Op 5 april 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, geboren in 1961. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de TBS met één jaar afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de kans op recidive voor de lange termijn als dusdanig laag moet worden ingeschat, dat beëindiging van de terbeschikkingstelling gerechtvaardigd is. De rechtbank baseerde haar oordeel op verschillende rapporten van deskundigen, waaronder psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en forensisch psycholoog P.E. Geurkink, die beiden een lage kans op herhaling van delictgedrag constateerden. De betrokkene had in het verleden te maken gehad met pedofilie en een persoonlijkheidsstoornis, maar de deskundigen gaven aan dat deze problematiek in remissie was en dat de betrokkene stabiel functioneerde in zijn huidige situatie. Tijdens de zitting op 22 maart 2016 werd duidelijk dat de betrokkene bereid was om op vrijwillige basis begeleiding te blijven ontvangen. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van anderen niet langer in het geding was en dat de vordering tot verlenging van de TBS niet kon worden toegewezen. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.