkt als misbruik van gezag. De kinderrechter oordeelde dat de moeder de zorg- en contactregeling, die was vastgesteld bij beschikking van 5 november 2014, diende na te komen. De kinderrechter wees het verzoek van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van het kind af, omdat dit niet in het belang van het kind werd geacht. De moeder werd veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 1.000,- voor elke keer dat zij de omgangsregeling niet nakomt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd de moeder verplicht om de vader in januari en juli van elk jaar schriftelijk te informeren over de ontwikkelingen van het kind. De proceskosten werden voor een deel aan de moeder opgelegd, omdat zij de eerder vastgestelde regeling niet had nageleefd.