Op 1 april 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 27-jarige man die werd beschuldigd van het seksueel aanranding van drie jongens. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is de man verplicht om zich te laten behandelen voor zijn gedrag. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn seksueel grensoverschrijdend gedrag de belangen van de slachtoffers ondergeschikt heeft gemaakt aan zijn eigen behoeften en lustgevoelens. Uit een rapport van Mediant bleek dat er mogelijk sprake is van een dissociatieve stoornis bij de verdachte, maar het recidiverisico werd als laag ingeschat door de reclassering.
De zaak kwam aan het licht na aangiften van de slachtoffers, die stelden dat de verdachte hen op verschillende momenten had aangerand. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en de bekennende verklaring van de verdachte in overweging genomen. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf, waarbij de nadruk lag op behandeling en toezicht. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van € 40,-- aan een van de slachtoffers, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van het strafbare feit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte werd strafbaar geacht voor de bewezenverklaarde feiten, die onder artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht vallen, en de rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt de ernst van seksueel grensoverschrijdend gedrag en de noodzaak van behandeling voor de dader.