ECLI:NL:RBOVE:2016:1117

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 april 2016
Publicatiedatum
4 april 2016
Zaaknummer
08/993061-15
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor zachtfruitteler wegens gebrek aan bewijs van opzet bij valsheid in bedrijfsadministratie

Op 4 april 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een zachtfruitteler uit Hooghalen, die werd beschuldigd van het opzettelijk vals opmaken van zijn bedrijfsadministratie en loonstroken van Portugese seizoenarbeiders. De rechtbank oordeelde dat het dossier onvoldoende bewijs bevatte dat de verdachte op de hoogte was van de onjuistheid van de opgestelde loonspecificaties. De teler had zijn loonadministratie uitbesteed en gaf alle daadwerkelijk gewerkte uren door. De rechtbank sprak de verdachte en zijn bedrijf vrij van de tenlastelegging.

De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 maart 2016. De officier van justitie, mevrouw mr. C.C.M. Poland, had een geldboete van € 25.000,-- geëist. De verdediging voerde aan dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat er sprake zou zijn van schending van het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de officier ontvankelijk was in haar vervolging.

De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor opzet van de verdachte bij het opmaken van de loonspecificaties. De loonspecificaties waren onjuist, maar de verdachte had geen opzet gehad op het onjuist opmaken ervan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair en subsidiair tenlastegelegde.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer (P): 08/993061-15
Datum vonnis: 4 april 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1956 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 maart 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mevr. mr. C.C.M. Poland en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman
mr. H.G. Ruis, advocaat te Assen, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 mei 2012 tot en met 1 september 2012 samen met anderen zowel een aantal loonstroken/ loonspecificaties als de bedrijfsadministratie van de vennootschap onder firma [bedrijf 1] valselijk heeft opgemaakt, dan wel dat hij als feitelijk leidinggevende van voornoemd bedrijf deze feiten heeft gepleegd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 1 mei 2012 tot en met
1 september 2012 te Hooghalen (gemeente Midden-Drenthe) en/of te Assen, in elk
geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een/of meer van na te noemen loonstro(o)k(en)/loonspecificatie(s) -elk zijnde
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen-
en/of
de bedrijfsadministratie van de vennootschap onder firma [bedrijf 1]
(handelende onder de na(a)m(en) Zachtfruitbedrijf [bedrijf 1] en/of
[bedrijf 2] ) -zijnde die bedrijfsadministratie een samenstel van
geschriften, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk heeft
opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft
doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat (samenstel van) geschrift(en) als echt
en onvervalst te gebruiken en/of door een of meer anderen te doen gebruiken,
bestaande dat valselijk opmaken uit het opzettelijk in strijd met de waarheid:
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 1] ,
betreffende de maand mei 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 9 dagen, 72 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 009-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 1] ,
betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een
(bruto) uurloon, groot EURO 8,84,is betaald en/of dat 8 dagen, 56 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 009-03-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 2] ,
betreffende de maand mei 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 4 dagen, 32 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 011-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 2] ,
betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een
(bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 15 dagen, 114,75 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 011-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 3]
, betreffende de maand juni 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 10 dagen, 80 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 012-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 3]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 012-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 4] ,
betreffende de maand juni 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 20 dagen, 160 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 013-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 5] ,
betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 014-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 6]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 015-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 7]
, betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden
dat een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 15 dagen,
117,23 uren is/zijn gewerkt (bijlage D 016-04-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 8] , betreffende
de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto) uurloon,
groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 13 dagen, 112,23 uren is/zijn gewerkt
(bijlage D 017-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 9]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,30, is betaald en/of dat 12 dagen, 99,84
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 018-03);
en/of
bestaande dat valselijk opmaken van die (bedrijfs)administratie uit het
opzettelijk (doen) verwerken en/of opnemen van die/dat (aldus) valselijk
opgemaakte en/of vervalste loonstro(o)k(en)/loonspecificatie(s) in de
(bedrijfs)administratie van de vennootschap onder firma [bedrijf 1] ;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
de vennootschap onder firma [bedrijf 1] (handelende onder de na(a)m(en)
Zachtfruitbedrijf [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2] ) in of omstreeks de
periode van 1 mei 2012 tot en met 1 september 2012 te Hooghalen (gemeente
Midden-Drenthe) en/of te Assen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een/of meer van na te noemen loonstro(o)k(en)/loonspecificatie(s) -elk zijnde
een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen-
en/of
haar bedrijfsadministratie -zijnde die bedrijfsadministratie een samenstel
van geschriften, bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen- valselijk
heeft opgemaakt en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of
heeft doen vervalsen,
zulks (telkens) met het oogmerk om dat (samenstel van) geschrift(en) als echt
en onvervalst te gebruiken en/of door een of meer anderen te doen gebruiken,
bestaande dat valselijk opmaken uit het opzettelijk in strijd met de waarheid:
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 1] ,
betreffende de maand mei 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 9 dagen, 72 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 009-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 1] ,
betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een
(bruto) uurloon, groot EURO 8,84, is betaald en/of dat 8 dagen, 56 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 009-03-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 2] ,
betreffende de maand mei 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 4 dagen, 32 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 011-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 2] ,
betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een
(bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 15 dagen, 114,75 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 011-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 3]
, betreffende de maand juni 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 10 dagen, 80 uren
is/zijn gewerkt (bijlage D 012-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 3]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 012-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 4] ,
betreffende de maand juni 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,70, is betaald en/of dat 20 dagen, 160 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 013-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 5] ,
betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto)
uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176 uren is/zijn
gewerkt (bijlage D 014-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 6]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 22 dagen, 176
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 015-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 7]
, betreffende de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden
dat een (bruto) uurloon, groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 15 dagen,
117,23 uren is/zijn gewerkt (bijlage D 016-04-03);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 8] , betreffende
de maand augustus 2012, vermelden of doen vermelden dat een (bruto) uurloon,
groot EURO 8,80, is betaald en/of dat 13 dagen, 112,23 uren is/zijn gewerkt
(bijlage D 017-04);
en/of
- In de loonstrook/loonspecificatie geadresseerd aan [naam 9]
, betreffende de maand juli 2012, vermelden of doen vermelden dat
een (bruto) uurloon, groot EURO 8,30, is betaald en/of dat 12 dagen, 99,84
uren is/zijn gewerkt (bijlage D 018-03);
en/of
bestaande dat valselijk opmaken van die (bedrijfs)administratie uit het
opzettelijk (doen) verwerken en/of opnemen van die/dat (aldus) valselijk
opgemaakte en/of vervalste loonstro(o)k(en)/loonspecificatie(s) in de
(bedrijfs)administratie van de vennootschap onder firma [bedrijf 1] ,
tot welk(e) feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden
gedraging(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, feitelijke leiding heeft gegeven.
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een geldboete van € 25.000,--.

