ECLI:NL:RBOVE:2016:1424
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen handhavingsverzoeken inzake particuliere bewoning van bedrijfswoningen in Deventer
In deze zaak heeft Mayhill Vastgoed B.V. beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het college van burgemeester en wethouders van Deventer op haar handhavingsverzoeken. Deze verzoeken betroffen de particuliere bewoning van bedrijfswoningen aan verschillende adressen in Deventer. De rechtbank Overijssel heeft op 22 april 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres, Mayhill Vastgoed B.V., niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit is gebaseerd op het zicht- en afstandscriterium, waaruit blijkt dat de afstand tussen de panden van eiseres en de bedrijfswoningen meer dan 300 meter bedraagt en er geen zicht is op deze woningen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij als vastgoedbeheerder wel degelijk belanghebbende is, maar de rechtbank oordeelt dat de eigenaren van de bedrijfswoningen geen concurrerende vastgoedbedrijven zijn, waardoor eiseres niet in de hoedanigheid van concurrent kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de verzoeken om handhaving niet kunnen worden aangemerkt als aanvragen om een besluit te nemen, waardoor de beroepen niet-ontvankelijk worden verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.