4.De voorvragen

De raadsman heeft bepleit dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vervolging omdat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel.
Volgens de raadsman heeft de officier van justitie niet conform de Richtlijnen aanmelding en afhandeling fiscale delicten, douane- en toeslagendelicten (Richtlijnen AAFD) gehandeld. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het nadeel is berekend op € 17.000,--. Volgens de Richtlijnen AAFD mag er echter pas vervolgd worden indien het nadeel € 125.000,-- of hoger is. Nu het nadeel (ver) onder het bedrag van € 125.000,-- is gebleven moet de zaak bestuursrechtelijk worden afgedaan.
Voorts heeft de raadsman gesteld dat voornoemd beginsel is geschonden omdat in hetzelfde onderzoek een ander bedrijf niet is vervolgd voor precies dezelfde feiten.
De rechtbank overweegt dat de Richtlijnen AAFD beschrijven hoe de Belastingdienst de aanmeldingen van mogelijke delicten die voor strafrechtelijk onderzoek in aanmerking komen selecteert voor de rechtsgebieden belastingen, toeslagen en douane en op welke wijze die aanmeldingen vervolgens in overleg met het Openbaar Ministerie worden afgehandeld met het oog op strafrechtelijke afdoening.
De Richtlijnen AAFD hebben dus alleen betrekking op fiscale, toeslag- en douanedelicten.
In deze zaak is echter geen fiscaal, toeslag- of douanedelict tenlastegelegd, maar een commuun delict.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat de Richtlijnen AAFD niet van toepassing zijn en dat er geen sprake is van schending het gelijkheidsbeginsel.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat de raadsman zijn stelling dat een ander bedrijf voor dezelfde feiten niet is vervolgd onvoldoende heeft onderbouwd met gespecificeerde objectieve gegevens, zodat ook dit verweer wordt verworpen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

5.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft op basis van de zich in het onderliggende strafdossier bevindende stukken geconcludeerd dat het primair tenlastegelegde feit bewezen is.
De raadsman heeft betoogd dat verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken omdat hij geen opzet heeft gehad op het feit. Verdachte heeft immers zijn loonadministratie uitbesteed en daarbij telkens alle daadwerkelijk gewerkte uren per week vermeld. Verder heeft de raadsman gesteld dat verdachte conform de zogenaamde “cafetariaregeling” (een regeling tussen LTO Nederland en de Belastingdienst) heeft gehandeld en dat hij ook om die reden moet worden vrijgesproken.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Algemeen
Verdachte [verdachte] exploiteert samen met zijn echtgenote [echtgenote] een zachtfruitbedrijf in de vorm van een vennootschap onder firma (VOF). De VOF is op 15 januari 1995 opgericht en gevestigd in Hooghalen. Verdachte en zijn echtgenote zijn beiden vennoot. De dagelijkse leiding van de onderneming berust bij verdachte [verdachte] .
In het jaar 2012 heeft verdachte gedurende de weken 21 tot en met 35 een aantal Portugese werkneemsters in dienst gehad, die zich hoofdzakelijk bezig hebben gehouden met het plukken van aardbeien. De betreffende werkneemsters hielden de door hen gewerkte uren zelf bij in agenda’s, urenschriftjes en urenbriefjes. De gewerkte uren zijn door verdachte overgenomen in individuele overzichten over 2012, waarin per werkneemster naast de gewerkte uren ook de uitbetaalde voorschotten werden bijgehouden.
Verdachte heeft de overzichten van de daadwerkelijk gewerkte uren en dagen van de Portugese werkneemsters aangeleverd bij zijn boekhouder [boekhouder 1] , teneinde de salarisspecificaties op te maken. De boekhouder heeft deze gegevens op zijn beurt weer overgedragen aan [boekhouder 2] , die de salarisspecificaties uiteindelijk heeft opgemaakt.
Op de aangetroffen salarisspecificaties stonden onder meer de uren vermeld die de Portugese werkneemsters in de desbetreffende maand van 2012 hebben gewerkt. De vermelde uren wijken echter af van de feitelijk door de Portugese werkneemsters gewerkte uren. Over het boekjaar 2012 zijn in totaal 4.174 uren verantwoord, terwijl het aantal uren dat de Portugese werkneemsters feitelijk hebben gewerkt 5.824 bedraagt. De salarisspecificaties van de Portugese werkneemsters over 2012 zijn derhalve onjuist opgemaakt.
Met betrekking tot de aanwezigheid van opzet bij verdachte
De vraag waar de rechtbank zich voor gesteld ziet is of het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte opzet heeft gehad op het onjuist opmaken van de salarisspecificaties. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Verdachte heeft zijn loonadministratie uitbesteed en daarbij telkens alle daadwerkelijk door zijn Portugese werkneemsters gewerkte uren doorgegeven.
[boekhouder 2] , die de salarisspecificaties heeft opgemaakt, heeft verklaard dat hij over het opmaken van die specificaties contact heeft gehad met verdachte. Die heeft hem gezegd dat hij moest informeren bij de heer [naam 10] , want die wist hoe de specificaties in de afgelopen jaren waren opgemaakt. Genoemde [naam 10] heeft [boekhouder 2] vervolgens tekst en uitleg gegeven over de werkwijze bij het verwerken van de loongegevens zoals die in de afgelopen jaren is gehanteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte van de onjuistheid van de opgestelde loonspecificaties op de hoogte was. De rechtbank acht derhalve niet bewezen is dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk valse loonstroken dan wel een valse bedrijfsadministratie heeft opgemaakt.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het dossier evenmin voldoende bewijs bevat dat de VOF [bedrijf 1] deze feiten, al dan niet samen met anderen, opzettelijk heeft gepleegd. Daardoor kan van feitelijk leidinggeven aan deze feiten door verdachte ook geen sprake zijn.
De rechtbank merkt in dit verband op dat ook voorwaardelijk opzet niet kan worden bewezen. Hoewel de loonspecificaties in opdracht van verdachte (als feitelijk leidinggever van de VOF [bedrijf 1] ) zijn opgemaakt, bevat het dossier onvoldoende feiten en/of omstandigheden op grond waarvan kan worden aangenomen dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de loonspecificaties niet correct waren.
De rechtbank zal verdachte derhalve van het tenlastegelegde vrijspreken.

6.De beslissing

De rechtbank:
ontvankelijkheid
- verklaart de officier van justitie ontvankelijk in haar vervolging;
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en mr. M. Aksu, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Veldhuis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 april 2016.